Skip to main content
  • Archivaris
  • 275

50 jaar IMF en Wereldbank is genoeg!

Bijeenkomst in Utrecht
Op 4 juni vond er in zaal Cunera in Utrecht een landelijke bijeenkomst plaats onder de titel "50 jaar IMF en Wereldbank is genoeg!". De actiegroep A SEED (Action for Solidarity, Equality, Environment and Development) organiseerde deze dag om de balans op te maken over het belang van IMF en Wereldbank op de wereldeconomie. Het rendement van het IMF en de Wereldbank is namelijk zeer laag te noemen, terwijl deze instellingen door hun beleid een positieve ontwikkeling in vooral de 'derde wereldlanden' moesten bewerkstelligen. vele van deze ontwikkelingslanden zijn echter in een negatieve spiraal van schulden beland. Nu is deze schuldencrisis in een groot aantal onderwerpen op te splitsen: milieu, drugs, belastingsteun aan banken, immigratie en de gevolgen voor vrouwen bijvoorbeeld. Onderstaand artikel beperkt zich echter tot het milieu en de ontwikkelingslanden in het algemeen. "Door de technologische vooruitgang in de twintigste eeuw en de internationaal sterk ontwikkelde media heeft alles wat zich ergens voordoet, direct elders repercussies" aldus minister Pronk van ontwikkelingssamenwerking. Hiermee baseert hij zich op de 'global village' theorie, die inhoudt dat "elektronische snelwegen" (vergevorderde elektronische communicatiemiddelen) "een sterk onderling samenhangende en afhankelijke wereld scheppen". Economische crisis in een ontwikkelingsland levert niet alleen negatieve uitspattingen in dit land op, maar heeft tevens gevolgen voor de rijke geïndustrialiseerde landen die de schuldencrisis afgedwongen hebben. Vaak leiden oorlogen tot hoge schulden maar dit kan dus ook andersom. Dit leidde onderandere tot de boerenopstand in Mexico maar de schrijver wil tevens op de hachelijke situatie wijzen van Suriname en de invloed van Nederland daarop (Oud-VS-president Reagan heeft ooit zelfs aangedrongen op militaire interventie in dit land, omdat "legerleider Bouterse de kant van Cuba zou opgaan".)

inleiding
Technologie is door de eeuwen heen altijd ondergeschikt geweest aan de economie. De laatste vijftig jaar is dit proces misschien wel meervoudig versneld. Na de Tweede Wereldoorlog zijn verschillende instanties opgericht om het Westen uit de ruïnes te trekken. Het 'Internationale Monetaire Fonds' (IMF), de Wereldbank en onlangs 'General Agreements on Tariffs and Trade' (GATT) werden in het leven geroepen voor "het stimuleren van de groei van de internationale economie en de vrije wereldhandel". Neveneffecten hiervan zijn echter achterstelling van het natuurlijk milieu en ontwikkelingslanden. Pas in de 'United Nations Conference on Environment and Development' (UNCED) in Rio de Janeiro in 1992 werd erkend dat milieu en ontwikkeling onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Eind vorig jaar hebben 111 landen afspraken gemaakt over de stimulering van de vrijere wereldhandel in de GATT. Hun conclusie over het rapport dat is opgesteld door de Werkgroep 'Handel en Milieu' luidt dat "groei van handel ons in staat stelt meer te investeren in de bescherming van het milieu". Dit is echter een omgekeerde redenering, want bedrijven stellen niet vrijwillig een budget samen ten behoeve van milieutechnische aanpassingen. Ook het Europese handelsverdrag (Europese [economische] Gemeenschap) levert nog weinig hoopvol succes op. Eind jaren tachtig, begin negentig zette de overheid het mes in allerlei subsidies; massaontslagen bij bedrijven volgden door een wijziging in de concurrentie van nationaal naar internationaal gebied. De overheid en bedrijven achtten dit als onvermijdelijk om de verslechterende economie te boven te komen, zonder echter de oorzaak te aan te pakken. Die werkelijke oorzaak van de dalende economie ligt namelijk geheel anders. Na de Tweede Wereldoorlog had Europa niets meer en iedere natie werkte aan een economisch herstelprogramma om het (eigen) land weer perspectief te bieden. De jaren zeventig tot halverwege de jaren tachtig overschreden deze landen de economische norm ruimschoots en behaalde men ongekend economisch succes. Om nu (nog) meer economisch succes te behalen werden internationale afspraken van belang en werd er een nieuwe norm gehanteerd. Bij de huidige omstandigheden betekent dit echter dat Nederland onder die nieuwe economische norm ligt en dus is de 'economische achteruitgang' verkoopbaar aan de burgers.

