Echte boter op het hoofd!
Bijna tien jaar jaar geleden schreven we in Kleintje Muurkrant (nummer 149) een artikel over de toenmalige rampspoed rondom de exploitatie van sportcentrum Maaspoort. Kern van de zaak was dat Bossche stadsbestuurders zich in de vingers hadden gesneden middels onderhandelingen en afspraken met een aantal gisse ondernemers. De gemeente (gemeenschap) diende een zak geld leeg te schudden terwijl een aantal schrandere ondernemers er met de poet vandoor gingen. De gemeente DenBosch heeft ondertussen meer ervaring met spekulanten en 'projekt'ontwikkelaars zoals Jacques Stienstra (dit kostte de stad vele tientallen miljoenen guldens) en Diederik Lips. Over de relatie tussen deze laatste ondernemer en de gemeente DenBosch gaat het nu komende stukje.
De Vliert
Het begon allemaal al meer dan tien jaar geleden met allerlei vormen van luchtfietserij over sloop van het FC-DenBosch Stadion de Vliert. Initiatiefnemer Bouwbedrijf Pennings, samen met grote geldschieters als Ballast Nedam (had CDA-wethouder Bert Wijers daar niet iets mee te maken?), het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds en de Friesch Groningsche Hypotheekbank Vastgoed BV stonden klaar om voor vele miljoenen een hypermodern stadion te bouwen. In juni 1985 werd duidelijk dat de nieuwe voetbalarena er niet zou komen. De beleggers haakten af, weg vele tientallen duizenden guldens die reeds geïnvesteerd waren. Dan, enkele jaren later, beginnen er verhalen naar buiten te komen over grootschalige plannen om vlakbij het huidige stadion De Vliert een 'subtropisch zwemparadijs' neer te zetten. Volgens het Kleintje-archief stond het eerste grote overzichtsartikel over dit plan in Brabants Dagblad van 3 november 1989. Zwembad, ijsbaan en restaurant zouden zo'n slordige 30 miljoen gulden (de allereerste schattingen gingen uit van 18 miljoen gulden) moeten gaan kosten en de bouw zou ongeveer in 1991 kunnen beginnen. De plannen waren binnen het gemeentelijk apparaat ontstaan en de bedoeling was om het huidige zwembad Het Brabantbad en sporthal De Vinkenkamp te slopen en te vervangen door dit sport- & zwemparadijs. Bijkomend voordeel was en is dat op de plaats van het zwembad en de sporthal schitterend gelegen bouwgrond vrijkomt die de gemeente dan weer zeer duur kan verkopen aan rijkelui die met hun huis en tuin aan waterplas "De IJzeren Vrouw" willen wonen. Toendertijd rekende de gemeente ons voor dat de investering van 30 miljoen gulden rendabel zou zijn wanneer er zeshonderdduizend bezoekers per jaar naar dit 'paradijs' zouden komen. Eén jaar later (half 1990) blijken de kosten al opgelopen te zijn tot 39 miljoen gulden, zijn er negenhonderdduizend bezoekers per jaar noodzakelijk en "kan het komplex eind 1992 klaar zijn". In 1991 besluit de gemeenteraad van DenBosch dat het slimmer is dat de exploitatie van zo'n sportgebeuren door een 'professional' dient te gebeuren en gaat B&W van DenBosch op zoek naar een partner. Er wordt dan al rekening gehouden met een jaarlijks exploitatieverlies van 3,3 miljoen gulden per jaar. Wethouder Bert Wijers kreeg half 1991 op zijn mieter omdat hij de gemeenteraad informatie had onthouden over een aantal bouwplannen van de bouwbedrijven Hoedemakers en Pennings uit Rosmalen en Hazenberg uit Vught. Eind 1991 wordt duidelijk dat de nieuwbouwplannen van sportcentrum De Vliert samengaan met enorm grootschalige verandering in dit gebied, ingeklemd tussen Rosmalen (toen nog onafhankelijk van DenBosch) en DenBosch. Er komt daar een nieuwe weg, er is 50.000 vierkante meter kantoorruimte gepland en een hele zwik woningen. Duidelijk is dat het geplande sportparadijs de eerste aanzet is van grootschalige veranderingen binnen dit gebied, zonder dat voor de buitenwereld (wij dus) duidelijk is wat er allemaal precies staat te gebeuren. Dit betekent dat toekomstige inspraak (uiteraard) een wassen neus is. Nu al hebben bezorgde buurtbewoners duidelijk gemaakt dat de verkeersoverlast verschrikkelijk zal zijn en je hoort het 'onze bestuurders' al zeggen: "nee, we kunnen niet meer terugkomen op de aanleg van deze weg aangezien dit noodzakelijk is voor de verkeersafwikkeling van het sportparadijs" of "als we nu geen kantoren neerzetten lopen we het risico van schadeclaims aangezien we al toezeggingen hebben gedaan", enzovoorts... Ondertussen, begin januari 1993, worden de eerste konkrete plannen gepresenteerd.
