De blikvernauwing van de commissie van Traa
Het openbare gedeelte van de werkzaamheden van de parlementaire enquêtecommissie (de commissie van Traa) is inmiddels zo goed als afgerond. Alhoewel de enquêtecommissie werd ingesteld om een parlementair onderzoek te verrichten naar de methoden en technieken van het politie-apparaat, heeft zij zich geleidelijk toch met name toegespitst op de IRT-affaire. De opsporingsmethoden van andere interessante opsporingsdiensten binnen en buiten de politie (zoals bijvoorbeeld de Douane en Fiscale Opsporings Dienst) staan voor zover bekend niet op de agenda van de commissie, terwijl over hun opsporingsmethoden en opsporingstechnologie natuurlijk ook het een en ander te zeggen zou zijn.
Tijdens het openbare gedeelte van de verhoren voltrok zich voor de ogen van verbijsterd toekijkend Nederland een uitermate vreemd schouwspel, dat er niet bepaald toe zal hebben bijgedragen om het vertrouwen in politie, justitie, in ambtenarij en politiek in het algemeen te versterken, integendeel:
- hoge justitie en politie-ambtenaren waarbij, of Alzheimer op cruciale momenten had toegeslagen (Gunsalvo's), of dwangmatige spierkrampen een beroepsvoorwaarde was, zodat zij vaak de verkeerde kant uitkeken, hoezo toezicht houden of leiding geven?;
- politiediensten, die zich specialiseerden in het invoeren en uitvoeren van hard- en softdrugs. (Weinig viel te melden over de export van XTC-pillen naar Engeland, onder de politieke verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie, de grissendemokraat Hirsch Ballin, in 1992 en 1993. ...."een paar duizend Britse house-fans voor de eerstkomende maanden in 1992 waren verzekerd van een eerste klas trip richting extase, geheel opgebracht door de Nederlandse belastingbetaler." (De Groene Amsterdammer, 26/10/1994);
- politici, die deels om verondersteld landsbelang, deels om politiek opportunisme ("de coalitie in gevaar", lees: "mijn politieke toekomst") hun mond hielden (PvdA, CDA);
- een nieuw-liberale (D'66) Minister van Justitie (Sorgdrager) en diverse politiecommissarissen, die tot vandaag aan toe vinden dat de omstreden politiemethoden (infiltratie en uitlokking) toch eigenlijk gewoon gelegitimeerd moeten worden. "Het gaat volgens haar (Sorgdrager) om het doel dat ermee wordt beoogd en de wijze waarop de methode wordt toegepast" Volkskrant, 11/11/1995;
- een onderzoekscommissie (Wierenga) die in een openbaar rapport, een geheim rapport en een aanbiedingsbrief in totaal tot 3 verschillende conclusies kwam, waarmee iedereen (politiek) tevreden gesteld kon worden;
- gouden handdruk voor criminele infiltrant (meer dan 1 miljoen) en uiteraard de mogelijkheid om geheel legaal snel rijk te worden met de handel in drugs;
- en uiteraard enkele politiële en justitiële zondebokken, welke respectievelijk of met een gouden voetafdruk de wei ingestuurd is, dan wel als randcrimineel verder door het leven kunnen.
Rücksichtlos
Alhoewel, niet voor iedereen zal dit beeld van eroderende burgerrechten en ongecontroleerde overheidsdiensten zo heel vreemd zijn. Immers, in de strijd tegen het toenmalige "goddeloze" communisme hadden tot ver in de jaren tachtig toch ook allerlei politici, procureurs, geheime agenten zo ongeveer alles gedaan wat bij de wet verboden was, geheel gelegitimeerd en gedekt door de politiek, want voor dat doel moet alles wijken, toch. Zoals bij voorbeeld het jarenlang afluisteren van CPN-leider Paul de Groot door de BVD.
Overigens, toen de interne BVD studie van Dick Engelen gepubliceerd werd, waar wat van dit moois in vermeld staat, was het weer als gewoon windstil in het Haagse. Geen politieke reactie; geen journalistieke reacties, het onderwerp is of te controversieel, of interesseert geen politicus of journalist. Zelfs geen opmerkingen of overeenkomsten met datgene wat de parlementaire enquêtecommissie aan het onderzoeken was.
