badmode voor bejaarden/304
Er wordt gefluisterd dat Rupert Sheldrake een beminnelijk mens is. Dat is maar goed ook, want hij is de bedenker van de theorie der "morfologische velden". Die theorie, omstreden maar ook met fervente aanhangers die desnoods voor hun gelijk door het vuur gaan, komt kortweg hierop neer, dat een individuele vogel beter kan vliegen dan een individuele mens, omdat de vogel als soort meer ervaring heeft met vliegen dan de mens als soort. Als bedenker kun je dan maar beter een beminnelijk mens zijn, da's in ieder geval iets.
Toch bestaat er de kans, dat theorieën, hoe onzinnig ook, iets van waarheid in zich bergen, niet eens zozeer omdat zij iets zeggen over de werkelijkheid, maar omdat zij de werkelijkheid ingrijpend kunnen veranderen. Dat verschijnsel is algemeen bekend, en gevreesd, op het niveau van de quantummechanica, maar sinds kort is het ook bekend dat datzelfde fenomeen opgeld doet in de wereld van de klassieke mechanica, onze werkelijkheid, zal ik maar zeggen. Dat zal ik illustreren aan een voorbeeld.
Barend Servet heeft ooit een schoon liedeke gezongen met de regel: "waar komt die rotzooi toch vandaan". En dat was precies wat ik me afvroeg toen ik in een Noord-Franse stad een middeleeuws gebouw zo'n zes meter onder de grond zag liggen. "Waarom", zo pijnigde ik mijn hersens, "liggen de resten van het verleden steeds bedolven onder een dikke laag zand? Waarom", zo verbaasde ik mij (en ligt niet verwondering aan de basis van wetenschappelijke vooruitgang), "moeten er sinds enkele eeuwen opgravingen worden verricht om de alledaagse werkelijkheid van vroeger bloot te leggen? Wat is er in de loop der tijd veranderd? Waar komt die rotzooi toch vandaan?"
Gekweld door dergelijke prangende questieën viert het intellect al snel triomfen. In een flits zag ik in dat Sheldrake helemaal zo dwaas nog niet was, sterker nog, hij is nog niet dwaas genoeg. Wat volgens zijn theorie geldt voor levende wezens, is net zo waar voor de ons omringende stoffelijke werkelijkheid. De ervaringen van losse individuen leiden tot een verrijking van de belevingswereld van de soort. Wat wil namelijk het geval, in dit geval de historie? Vroeger was men ervan overtuigd dat de aarde plat was, een dikke pannekoek. Dat maakte deel uit van, hoe zal ik het uitdrukken, het zelfbeeld van de aarde. Het feit dat iedereen dacht dat de aarde plat was, maakte de aarde plat, in ieder geval platter dan hij was. Toen de wetenschap geen raad meer wist met die stelling, begon men te vermoeden dat de aarde bol was. Het duurde even, maar na verloop van tijd dacht iedereen diezelfde gedachte: de aarde is rond. Het gevolg, dat hebt u goed begrepen, was dat de aarde ronder werd, en zeker ronder dan voorheen, toen iedereen nog dacht dat de aarde plat was. De aarde paste zich aan aan de ideeën over de aarde (vandaar waarschijnlijk ook dat sommigen onder ons de aarde als een levende entiteit, Gaïa, wensen te beschouwen), en bolde steeds sterker op. Dat betekende automatisch dat alles wat zich op de platte aarde bevond langzaam maar zeker bedolven werd onder een laag opbollende aarde. Ons verleden ligt onder de grond!Als u nu denkt hier een wijze les uit te kunnen trekken, moet u nog even wachten, want ik wou die les nou juist uitgebreid gaan voorkauwen. Hoe de mens denkt over de werkelijkheid, beïnvloedt die werkelijkheid. Neem het "probleem" van de illegale immigranten. Dat kan een objectief probleem lijken, maar alles staat of valt met hoe erover gedacht wordt.
Iemand die zonder geldige papieren in ons land verblijft is onwettig, illegaal. Maar wat is dan het verschil met de Nederlanders die destijds, om maar een loslopend voorbeeld te noemen, zonder geldige papieren Indonesië binnenvielen? Waren dat dan niet ook illegale immigranten? Waarin onderscheidden die illegale Nederlanders zich van de huidige illegale immigranten? (Korte pauze, waarin de toehoorders hun best doen een gevat antwoord te verzinnen) Heel goed! Iedereen die bezwaar maakte, iedereen die een beroep deed op al eeuwen ter plekke geldende wetten, werd een kopje kleiner gemaakt. Probleem opgelost. De Nederlanders in Indonesië zagen zichzelf niet als illegale immigranten, omdat zij zich zonder terughouden van geweld bedienden. En thans denkt vrijwel niemand meer dat zij in vroeger tijden de echte illegale immigranten waren.
En, lieve luisteraars, hier kunnen we dan weer een andere conclusie aan verbinden, geheel strijdig met dat degelijke Hollandse adagium, namelijk: "Geweld lost wel degelijk problemen op".
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 304, december 1996