nepsneeuw en druipsteengrotten
De maquette van het 'sport- en vrijetijdscentrum' de Vliert, gemaakt door het Engelse bureau Faulkner/Browns maakt duidelijk dat de fantasie geen grenzen meer kent en de bouwkosten zijn ondertussen gestegen tot 45 miljoen gulden. Alleen de video-presentatie van dit Engelse bureau in het Bossche Casino op 30 augustus 1993 kostte de gemeente al 40.000 gulden! De coördinatie van het projekt ligt bij HEVO Projekt Bouwmanagement BV, die tevens de nieuwbouw bij het Brabantse Provinciehuis, het Bossche Stadskantoor en het MBO-college organiseren (zie achterpagina Kleintje 269). Ondertussen zijn er naast zwembad en sporthal ook een ijsbaan (discoschaatsen en kunstmatige sneeuw!) en een aantal squashbanen en massage-salons ingepland. Het kan allemaal niet meer op! We zitten nu al op 60 miljoen gulden. Eind 1993 blijkt tevens dat de gemeente gesprekken voert met Libéma Vrijetijdsparken BV (dit staat voor Lips Beleggings Maatschappij) waarvan de in het begin van dit artikel genoemde Drs. D.T.C.M. (Diederik) Lips direkteur is. Libéma is erbij gehaald vanwege de ervaringen die ze hebben opgedaan met het Autotron te Rosmalen, de Brabanthallen in DenBosch, bungalowpark Vinkeloord en safaripark de Beekse Bergen bij Tilburg dat zij exploiteren. En hier draait alles natuurlijk om. Waarom is de gemeente DenBosch eigenlijk bezig met dit soort projekten? Is het een taak van de gemeente om een sport'paradijs' aan te leggen? Ja, een zwembad en/of sporthal, oké... Maar nepsneeuw, squashbanen, discoschaatsen (omhoog en omlaag schaatsen!), wildwaterzwemmen, druipsteengrotten & aerobicfitness? In de woorden van Diederik Lips: "met grote banden (Tire Rides) reis je tientallen meters en daarbij passeer je een aantal draaikolken. Dat alles in een omgeving van grotten en een vulkaanberg erbij. Je kunt ook uitrusten op waterterrassen." Nee! De financiële risico's van dit soort vermaak dienen niet door ons maar door grutters en ondernemers gedragen te worden, toch? We hebben ons er in het Kleintje al eens druk over gemaakt, lees nummer 266 nog maar eens door. Maar het is allemaal nog veel erger geworden: inmiddels zijn de investeringskosten opgelopen tot 67,7 miljoen en zijn er minstens één miljoen bezoekers per jaar nodig. Eén miljoen!? Stel even dat dat paradijs het hele jaar open is: dan moeten er per dag 2740 betalende bezoekers komen. Stel het is 13 uur per dag open, bijvoorbeeld van 9 uur 's ochtends tot tien uur 's avonds, dan moeten er per uur 211 nieuwe gasten binnen komen! Dat is per minuut ruim 3,5 bezoeker! Dat is aanpezen voor de kaartjesverkoop... hup, weer een paar banenpoolers aan de slag. Gevaarlijk drijfzand zou je dus zeggen. Een miljoen bezoekers per jaar MOETEN er komen anders gaat er nog meer geld in dan die 3,5 miljoen gulden jaarlijkse exploitatieverliezen die de gemeente DenBosch al sowieso op zich heeft genomen. En stel nu eens even dat die er het eerste jaar komen, vanwege de nieuwigheid van een rondje discoschaatsen of bubbelbadliggen, dan kun je toch op al je vingers natellen dat dat snel ophoudt. Natuurlijk, de sportverenigingen, scholen en reguliere sporters blijf je houden, maar aangezien het een soort pretpark wordt zal het in de lijn der verwachting liggen dat exploitant Libéma er alles aan zal doen om het geheel flink uit te baten. De risico's voor de ondernemer zijn klein, Libéma investeert 'slechts' 10 miljoen gulden terwijl de Bossche gemeenschap ruim 50 miljoen gulden inbrengt, en de winstmogelijkheden voor Diederik Lips & Co zijn groot aangezien de interessante zaken zoals het uitbaten van de horeca (waar gesport wordt, wordt gezopen!) bij hem zitten. De eventuele exploitatieverliezen liggen bij de gemeenschap. Dit is toch ongelooflijk!?