Diezelfde rücksichtlosigkeit waarmee onze eigen binnenlandse (en buitenlandse) politieke vijanden bestreden werd, geldt blijkbaar ook voor de strijd tegen de georganiseerde drugscriminaliteit. De achtereenvolgende liberale en grissendemokratiese ministers van justitie gaven jarenlang een vanuit Amerika overgenomen politiek ideologies kader (war on crime) aan de strijd tegen deze belagers van onze democratische verworvenheden, zonder zich te bekommeren om de meer praktische zaakjes als legaliteit en rechtsstaat; (toevallig) geïnformeerde kamerleden dachten in de nadagen van het Kabinet Lubbers uiteraard eerst aan hun politieke carrière. 't Failliet van een bestuurlijke en politieke kaste.
Opvallend is dat in de law and order benadering van georganiseerde criminaliteit andere vormen van georganiseerde criminaliteit, zoals wapenhandel, vrouwenhandel, hormonenmaffia, miljeucriminaliteit en dergelijke, aanzienlijk minder prioriteit verkregen bij politiek, politie en justitie. Over de bestrijding daarvan wordt, ook tijdens de enquête, weinig vernomen; wellicht omdat de netwerken hiervan in Nederland elkaar wat meer overlappen dan die van drugscriminelen en politiek?
De Vaste Kamercommissie Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
De commissie IVD bestaat uit de fractievoorzitter van de vier grootste partijen, zij vergadert in beslotenheid. Aangezien de leden van de commissie IVD vertrouwelijk geïnformeerd worden en zwijgplicht hebben, wordt er dan dus geen politiek debat of politieke discussie in de tweede Kamer gevoerd. Deze commissie vormt de parlementaire "controle" op de nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Wat die controle precies waard geweest is, is op grond van de Engelenstudie wel duidelijk: niks dus.
Wat in de parlementaire wandelgangen in en rond het Haagse al vorig jaar te beluisteren viel, werd officieel bevestigd door twee verhoren van de enquêtecommissie. Tijdens de verhoren van Van Thijn en van Brinkman werd duidelijk: geheime politiezaken (die eigenlijk buiten het blikveld van deze commissie vallen) werden (en worden?) besproken in de commissie IVD.
Van Traa gaf zelf vorig jaar oktober al in een interview aan dat in de IVD-commissie door de regering diverse keren informatie verstrekt is over 'grensverleggende opsporingsmethoden' (Volkskrant 29/10/1994). De parlementaire democratie laat zich blijkbaar nogal makkelijk in gijzeling nemen door datgene wat zij zou moeten controleren, wat dat betreft kan rustig een vergelijking gemaakt worden met het enquêtevraagstuk "runt de criminele informant de politie of omgekeerd." (NRC 11/11/1995).
't Zou natuurlijk aardig zijn als publiek bekend zou worden welke andere agendapunten, die niks te maken hadden met het "controleren" van onze eigen IVD's door de heren fractievoorzitter politiek afgedekt werden in de commissie IVD (de Bosio-affaire wellicht?).
Breder perspectief
Onbekend is natuurlijk wat er in de besloten verhoren van de enquêtecommissie aan de orde is geweest en wat de effecten van die verhoren op het uiteindelijke (openbare deel?) van het rapport zullen zijn. Maar in een tijdsgewricht waarin een overheid in toenemende mate de eigen burgers als potentiële vijanden beschouwt; waarin vormen van repressie (structuur aanbieden, heet dat onschuldig in het nieuwe welzijnsjargon) en monitoring zich als een inktvlek verspreid hebben door diverse onderdelen van het officiële en semi-geprivatiseerde overheidsapparaat (sociale diensten, arbeidsburo's, onderdelen van de kollektieve sector), kun je op je vingers natellen dat de schaal zal doorslaan in het nadeel van de burgerrechten. Niet de overheid moet jouw schuld kunnen aantonen, nee jij moet kunnen aantonen dat je onschuldig bent, en ......mocht je niet schuldig zijn dan kan je wel schuldig gemaakt worden.
Ook in de ons omringende westeuropese landen vinden dergelijke processen plaats (zie onderandere Kleintje 278, 279, 290, 291), zo zal de engelse BVD (MI5) als het aan de conservatieve regering ligt, ook opsporingsbevoegdheden krijgen (uiteraard in het kader van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit) en worden parkeerwachters in Engeland onderdeel van het stiekeme stelsel van achterklap en verklikkerij.
Van de zijde van de zelfbenoemde voorvechters van de politieke rechten en burgerrechten, onze vrije pers, wordt rond dit soort ontwikkelingen weinig meer vernomen. Politiek is het geen zaak waar kiezers voor warmlopen, dus van de politici hoef je ook niet bepaald veel te verwachten op dit punt.
Dus de uitkomst van de enquête zal wel zijn: 't mag, mits met mate.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 292, 15 december 1995