Divine Wisdom, een reactie
Al meer dan een jaar verschijnen er artikelen met betrekking tot de antroposofie & aanverwante zaken in Kleintje Muurkrant. In het vorige nummer werd een uitstapje gemaakt naar de Theosofie, onder andere naar aanleiding van het verschijnen van een kritisch boek, geschreven door Herman de Tollenaere. Dit was weer aanleiding voor een openbaar debat in DenHaag op vrijdag 6 december jongstleden. Hiervan is een verslag verschenen in het dagblad Trouw van 11 december en we zullen er in een volgend Kleintje nog op terugkomen. Hieronder een bijdrage in dit fascinerende Theosofie-debat (we hopen dat René Zwaap zich ook in het debat gaat storten...)
In Kleintje Muurkrant van november 1996 vindt men een 'bijlage theosofie' met daarin een artikel met de titel Divine Wisdom van de hand van Hans de Bruin. Het artikel heeft als uitgangspunt de belangrijke studie (proefschrift) van Herman de Tollenaere: The Politics of Divine Wisdom, met de ondertitel: Theosophy and labour, national, and women's movements in Indonesia and South Asia, 1875-1947. Herman heeft in zijn studie de invloed onderzocht die vooraanstaande leden van de Theosofische Vereniging zouden hebben gehad op de politiek die werd gevoerd in de wingewesten Brits Indië (nu India, Pakistan, Bangla Desdh en Sri Lanka) en Nederlands Indië (nu Indonesië). Hans trekt in zijn artikel de lijn door naar de linkse groepen anno nu, die zich wel bezig houden met de 'economische wanorde', maar niet met allerlei occulte stromingen, die volgens hem, maatschappelijk gezien, een even groot probleem vormen. De Tollenaere's studie bewijst dit, zo blijkt uit de redenering van Hans. Vervolgens gaat hij uitgebreid in op de geschiedenis en wat hij ziet als de beweringen van de theosofen. In de briefwisseling tussen Hans de Bruin en Henk Spierenburg is uitdrukkelijk gesteld dat het artikel van Hans geen bespreking is van het boek van Herman de Tollenaere. Daarom schrijft Henk Spierenburg hieronder alleen een reactie op het artikel van Hans de Bruin.
de theosofische beweging
Het zal de lezers van het artikel van Hans opgevallen zijn dat hij de 'verzameling' van theosofen aanduidt met resp. Society, Vereniging en Genootschap. We vinden dit al in een artikel over de 'Blauwe Aanslag' in de NRC van 24 augustus 1996, waarin Hans vertelt hoe hij een opdracht voor de drukkerij, afkomstig van de Theosofische Vereniging weigert. Achteraf blijkt dit echter een opdracht van de Geünieerde Loge van Theosofen te zijn geweest. Een begrijpelijke vergissing, die hier niet gemaakt mag worden.
De Theosophical Society werd opgericht in New York in 1875, door H.P. Blavatsky (HPB), H.S. Olcott, W.Q. Judge en dertien anderen. In de periode van 1875 tot aan haar dood in 1891, schreef HPB 10.000 pagina's, vervat in boeken, tijdschriftartikelen en brieven.Na 1891 splitste de Theosophical Society zich in een aantal delen. In Nederland is er de Theosofische Vereniging (TV) met het hoofdkwartier in Adyar (Madras, India). Voorts zijn er drie organisaties die zichzelf Theosofisch Genootschap (TG) noemen. Om zich van elkaar te onderscheiden zijn er toevoegingen. Er is een TG met een hoofdkwartier in Pasadena (Californië). Het TG Point Loma/Covina heeft een hoofdkwartier in Den Haag. Het derde TG heeft geen hoofdkwartier, maar een postadres in Capelle a/d IJssel. Voort is er nog de Geünieerde Loge van Theosofen met een postadres in Voorburg. Enige kleinere organisaties zijn: de School voor Esoterische Wijsbegeerte; Via Theosofia (Bilthoven); Post Nubila Lux (Breda); Blavatsky Instituut (Arnhem).
Hans schrijft dat de Vereniging "nog slechts 26.000 leden heeft," en verwijst naar mij. Ik heb echter gezegd dat de Theosofische Vereniging 20.000 leden heeft (de meesten in India en Amerika) en alle andere organisaties samen 6.000 leden.
