Skip to main content
  • Archivaris
  • 276

De maat is vol

Begin juli 1994 zijn de huren weer met de nodige procenten omhoog gegaan. Gemiddeld gaat het om zo'n vijf procent. Hiermee zijn de huren de afgelopen vier jaar met meer dan een kwart gestegen. En de komende jaren zal het alleen maar erger worden. Eind jaren tachtig besliste de regering dat de overheid zich voor een groot deel gaat terugtrekken uit de volkshuisvesting. Net als in de gezondheidszorg en het onderwijs moet ook hier het marktmechanisme zijn heilzame werk gaan doen. Heilzaam voor de banken, de bouwwereld en mensen met een hoog inkomen maar rampzalig voor hen die op een huurwoning zijn aangewezen. Dit terugtrekken van de overheid gebeurt stap voor stap. In 1991 schrapt staatssecretaris Heerma alle verbeterings- en onderhoudssubsidies en worden de lopende objectsubsidies (subsidie per nieuwbouwwoning) fors verlaagd. Dit jaar kwam Heerma met de bruteringsoperatie die volgend jaar van kracht wordt. Dit houdt in dat geld dat het Ministerie nog van de woningbouwverenigingen te goed heeft van uitstaande leningen kwijtscheldt. Maar tegelijkertijd krijgen de sociale verhuurders de komende jaren geen leningen of subsidies meer. Per saldo moet deze operatie zo verlopen dat niemand er beter of slechter door wordt, het Ministerie en de bouwverenigingen niet maar ook de huurders niet. Maar zoals het zich nu laat aanzien zullen toch de huurders weer gedupeerd worden.

HUURDERS BETALEN HET GELAG
Dit doordat bij de bruteringsoperatie uit is gegaan van de lage rentestand van begin dit jaar. De hoogte van de rente is belangrijk omdat vanaf 1995 de sociale verhuurders het geld dat ze nodig hebben voor nieuwbouw en renovatie moeten gaan lenen bij de banken. Blijft de rente op het niveau van begin 1994 dan kunnen de woningbouwverenigingen met hun renovaties en nieuwbouw net quitte spelen als jaarlijks de huren met gemiddeld 3,8% omhoog gaan. Maar omdat de rente de komende jaren zeker gaat stijgen (begin 1994 stond de rente op het laagste niveau sinds 1988) zullen de sociale verhuurders meer huurverhoging moeten gaan vragen om quitte te draaien. Deze zullen dan niet gemiddeld op 3,8% uitkomen, zoals gepland, maar veel eerder tussen de 6 en 7%. Dat tikt dus lekker aan.

BEZUINIGEN OP ETEN EN KLEDING
En dit terwijl de huurders de afgelopen tien jaar toch al steeds meer zijn gaan betalen. In 1982 waren de Nederlandse huurders gemiddeld 15,8% van hun inkomen kwijt aan de kale huur. In 1986 was dit al opgelopen tot 18% en in 1993 tot 21,1%. Voor de mensen die huursubsidie ontvangen (bijna 1 miljoen huishoudens) was het nog erger. In 1982 ging 17,7% van hun inkomen naar de netto kale huur. In 1986 was dit 21,1% en in 1993 24,3%. En dit terwijl het hierbij voornamelijk gaat om mensen met een minimuminkomen. Volgens richtlijnen van de Bijstandswet en van het NIBUD zouden de minima maximaal 17% van hun inkomen aan kale huur kunnen betalen om voor andere dingen (voeding, kleding en dergelijke) nog genoeg over te houden. Maar aangezien dit percentage in de praktijk dus niet 17 maar op 24,3 blijkt te zijn komen de minima stelselmatig geld te kort. Iets wat iedere minimumlijder aan den lijve ondervindt en wat bevestigd wordt door rapporten van groepen als 'De arme kant van Nederland' en de DIVOSA (directeuren van Sociale Diensten). Tegelijkertijd zien we dat de kopers er de afgelopen twaalf jaar alleen maar op vooruit zijn gegaan. In 1982 waren zij 16,6% van hun inkomen kwijt aan de kale woonlasten en in 1993 nog maar 14,0%.

DE MARKT MAG ZIJN WERK DOEN
Behalve dat de woningbouwverenigingen het zonder financiële steun van de overheid moeten gaan doen heeft de regering nog meer de markt zijn werk laten doen. Per 1 juli zijn nieuwe liberaliseringsmaatregels in werking getreden. Voor huizen met een huur hoger dan 963 gulden per maand gelden dan geen regels meer die de huurder beschermen. De verhuurder mag jaarlijks de huur net zo veel verhogen als hij wil. De kwaliteit van de woning en het puntensysteem waarmee die kwaliteit wordt vastgesteld is dan niet meer van belang. Volgens Heerma kan dit omdat er voldoende huurhuizen zijn zodat de wet van vraag en aanbod er voor zal zorgen dat de huren niet al te hoog worden. Maar wie de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek bekijkt moet tot andere conclusies komen. Zo werd er in de periode 1990-1994 veel minder gebouwd dan in de jaren tachtig. Hierdoor is het tekort jaarlijks met 25.000 woningen toegenomen (1). Ook de NWR, de koepelorganisatie van woningbouwverenigingen, constateerde vorige maand dat het woningtekort oploopt. In 98% van de door hen geënquêteerde gemeentes was dit het geval. Een groeiend tekort aan huizen en een groeiend aantal woningzoekenden betekent dus veel vraag en weinig aanbod. En volgens de economische wetten betekent dit dat de huren van geliberaliseerde huizen onbeperkt de hoogte in zullen gaan. En wie denkt dat het hier maar om een klein gedeelte van de huurhuizen gaan vergist zich. Veertig procent van alle huurwoningen komt namelijk voor deze liberalisatie in aanmerking (1). De particuliere verhuurders, zeker in de Randstad, zullen hier onmiddellijk gebruik van maken en gaan vragen wat ze vragen kunnen. De woningbouwverenigingen zullen dit ook gaan doen. Zij hebben immers meer vrijheid gekregen en moeten voortaan ook 'voor de markt' gaan werken. Zij zullen dus ook het onderste uit de kan halen.

SOCIALE VERHUURDERS OP COMMERCI