Skip to main content
  • Archivaris
  • 294

perweeën/ boekenrubriek/294

Met deze woorden kan de Nederlandse justitie doen en laten wat 't wil. De zogenoemde RARA-affaire maakt dit pijnlijk duidelijk. RARA is een alibi om verdachten alle rechten te ontnemen, schrijft freelance journalist Hans Krikke in zijn zojuist verschenen 'Dagboek van een RARA-terrorist'. Achter deze provocerende titel schuilt een felle aanklacht tegen het opsporingsapparaat dat al tien jaar bezig is om een flink aantal aanslagen en brandstichtingen op te lossen die door RARA tussen 1987 en 1993 zijn gepleegd. Hans Krikke raakt rechtstreeks bij deze kwestie betrokken wanneer hij op 28 september 1994, om vijf uur 's morgens, een stel politiemensen in zijn huis over de vloer krijgt. Dozen vol manuscripten en persoonlijke papieren en bezittingen worden in beslag genomen. Vanaf dat moment zal Hans landelijke bekendheid krijgen als RARA-verdachte. Wat er dan allemaal met je kan gebeuren beschrijft hij in zijn 'dagboek van een RARA-terrorist'. Het boek is een emotionele aanklacht tegen de enorme rechteloosheid waarin je terecht komt wanneer de staat het op je gemunt heeft. Ze halen je hele leven overhoop zonder dat iemand hier iets aan schijnt te kunnen, en willen doen. Met gebruik van het gevaarlijk vage 'rechts'artikel 140 worden mensen soms jarenlang dag en nacht gecontroleerd. Uit de dikke pakken papier die justitie en politie hebben geproduceerd blijkt overduidelijk dat de zogeheten 'pro-actieve opsporingsfase' Orwelliaanse geheimedienst trekken heeft. Hier bij het Kleintje kunnen we daarover meepraten. Ten tijde van RARA-aanslagen waren een aantal van ons nauw betrokken bij het maandblad Konfrontatie. Dit blad is door de toenmalige BVD-chef Docters van Leeuwen publiekelijk tot spreekbuis van RARA gebombardeerd. Alleen vanwege het feit dat Rara-verklaringen werden afgedrukt, opdat een ieder kennis kon nemen van Rara's argumenten! Politie en Justitie hebben hier echter een duidelijk belang bij. Zij zijn continue bezig een wig te drijven tussen 'gematigden' en 'radikalen'. Aangezien RARA zich oorspronkelijk richtte op de Nederlandse betrokkenheid bij de Zuidafrikaanse apartheidspolitiek (lees hier trouwens de complot-theoriën uit de Groene Amsterdammer van 24 januari 1996 nog maar eens op na) leverde elke aktie wel weer wat ruzie en onzekerheid bij anti-apartheidsaktivisten op. Nadat RARA het Nederlandse vluchtelingen en illegalen 'beleid' op de korrel nam verschoven de interne diskussies zich naar vluchtelingen organisaties en illegalen-helpers. Politie en justitie hebben er groot belang bij wanneer hechte hulp-strukturen uiteen vallen. Hechte strukturen zijn ook moeilijk door 'mollen' en agenten te infiltreren. Na elke RARA-aktiviteit nam iedere keer opnieuw de hoeveelheid 'benaderingen' van aktivisten door agenten van de Binnenlandse Veiligheids Dienst toe. Diegenen die betaald werden om de RARA-aktivisten uit te schakelen waren natuurlijk super gefrustreerd dat ze geen resultaten boekten. Het besluit om bij het journalistenkollektief Opstand, de plek waar Hans Krikke samen met zijn collega Jan Müter werkte, binnen te vallen zal dan ook veel te maken hebben gehad met de enorme 'buit' die daar te halen was. Opstand was al jaren bezig zeer kritische reportages en dokumentaires te maken over het Nederlandse justitiële beleid ten aanzien van vluchtelingen en illegalen. Zij draaiden aktief mee in een solidariteitsnetwerk, bedoeld om nog enige menselijkheid te verschaffen aan de vele slachtoffers van het rigide en egoïstische deportatie-beleid van de Nederlandse regering. Dat netwerk heeft natuurlijk zware schade opgelopen door de politie-inval bij Opstand. Vele ordners en vergaderverslagen zijn door de hermandad doorgelezen en gekopieerd. Dat de inval Opstand rechtstreeks in relatie met Rara heeft gebracht was uiteraard opzet, daar kom je namelijk niet meer zomaar vanaf. Wanneer je enigszins wilt snappen wat zo'n staatsoperatie tegen je voor effekt heeft dan moet je zeker het boek van Hans Krikke lezen.

