Wij zijn tegen een pretpaleis!
Onder andere in Kleintje 281, 283 en 285 hebben we aandacht besteed aan de plannen van de gemeente DenBosch voor het bouwen van een groot pretpark (zwem- en schaatsparadijs) vlakbij het voetbalstadion van FC-DenBosch, De Vliert. Oorspronkelijk zag het er naar uit dat alles precies zo zou gaan als een aantal gemeente-ambtenaren hadden voorgekookt. De gemeente was in zee gegaan met het sjieke Engels architektenburo Faulkner Browns en de Bossche burgers werden middels een swingende video en grote kijkdoos lekker gemaakt met verhalen over disco-schaatsen, squash-massage en bubbelbad-vergaderen. Ondertussen is de exploitatie van het geheel min of meer overgenomen door de pretpark-gigant Diederik Lips. Zijn pretpaleis-onderneming Libéma verdiend momenteel geld aan bijvoorbeeld Autotron Rosmalen, bungalowpark Vinkeloord, Brabanthallen DenBosch, Safaripark De Beekse Bergen en een natuur- en milieupark in Zwolle. Sommige Bossche politici hadden wel in de gaten dat de vele tientallen miljoenen gemeentegeld enig politiek tegenstribbelen noodzakelijk maakte, maar feitelijk leek de hele boel een paar maanden geleden door te gaan. Tot het moment dat een groepje buurtbewoners het zat waren dat ze door de gemeente DenBosch overal buiten werden gehouden. Zij verdiepten zich in de plannenmakerij en kwamen er al snel achter dat de gemeente (per ongeluk of expres?) nagelaten had een milieu-effecten-rapportage (MER) te maken. De buurtbewoners drongen hier terecht op aan en hiermee is de gemeente inmiddels begonnen, dit betekent dat de eerste spade van het zwemparadijs voorlopig niet de grond in gaat. Dat duurt nog minstens een jaar, en dat is maar goed ook want er blijkt uiteraard nog veel meer aan de hand te zijn. Het gebied ligt op de grens van Rosmalen en DenBosch en komt dadelijk, na de gemeentelijke herinrichting, dus geheel in handen van de gemeente DenBosch. Het ziet er naar uit dat de bubbelzwemparadijs-plannen een eenheid vormen met de aanleg van een nieuwe weg en het toekomstige nieuwe voetbalstadion van FC-Knudde, eh FC-DenBosch. Toch wil de gemeente DenBosch middels een soort nood-procedure via artikel 19 van de Wet Ruimtelijke Ordening de nodige vergunningen binnen krijgen en dat ruikt simpelweg verdacht. De ontwikkelingen die in dat gebied van plaatsvinden zijn zéér grootschalig. Op de eerste plaats moeten er, volgens Libéma's eigen cijfers, minstens één miljoen mensen per jaar naar dat zwem- & sportpaleis komen. Dat betekent dus dat er een gigantisch grote verkeersdruk op dat gebied komt te liggen. En stel nu eens dat de voetballende werknemers van FC-DenBosch weer datgene gaan doen waar ze voor betaald worden, ze staan allerallerlaatste in de allerlaagste divisie, dan komen er nog eens vele honderdduizenden voetbalfanaten per jaar naar het nieuwe stadion, ook al gelegen in ditzelfde relatief kleine gebied De Vliert, tussen autoweg en spoorlijn. Dan zou je als Gemeente toch juist zeer zorgvuldig om moeten gaan met de mensen die daar wonen? Dan 'vergeet' je toch geen Milieu Effecten Rapportage? Dan voer je toch een gewone bestemmingsplan-herzienings-procedure in plaats van die, bij ingewijden als 'vluggertje' bekend staande, artikel 19-procedure? Nee, het is duidelijk dat de gemeente ergens bang voor is. Het gaat om een slordige 90 miljoen gulden en ze zijn in zee gegaan met een stel zeer gladde Libéma-zakenmannen. Het is toch waanzin dat de gemeente mee-investeert in zoiets als squash-banen, klimrotsen en diskoschaatsen? Een goed zwembad, een schaatsbaan, prima prima, maar die pretparkachtige aktiviteiten kun je toch gewoon overlaten aan zakenlui die daar hun kapitaal aan willen wagen? Aan ondernemen zijn toch risico's verbonden? Het ligt toch voor de hand dat Diederik Lips & Co het zwempaleis zal gaan exploiteren met als belangrijkste reden geld verdienen? Dat betekent dan toch de boel onder andere verhuren aan bedrijven en andere kapitaalkrachtigen voor feestjes, partijen, disco's en house-parties, dat zit er toch dik in?
Een buurtbewoner van De Vliert formuleerde dat als volgt: "Het sprookje van de hertog en zijn dochter Vliertje. De hertog heeft geld genoeg en besluit voor zijn dochter Vliertje een pretpaleis te bouwen. Niet alleen de burgers uit zijn hertogdom maar ook die van het hele koninkrijk mogen er pret maken. Hij vindt dat deze toeristische attractie de uitstraling van zijn hertogstad verhoogt. De hertog vindt overzee een architekt die een pretpaleis ontwerpt met drie torentjes en een koperen dak. De bouwkosten zullen 68 miljoen bedragen. Het grootste probleem vormt de exploitatie van het pretpaleis die voor de hofhouding van de hertog te moeilijk is. De hertog besluit daarom Vliertje uit te huwelijken aan de rijke zakenman Diederik die op dit punt van wanten weet. De beoogde schoonzoon Diederik stribbelt voor de vorm wat tegen en weet zo een vette bruidschat te bedingen. Zo mag Diederik het pretpaleis exploiteren. De eerste twintig jaar behoeft hij hiervoor nagenoeg geen vergoeding aan zijn schoonvader te betalen. Nee, hij krijgt jaarlijks nog 5,3 miljoen guldens toe. Dit geld zal worden opgebracht door de burgers van het hertogdom. Als blijk voor zijn goede bedoelingen zal Diederik ook nog 9 miljoen in het pretpaleis investeren die hij natuurlijk weer terug zal krijgen wanneer zijn huwelijk met Vliertje stukloopt. De hertog geeft het echtpaar daarop zijn zegen en hoopt op een lang en gelukkig huwelijk."
Dit lijkt een sprookje, een goedbedoeld verzinsel waar de maker een of ander moralistisch praatje in heeft verstopt. Het is echter de werkelijkheid: De hertog is B&W van DenBosch, het pretpaleis voor Vliertje is het geplande Sport en Recreatiecentrum 'De Vliert' en schoonzoon Diederik staat voor Diederik Lips, de baas van pretpaleis-exploitant Libéma BV. De moraal van het verhaal is natuurlijk dat Diederik Lips niets te verliezen heeft en dat de hertog mooi weer speelt met het geld van zijn onderdanen. Dat de gemeenteraad "ess wieder nicht gewusst hat" dat valt te verwachten.
En dat diezelfde burgers worden domgehouden doordat alle onderhandelingen achter gesloten deuren plaatsvinden, de gemaakte afspraken dikke juridische rapporten zijn waar geen normaal mens doorheen kan komen en dat niemand in de gaten schijnt te hebben dat het dadelijk voor hele groepen mensen gewoon onbetaalbaar wordt om een uurtje te gaan zwemmen.
Een eerste voorbode van deze plannen is de recente verhoging van de tarieven in het nu nog bestaande Brabantbad.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 288, 18 augustus 1995