techniek en de ontwikkelingslanden
Dhr. Hegel stelde eens vast dat het "ochtendgebed van de filosoof" uit het lezen van de krant bestond. Hierin verschijnt met regelmaat nieuws uit Suriname. Na eeuwen imperialisme/kolonialisme is de opbouw van het land na de onafhankelijkheid in november 1975 blijven steken in een politiek machtsspel. Hoewel weinigen het beseffen bevindt het land zich op de rand van een binnenlandse crisis. De slechte economische situatie is een voedingsbodem voor geweld. Vanaf de zomer van 1993 wordt er tussen de Surinaamse president en minister Pronk van ontwikkelingssamenwerking onderhandeld. Op zaterdag 19 maart 1994 leek dan eindelijk een betalingsakkoord geregeld tussen Pronk en de Surinaamse ministers Assen van Planning en Mungra van Buitenlandse Zaken. Betaling van ontwikkelingsgelden zou echter alleen mogelijk zijn wanneer het IMF per kwartaal een positief rapport zal laten uitgaan aan de hand van positieve ontwikkelingen van het door hen opgestelde saneringsprogramma. President Venitiaan weigerde invloed van het IMF op de binnenlandse aangelegenheden en ging uiteindelijk niet akkoord. Hierop volgde onmiddellijk een gijzelingsaktie op de Afobaka-waterkrachtcentrale door een militaire eenheid die hiermee de regering ten val wilde brengen. Na het gewelddadig einde van die gijzeling kreeg Venitiaan kritiek te verduren, maar desondanks hield de regering stand. De Surinaamse regering stelt dat ze "een bijgesteld 'Structurele Aanpassings Programma' (SAP) zal uitvoeren op basis van een optie die neerkomt op nul gulden Nederlandse financiële ondersteuning". Dat Suriname niet happig is op het oorspronkelijke SAP-akkoord is niet zo vreemd. De SAP's plunderen (niet te verwarren met de Nederlandse politieke stroming SAP [Socialistische Arbeiders Partij] - kleintje) het desbetreffende land leeg, door grootschalige exporten af te dwingen en te bezuinigen op de gezondheidszorg, onderwijs en de sociale sector. Het 'derde wereldland' krijgt als ontwikkelingsmodel de 'Vrije Markt' opgelegd om zo openstaande schulden en de rente hierop te kunnen afbetalen. Mexico gaf in augustus 1982 als eerste land openlijk toe niet eens meer de rente af te kunnen betalen. Deze dag wordt wel als het begin van de schuldencrisis gezien, want vele landen gaven hierna eveneens toe niet meer aan de betalingsoverdracht te kunnen voldoen. Omdat hierna in grote getale de SAP-regelingen per land werden afgesloten en veel 'derde wereldlanden' dezelfde exportprodukten verkochten, daalde door dit hoge aanbod en constant blijvende vraag de prijs van deze produkten. Hierdoor bevinden de meeste landen zich nu in een grotere (milieu)catastrofe dan tien jaar geleden. Tevens zijn miljoenen mensen de afgelopen jaren gedwongen te verhuizen door verstrekte projectleningen van de Wereldbank. Ondanks dat Suriname tot nu toe de boot heeft afgehouden, ontkomen ook zij niet aan de gevolgen, vergelijkbaar met andere ontwikkelingslanden. Ook Suriname moest grootschalige houtkap toestaan en ontgon bauxiet voor de geïndustrialiseerde landen. De houtkap in Suriname wordt overigens uitgevoerd door de Indonesische houtmaatschappij Musa, die het waarschijnlijk vervolgens doorverkoopt aan het Westen. Volgens de Stichting voor een schoon Suriname vloeit deze kapitaalvlucht voort uit de Surinaamse economische crisis. In Indonesië is beroering ontstaan omtrent Musa vanwege de "twijfelachtige reputatie op het gebied van duurzaam bosbeheer". De Musa-affaire zal echter niet leiden tot een parlementair debat, omdat de president-commissaris van Musa, Roden Notosoewito, de jongste broer is van president Soeharto van Indonesië. Het dorpje Adyumakandre in Suriname wordt bedreigd door oprukkende bauxietmijnen. Volgens Prof. André Hoekama "is de regering hard bezig met de blootlegging van het binnenland, dat rijk is aan natuurlijke hulpbronnen. Daarbij wordt op geen enkele wijze rekening gehouden met de traditionele rechten van de inheemsen op grond... Het economische belang is nu eenmaal niet te rijmen met de erkenning van het binnenland". Waartoe dit kan leiden is gemakkelijk na te gaan door de positie van de Maya-boeren in Mexico te volgen die op 1 januari van dit jaar de wapen oppakten. Het NAFTA-handelsverdrag dat tegelijkertijd inging zorgt niet alleen voor een geldstroom van Zuid naar Noord, maar vervolgens worden de indianen door de toenemende toerisme-industrie in hun gebied bedreigd in hun cultuur en tradities. Voor wat Suriname betreft houdt minister pronk echter vast aan de IMF-invloed in Suriname en stelde onlangs naïef vast: "Ik ben in het verleden geen groot bewonderaar van de Wereldbank geweest. Maar de bank is bereid geweest op kritiek in te gaan. Er zit beweging in, het gaat de goede richting op. Ondanks alle kritiek is de Wereldbank toch altijd nog een zeer effectief multilateraal hulpkanaal" (Internationale Samenwerking april 1994). Dat de soevereiniteit van Suriname niet eens serieus werd genomen bleek wel weer met het grootscheepse offensief tegen een Surinaams drugskartel.