Maak 30 gulden over op giro 5349231 tnv Kleintje Muurkrant ovv 'Krikke dagboek' en je krijgt het boek toegestuurd. Vraag in iedere boekwinkel waar je komt om dit door Uitgeverij papieren Tijger (Breda) uitgegeven boek...

Ongelooflijk hoe het boek 'Zwarte Horizonten' over radikaal rechts in Europa van Jos Vander Velpen in de Nederlandse media wordt behandeld. Het is simpelweg kapot geschreven en/of genegeerd. Het NRC vond het blijkbaar noodzakelijk om het boek 'Zwarte Horizonten' twee maanden na verschijning af te doen met "...hijgerig en slordig proza. Storend zijn ook de eindeloze dwarsverbanden die de auteur legt tussen leger, kapitaal, politieke elite en extreem-rechts". Die zin schrijft recensent Coen van Zwol op aan het einde van een uitgebreid lovende bespreking van Jaap van Donselaar's boek 'De Staat Paraat?', een studie notabene in opdracht van het Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken (de BVD?) over de rol van de staat jegens extreem-rechts. Wat is er toch aan de hand met die journalisten? Eerst een hoop gezeik met het Brabants Dagblad over die lezing van Jos Vander Velpen in DenBosch (zie achterpagina Kleintje 291) en vervolgens zwijgt die Brabantse monopolie-krant over het boek en dan verschijnen er maanden later lullige stukken in een aantal andere bladen... In het februari nummer van de Amnesty International uitgave 'Wordt Vervolgd' bijvoorbeeld, staat over Zwarte Horizonten het volgende opgeschreven: "In hijgerig proza wordt gewezen op een complottheorie waarbij extreem-rechts samenwerkt met leger, kapitaal en politiek". Het is overduidelijk, de betreffende 'journalist' (Bas Senstius) heeft het boek niet gelezen, het NRC klaarblijkelijk wel... Ach, laten we hierover maar ophouden, en gewoon doorgaan met dat te doen waarvan we overtuigd zijn dat het noodzakelijk is om nog wat tegenwicht te bieden aan die alom tegenwoordige debilisering...Uit het Jaarboek voor Ambulante Wetenschappen (ARCADE) 1995: "De sociale vernieuwing als sociaal-democratisch antwoord op het deregulerings-offensief. Enige jaren geleden zou de verplichte arbeidsinzet voor langdurig werklozen ondenkbaar zijn geweest, nu is de politionele component opmerkelijk die de postmoderne werkverschaffings-projekten kenmerkt. Binnen de Bermuda-driehoek van de democratie, die Politiek, Politie en Paperassie met elkaar gevormd hebben, is het woord 'surveillance' uitgesproken. Vroeger dienden werklozen gecontroleerd te worden, tegenwoordig beijvert men zich om werklozen om te vormen tot controleurs. Bij het tijdvak van het industriële socialisme hoorde de werklozenpolitiek van het gedwongen grondwerk. Werklozen moesten, om hun schamele uitkering te verwerven, de wil tot werken tonen, door letterlijk de hand aan de spade te slaan. Inzet bij ontginning van woeste grond, graven van kanalen en de doorvoering van cultuurtechnische werken passioneerde de sociale vernieuwers van toen. In de vermaledijde Rijkswerkinrichting te Frederiksoord met haar vestiging voor paupers op de heidevelden, de Dienst Uitvoerende Werken (De DUW) met de hel van Jipsinghuizen en het Bosplan waar boekhouders en procuratiehouders de kruiwagens deden rollen, werd aan concrete oplossingen van het sociale vraagstuk gewerkt. Op de keeper beschouwd heeft het egaliseren van geaccidenteerd terrein alleen tijdelijk politieke vruchten afgeworpen. De morrende werklozen die potentieel een bron van onrust vormden, werden lichamelijk uitgeput, moreel