HEVO en Libéma
Je had ze moeten zien zitten op de publieke tribune tijdens de extra gemeenteraadsvergadering op Donderdag 22 december 1994 in het Provinciehuis. Terwijl enkele raadsleden nog pogingen deden het onheil af te wenden (Knillis, SP, GroenLinks en Bosch Belang) zat er een hele batterij driedelige pakken van Libéma en HEVO gezellig te keuvelen, wetende dat de eerste grote financiële hobbel genomen was. De regerende partijen (VVD, CDA, D66 en PvdA) kregen notabene alleen steun van de Bossche CentrumDemokraten in hun voorstel de samenwerkingsovereenkomst tussen Libéma en de gemeente DenBosch goed te keuren, maar behaalden de meerderheid. Wethouder Sportzaken, VVD'er Guus Paanakker (zelf erg bekend in ondernemersland vanwege zijn voormalige jobs bij bedrijven zoals Delta Lloyd, Investobel & Heymans) is erg tevreden en heeft verklaard dat de kosten van het sportparadijs niet hoger zullen worden dan de nu geraamde 67,7 miljoen gulden. Dit naar aanleiding van de aanhoudende financiële rampen rondom dit soort mega-projekten. Nog maar pas geleden zijn er twee wethouders in Deventer opgestapt vanwege gigantische financiële tegenvallers bij de exploitatie van sportparadijs De Scheg. Die Paanakker durft nogal wat te zeggen! De pragmatische politiek van D66 in DenBosch wordt ook prachtig duidelijk. In de tijd dat Peter Claessen nog gemeenteraadslid was sprak hij zijn wantrouwen nog uit over zaken'partner' Libéma. Dat ging toen over de deelname van Lips in de exploitatie van de Brabanthallen. Peter Claessen verzette zich hier toen tegen, maar ja, toen zat hij in de oppositie en nu zit hij zelf achter de plaatselijke regeringstafel. De vergelijking tussen de exploitatie van de Brabanthallen en de Vliert gaat goed op. Ook toen investeerde Libéma maar weinig geld in vergelijking met de vele miljoenen die de gemeente er in moest pompen (zie Kleintje nummer 230, in dat artikel wezen we overigens ook op de vriendschappelijke relatie tussen burgemeester Burgers en Diederik Lips. Zij zaten samen in het Jan de Quayfonds, een CDA-club).
financiële drama's
De gemeente DenBosch gaat samen met Libéma een gezamenlijke organisatie opzetten onder de naam Verhuurmaatschappij De Vliert NV. In het Brabants Dagblad van 22 december 1994 stond een intelligente ingezonden brief van J. Huige uit DenBosch waaruit blijkt dat Libéma de komende twintig jaar in feite het centrum gratis huurt, citaat uit die ingezonden brief: "Deze verhuurconstructie kan inderdaad als een 'unieke samenwerking' bestempeld worden. Uniek omdat in echte zakelijke verhoudingen een dergelijke bruidsschat nooit wordt betaald. Daarnaast zal de gemeente jaarlijks aan Libéma 3,5 miljoen gulden betalen als bijdrage in het berekende exploitatietekort. Voor het gebruik door sportverenigingen en scholen van het centrum betaalt de gemeente daarenboven jaarlijks bijna 1,8 miljoen gulden aan Libéma. Deze sigaar uit eigen doos valt wel erg duur uit. Indien het 'huwelijk' tussen de gemeente en Libéma wordt ontbonden kan Libéma met een zeer gunstige uitkoopregeling uit de Verhuurmaatschappij stappen. De conclusie van het geheel is dat Libéma door de gekozen constructie bijna geen risico loopt met betrekking tot de bouwkosten noch de exploitatie. Dat komt bijna geheel bij de gemeente te liggen". In datzelfde nummer van het Brabants Dagblad stond een kritiekloos redactioneel artikel waaruit blijkt dat de krant het allemaal wel best vindt. En dus zijn wij in dit Kleintje weer genoodzaakt dit waarschuwende artikel te schrijven, wetende dat het allemaal weinig uithaalt, maar in de pijnlijke zekerheid dat over een aantal jaren zal blijken dat de financiële molensteen om de nek van de Bossche gemeenschap ons onder water zal trekken. Maarja, dan zitten er weer andere Bossche politici op het pluche...
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 281, 13 januari 1995