media-taktiek
Het 50-jarig bestaan van de IMF en de Wereldbank wordt aangegrepen om de negatieve gevolgen van dit beleid te benadrukken. Dat SAP's en herhuisvestingsprogramma's in de publiciteit brengen tot wijzigingen kunnen leiden bleek wel met de terugtrekking van de Wereldbank van een project voor energievoorziening (Narmadadam) in India. Dat nog veel publiciteit nodig is om veranderingen te bewerkstelligen binnen het Westerse ontwikkelingsbeleid wordt aangetoond door de volgende 'redenering' van Laurence Summers (in 1992 Wereldbank-topeconoom, nu één van President Clinton's financieel adviseurs). Deze schreef in een memo "dat extreem vervuilende bedrijven maar naar ontwikkelingslanden verplaatst moeten worden, omdat deze landen 'ondervervuild' zijn, de bevolking toch niet zo'n hoge leeftijd bereikt, de lonen laag zijn en een mensenleven daar 'goedkoper' is dan in het westen" (Sabina Voogd: Greenpeace, najaar 1993). Deze 'redenering' is van groot belang voor ontwikkelingslanden omdat het beleid van de IMF en de Wereldbank bepaald wordt door de grootste financiers, oftewel 'meeste gelden stemmen'. Juist de Verenigde Staten leveren aan deze instanties de grootste contributie (Japan, Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk volgen). De economische belangen zijn zeer groot en maatschappelijke steun om het handelen te rechtvaardigen is van groot belang. Om die steun te verkrijgen wordt de media ingeschakeld. In de VS zijn de media zodoende uitgegroeid tot een winstgevende industrie. De amerikaanse GATT-onderhandelaar Mickey Kantor hierover: "televisie, film en muziek zijn een cruciale sector in de Amerikaanse economie. Wij geloven dat mensen het recht hebben te zien wat ze willen zien, en te beleven wat ze willen horen. De democratie kan niet functioneren als je gaat bepalen wat mensen kunnen zien en horen. Wij zullen daar altijd tegen blijven strijden". De films in Europa komen voor 80% uit de VS, dat hen jaarlijks 4 miljard dollar oplevert. Terwijl de VS doorgaat met de media-expansie worden de gevolgen duidelijk. Door de monopoliepositie van CNN bijvoorbeeld tijdens de Golfoorlog was iedereen aangewezen op de 'nieuwsvoorziening' van dit station. tekst, maar van nog groter belang beeld, waren geheel gedienstig aan de belangen van de VS. Het zou voor de hand liggen de schulden van ontwikkelingslanden door de Noord-Zuid verhouding deels of geheel kwijt te schelden om hiermee een nieuw en positief signaal af te geven. Vooral A SEED timmert door middel van voorlichting en forumdiscussies hard aan de weg. Het nut van een toekomstig bestaan van de IMF en de Wereldbank valt te betwijfelen. radicale wijzigingen van hun beleid liggen voor de hand. Zo kan de democratische stemverhouding 'one country one vote' ingevoerd worden in plaats van 'meeste gelden stemmen'. hiermee komt echter het bestaan van de IMF en de Wereldbank alsnog op de tocht te staan omdat dan zeer waarschijnlijk de VS zich onvoorwaardelijk als grootste geldschieter zal terugtrekken . Overigens beheersen 24 grote bedrijven 50% van de media in de gehele VS waardoor deze het 'one country one vote'-principe onmiddellijk publiekelijk zullen maken door dit als economische regressie te verkopen.

Helaas was de opkomst op 4 juni in Utrecht (en op 29 juni tijdens de A SEED info-avond in de Bunker in DenBosch - kleintje) nogal mager te noemen (40 in Utrecht, 10 in DenBosch) om de discussie hierover zo breed mogelijk te voeren. Nu moet ik toegeven ook niet de gehele dag aanwezig te zijn geweest voor de verschillende workshops en video's, vanwege voornamelijk tijdgebrek. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt omdat de commerciële media aan dit onderwerp weinig tot niets aandacht schenken. Dit zal hopelijk veranderen op de internationale actiedag op 14 juni aanstaande. Op deze dag werd 50 jaar geleden het IMF en de Wereldbank opgericht. Wil je meer informatie hierover schrijf of bel naar: A SEED; Daalseweg 30, 6521 GM, Nijmegen (080)602939. Tevens zijn er 4 kleine doch zeer informatieve brochures door A SEED geschreven die voor maar 1,50 gulden per stuk te bestellen zijn op bovengenoemd adres (Dossier 1: vijftig jaar IMF en Wereldbank, een inleiding; Dossier 2: De schuldencrisis, een voortdurend drama; Dossier 3: het IMF, de Wereldbank en het milieu; Dossier 4: Vrouwen en aanpassing.

Michiel (8 juni 1994).

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 275, 14 juli 1994