gekrenkt en mentaal gebroken. En niet in de laatste plaats: politiek ongevaarlijk gemaakt. Nu zien we de patrouilles van verklede langdurig werklozen in steeds meer (volks)wijken verschijnen; zich met hun landerige tred op hun individuele arbeidstrajekt begeven. Net als eertijds bij het egaliseren van geaccidenteerd terrein is de gesimuleerde arbeid van de stadswacht, buurtconciërge, tramconducteur ook vooral geconcipieerd om de werkwillige in een publieke rol te dringen. Arbeidssimulatie en volksverlakkerij vormde toen en nu het politieke antwoord op het bestaan van een grote massa economisch overbodigen: de werklozen van straat halen door ze de straat op te sturen: daar komt sociale vernieuwing op neer." Wanneer je meer van deze prachtige zinnen wilt tegenkomen dan raden we je aan om een briefje te schrijven naar uitgeverij Ravijn, Postbus 76116, 1070 EC te Amsterdam. Vraag naar Arcade Jaarboek 1995 (deel 5). Pagina na pagina quasi-filosofische woorden in semi-intellektueel verband. De vorm waarin HET gebeurt, belangrijker dan wat HET dan wel niet is. Een vlucht naar voren van de stichting ter bevordering van de illegale wetenschap (bilwet). De beweging is de herinnering van de gebeurtenis, we moeten roeien met de media die we hebben...Schrijf een geschiedenisboek en je hebt dikke kans dat zo'n boek lange tijd 'standaard-werk' zal zijn. Zo werd Gladio, die ultra-stiekeme koude oorlog-organisatie, al eens beschre-ven door Cees Wiebes en Bob de Graaf en daarna daalde een diepe (journalistieke) rust over de Nederland-se Inlichtingen Dienst Buitenland (IDB), wat de Nederlandse staat goed uit-kwam. Een paar weken gele-den kwam een boek uit over de Binnen-land-se Veiligheids Dienst over de periode 1945-1970, waarop Dick Engelen promoveerde en de BVD-archief-versnip-pe-raars kunnen (weer) aangezet worden. Wim van Noort werd doktor in de sociologie aan de hand van het in 1988 versche-nen boek "Bevlo-gen Bewegin-gen; een vergelijking van de anti-kern-energie-, kraak- en milieubeweging", ook al een standaard-werk en zojuist kwam er opnieuw een vergelijkbare stu-die uit, met opnieuw een doktorstitel voor auteur Frank Buijs, onder de titel "Overtuiging en geweld: vreedzame en gewelddadige acties tegen de apartheid". Zijn boek gaat over de roerige jaren tachtig, de vele aktiegroepen en aktivi-teiten met be-trekking tot de apart-heidspolitiek van de Zuid-Afrikaanse machthebbers. Op-nieuw een wetenschapper die de zaakjes op een rijtje zet en zelf een trede stijgt op de maatschappelijke ladder. Je vraagt je bij het lezen van zo'n boek af of de auteur zelf eigenlijk ook Shell-slangen heeft staan doorsnijden of dat hij behoorde tot de grote meute moreel verontwaardigden, die het misschien nog opbrachten om een Shell-benzine-station voorbij te rijden in hun renaultjevier, maar verder druk bezig waren te voldoen aan weer een leeropdracht, skriptie of een andere gewichtige paper. Voor al diegenen die de jaren tachtig aktief hebben doorgebracht is het onder-werp van dit boek zeer zeker de moeite van het doornemen waard. Helaas is het een 'weten-schappelijke' studie en dat schijnt te betekenen dat zulk een boek moet voldoen aan allerlei weten-schappelijke normen. Dit maakt zo'n studie onmiddellijk een stuk onleesbaarder, want afstandelij-ker. Opvallend is verder het hoge 'Amster-dam'gehalte. Zoals wel vaker lijkt het net alsof alleen in die grote stad mensen zich aktief verzetten tegen misstanden in deze samenleving. Zo