Onder het opschrift 'het heden' haalt Hans in de eerste alinea de diverse theosofische organisaties zo door elkaar, dat een zinnig commentaar niet mogelijk is. Aan de ene kant zegt hij op de eerste pagina in de eerste kolom, dat de Theosofische Vereniging in de jaren '20 en '30 ruim 100.000 leden had en onder het genoemde opschrift had het Genootschap rond 1900 ruim 100.000 leden. Daar kan ik geen chocolade van maken. 'Witte Lotusdag' wordt op 8 mei door alle theosofen gevierd. Zoals Hans het neerzet lijkt het voorlezen van een stukje uit de Bhagavad Gita wel een terroristische daad. De boekhandel in Den Haag is onafhankelijk, dus niet van een Genootschap of enige andere organisatie, etc., etc.
de Tibetaanse Meesters
Hans schrijft: "De Society moest overal ter wereld de heilsboodschap van Blavatsky... gaan verkondigen, die haar ingefluisterd zou zijn door de 'Tibetaanse Meesters'."
De Tibetaanse Meesters, zoals ze inderdaad vaak worden genoemd, zijn in de eerste plaats gewone mensen en zeker geen halfgoden, zoals ze worden beschouwd door zowel onwetende theosofen als niet-theosofen. Om dit aan te tonen nu een klein stukje vertaling uit een brief van Blavatsky aan Franz Hartmann (1838-1912), geschreven op 3 april 1886 en gepubliceerd in het tijdschrift The Path, New York 1896, blz. 368-373:
"Er is aan de andere kant van de Himalayas [in Tibet] een centrum van adepten van diverse nationaliteiten; de Teshu Lama [of Panchen Lama] kent ze allen. Sommigen van hen leven in zijn omgeving, maar zijn als zodanig niet bekend aan de andere lamas, die vaak onwetende idioten zijn. Mijn [eigen] meester [Moria] en K[oot] H[oomi] wonen daar ook samen met een aantal anderen die ik persoonlijk ken. Zij komen en gaan en staan in verbinding met adepten in Egypte en Syrië, alsmede in Europa..."
"Reeds in New York werden zowel Olcott als Judge gek van dit onderwerp, zij het dat ze het tenminste toen nog geheim hielden. Toen we [Olcott en Blavatsky] naar India gingen, werden hun namen nergens in Londen of elders genoemd... Toen wij arriveerden, kwam mijn meester [Moria] in persoon naar Bombay, later ook naar Girgaum, en werd daar ook door anderen gezien. Olcott werd stapelgek. He was als de ezel van Balaam [zie Numeri 22.22-31] die de engel zag! Daarna kwamen [volgen een aantal namen] die hen 'Mahatma's' [grote zielen] gingen noemen, en, beetje bij beetje werden de adepten omgevormd tot Goden op aarde... [etc]."
Eén van de boeken van Blavatsky, De Stem van de Stilte, is na haar dood voorzien van zowel een aantekening van de 9de Panchen Lama, als van een voorwoord door de huidige, 14de Dalai Lama en Nobelprijs-winnaar.
H.P. Blavatsky
Helena Petrovna Blavatsky werd geboren op 31 juli 1831 volgens de Juliaanse kalender, toen gebruikelijk in Rusland. Omgerekend in de huidige kalender is dat 11 of 12 augustus. Haar geboorteplaats was Ekaterinoslav, toen gelegen in het Keizerlijke Rusland, nu in de republiek Oekraïne. Haar vader was op het moment van haar geboorte kapitein van de artillerie, Peter Alexeyevich von Hahn, lid van de oorspronkelijk Mecklenburgse familie, de graven Hahn von Rottenstern-Hahn. Haar moeder was Helena Andreyevna Fadeyev, een beroemde Russische schrijfster met een grote literaire productie. Helena Petrovna groeide op in het gezin van haar grootvader van moeders zijde, die meerdere malen goeverneur was van grote delen van Rusland, zodat zij kennis maakte met vele culturen en religies, o.a. met Kalmoekse lama's, waarvan de godsdienst zeer verwant is met het Tibetaanse Boeddhisme. In 1849 huwde zij met Generaal Nikifor Vassilyevich Blavatsky, geboren in 1809, die zij vrijwel gelijk weer verliet. De naam Blavatsky bleef zij verder haar gehele leven dragen. Voor wat betreft Blavatsky's belevenissen tussen 1849 en 1871, daar is heel wat over geschreven. Wat daar ook van waar is, de biografieën die gunstig spreken over die periode zijn slecht, de biografieën die daar ongunstig over spreken zijn evenzeer slecht. Een complete biografie, waarin alles wordt vermeld wat bekend is met onpartijdige bronvermelding, bestaat jammer genoeg niet. Haar bohemien-achtige levenswijze past niet in het beeld dat de theosofen van haar hebben, terwijl de 'vijandige' biografieën vaak geruchten zonder bronvermelding geven. Hoe dit ook zij, na het jaar 1874 tot aan haar dood in 1891 is haar leven vrijwel geheel gedocumenteerd.