zul je in dit boek weinig akties tegenkomen die gevoerd zijn buiten Amster-dam. En het is nu juist zo interessant uit die periode dat in heel Nederland, in zeer vele steden en dorpen, mensen zich organiseerden en anti-apartheidsakties voerden. De auteur noemt zichzelf "specialist op het ter-rein van onderzoek naar links en rechts politiek geweld" en werkt als wetenschappelijk onderzoeker bij het Leids Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek (LISWO) dat onder de Rijks-universiteit Leiden valt. Uit een oud artikel in de Haagse Post (18 mei 1985) blijkt dat Frank Buijs "eind zestig, begin jaren zeventig" aktief was in de Amsterdamse studentenbeweging en van 1973 tot 1982 lid van de KEN, de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland. Het LISWO doet "onderzoek naar de betekenis en achtergronden van het gebruik van geweld". Blijk-baar hebben ze daar een nogal selektieve, voornamelijk op Amsterdam gerichte knipseldienst waar wetenschappers uit putten. Je vraagt je af wat weten-schappers feitelijk met al die kennis doen? Adviseren zij overheidsdiensten met betrekking tot antwoorden geven op de diverse vormen van verzet vanuit de samenleving? Ja dus, vele wetenschappelijke onderzoekers analyseren de maatschappij teneinde handige beleidsadviezen aan de overheid te verlenen. De 'markt'gerichtheid van het wetenschappelijke onderwijs wordt zo wel heel duidelijk. Tijdens het lezen van het boek 'Overtuiging en geweld' moest ik hier toch wel vaak aan den-ken. Wat is de bedoeling van deze studie? Is dit nu het stan-daardwerk over het aktivisme van de jaren tachtig? Ik hoop het niet maar ik ben bang van wel, net zoals het geval is met de boeken die in de inleiding van dit stuk worden genoemd. Het wachten is nu op een promotieonder-zoek naar de rol van dit soort promotieon-derzoek bij de beleidsontwikkelingen van de Nederlandse staat. Zo kun je de 'repressieve tolerantie' in Nederland ten opzichte van de kraakbeweging, dat wil zeggen de bereidheid van de overheid tot onderhandelen en verbouwen waardoor krakers de handen vol kregen met bouw-teambesprekingen, onderhandelingen met geldschieters en ge-meenteambtenaren, best verklaren uit een aantal 'wetenschappelijke' studies naar de toenmalige aktiviteit van de kraakbeweging waarin veelal 'sociale wetenschap-pers', en vaak ex-krakersters!, wezen op het ontstaan van steeds meer 'vrijstaatjes' in heel het land. De grootste les uit al dit soort boeken is toch wel dat direkte aktie het meeste resultaat heeft (gehad). De anti-shell-akties uit de tachtiger jaren, en de resultaten die dit opgeleverd heeft vooral met betrekking tot groeiende verontwaardiging jegens de apartheidspolitiek en de steun daaraan van Westerse ondernemingen, zijn tot op de dag van vandaag aktueel. Greenpeace maakt nog dagelijks duidelijk dat er te skoren is op die morele verontwaardiging. Shell laat ons nog elke dag zien dat gruwelijk egoïsme en bot winst maken nog steeds hand in hand gaan met een mens- en milieuvernietigende werkelijkheid. De vraag blijft echter nog steeds: wat te doen? Het antwoord blijft 'direkte aktie'... kijk maar naar de gebeurtenissen in Frankrijk gedurende de laatste weken.

(geschreven naar aanleiding van het lezen van het boek "Overtuiging en geweld; vreedzame en geweldda-dige acties tegen de apartheid" van Frank Buijs, Uitgegeven bij Baby-lon-de Geus, Amsterdam)

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 294, februari 1996