Blavatsky schreef van 1874-1891 10.000 dichtbedrukte pagina's, bestaande uit boeken, tijdschriftartikelen, verhandelingen en brieven.
Haar boeken zijn: Isis Unveiled, New York 1877, 2 delen, 1250 pagina's; The Secret Doctrine, Londen-New York-Madras 1888, 2 delen, 1470 pagina's; The Key to Theosophy, Londen-New York 1889, 370 pagina's; The Voice of the Silence, Londen-New York 1889 en Madras 1889, 110 pagina's; The Theosophical Glossary, Londen-New York-Madras 1892 (post mortem), 390 pagina's.
Haar tijdschriftartikelen en verhandelingen zijn gebundeld in 14 delen Collected Writings; de brieven vindt men in diverse bronnen, echter wordt er gewerkt aan een chronologische uitgave in drie delen; de tijdschriftartikelen die zij schreef in het Russisch zijn gebundeld in twee delen. Schrijver deze heeft twee jaar geleden de hand weten te leggen op de notulen van haar Innerlijke Groep en heeft die uitgegeven (San Diego 1995).
Het zal een ieder duidelijk zijn dat het niet mogelijk is om al bladerend in de genoemde 10.000 pagina's, te kunnen zeggen wat nu precies door haar werd gezegd over allerlei zaken. Wie een (kritisch) artikel over Blavatsky's werk wil schrijven, doet dat meestal aan de hand van summaries gemaakt door anderen, en daar gaat het mis. Een voorbeeld hiervan is René Zwaap, redacteur van de Groene Amsterdammer, die in een artikel over Rudolf Steiner van 28 februari 1996 een groot deel van de tekst besteedt aan Blavatsky met de gebruikelijke onzin die we al tientallen jaren over ons heen krijgen. Het spijt mij te moeten constateren dat Hans de Bruin in zijn artikel Divine Wisdom, in deze zelfde krant waarin u nu zit te lezen, daar ook ingetrapt is. Zijn artikel steunt namelijk voor een groot deel op wat Swaap elders heeft overgeschreven. Met Swaap's review in de Groene Amsterdammer van de Tollenaere's boek doet hij dat weer. Hans' opmerking over de Tibetaanse Meesters is vrijwel letterlijk daaruit overgenomen.
Een paar uitspraken van Hans: "...Blavatsky..., die door vele theosofen overigens werd beschouwd als een man in een vrouwenlichaam." "Plato, Socrates, Krishna, Lao-Tze, Gautama de Boeddha, Jezus en Mohammed, ...Blavatsky plaatste zichzelf zonder veel gêne ook in dit 'illustere' gezelschap." "Om de verhalen nog meer kracht bij te zetten stelde ze [Blavatsky] dat ze zelf de reïncarnatie was van Boeddha ('ik twijfel er niet aan dat ik een Boeddha ben, dat kleine bronzen beeldje ben ik, zoals ik duizend of tienduizend jaar geleden was' en 'als je je door mij laat leiden dan zul je het licht van de waarheid en de kracht bereiken')" Wil Hans aangeven waar hij deze afgrijselijke onzin vandaan heeft?
wat is theosofie?
Theosofie is niet, zoals we kunnen lezen, ontsproten aan het brein van Blavatsky, maar een stelsel van esoterische verklaringen van de bestaande sacrale literatuur. Het woord esoterisch komt uit het Grieks en betekent 'naar binnen gericht', dit in tegenstelling tot exoterisch, wat dus 'naar buiten gericht' betekent. In de geschiedenis van de mensheid zijn vele zaken bewaard gebleven, bijvoorbeeld het verloop van het evolutieproces. Door de vele eeuwen heen is er altijd een groep geweest die deze (esoterische) interpretatie door heeft gegeven. Tot de lichten van die groep behoren inderdaad figuren als Plato en Pythagoras. Wie wil weten of de op schrift gestelde verklaringen steeds dezelfde zijn, zal moeten gaan studeren. Men zou bijvoorbeeld kunnen beginnen met één van de geschriften van Plato: de Timaeus. Hiervan bestaan tegen de tien vertalingen, alleen al in het Nederlands. De lezer weet dan gelijk waar de naam Atlantis vandaan komt. De moeilijkheid is dat de theosofische beweging, net als de religies en andere filosofieën, wordt geplaagd door aura- en piskijkers. Als men de dwaze uitspraken van al die figuren op het conto van Blavatsky schrijft...
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 304, december 1996