Lekkere luchten boven DenBosch
Het zal nog ongeveer een jaar duren voordat alle benzine verwijderd is uit de bodem onder het Total/Fina benzinedepot in DenBosch. Dat betekent dat men daar dan bijna twee jaar mee bezig zal zijn geweest, het moet dus wel om een gigantische bodemverontreiniging gaan. Het zal Total/Fina meerdere miljoenen guldens gaan kosten maar het heeft de gemeente denBosch ook al meer dan een half miljoen gulden gekost.
Op vrijdag 10 juni 1994 kwam Total/Fina met een persbericht naar buiten waarin melding werd gemaakt van het weglekken van een enorme hoeveelheid benzine in de grond onder haar opslagplaats aan de Ketelaarskampweg in DenBosch. Hieraan voorafgaand was in het diepste geheim overleg gevoerd tussen de gemeente DenBosch (Burgemeester & Wethouders), de brandweer, Total/Fina en bierbrouwerij Heineken. Dit laatste bedrijf vanwege de dichtbijzijnde waterzuiveringsinstallatie van de bierproducent. Ooit is Heineken naar DenBosch gekomen juist vanwege de aanwezigheid van een enorme hoeveelheid zuiver grondwater dat vanuit grote diepte omhoog gepompt wordt om dit via allerlei chemische en natuurlijke bijprodukten om te vormen tot 'heerlijk helder Heineken'. Je kunt je voorstellen dat er nogal paniek was, daar vlakbij de Heineken-fabrieken op het industrieterrein. Een paar dagen voor dat persbericht van Total/Fina was er een besloten (geheime) vergadering geweest
van de gemeentelijke raadscommissie Milieu waarin de verantwoordelijke CDA-wethouder Bert Wijers het een en ander ter kennis bracht aan de commissieleden, waar ze pas over mochten praten nadat Total/Fina met haar persverklaring naar buiten zou komen. Een week of wat later kwam de gemeente met een commissievoorstel waarin ze voorzichtig uit de doeken deed wat er zich allemaal in de maand hieraan voorafgaand had afgespeeld.
Het verhaal van de gemeente
Op vrijdag 6 mei 1994 werd bij graafwerkzaamheden op het Total/Fina terrein (gelukkig loodvrije) benzine aangetroffen en al snel werd duidelijk dat het om een zeer grote hoeveelheid moest gaan (iemand groef een putje en dat liep vrijwel onmiddellijk vol benzine). Na overleg met de brandweer werd de boel "met het oog op mogelijk explosiegevaar" onmiddellijk afgezet. In eerste instantie ging men uit van een hoeveelheid van drie- tot zeshonderdduizend liter benzine die de grond in gelopen zou zijn, maar na onderzoek door de Heidemij schatte men dat het 'slechts' gaat om een 'benzinelekkage' van honderd- tot tweehonderdduizend liter. Op dit moment is men nog steeds bezig de grond te 'reinigen' door middel van onttrekkingsputten van waaruit de benzine weer in de opslagtanks van Total/Fina wordt gepompt. Overigens ligt er één MILJARD liter benzine opgeslagen op dit dichtbebouwde terrein (uitspraak van wethouder Wijers in de commissievergadering van 3 oktober 1994: "er ligt een miljoen kubieke meter benzine bij Total"). Er zit 1000 liter benzine in een kubieke meter, vandaar een miljard liter; stel je die hoeveelheid rotzooi eens even voor daar op die plek!.
Er wordt per dag 1000 liter benzine uit de grond gepompt, dus dat vandaar dat het wel even duurde totdat ze die hoeveelheid van honderd- of tweehonderdduizend liter daar weg hebben. De gemeente erkent dat ze al vanaf februari vorig jaar regelmatig klachten ontving van mensen die in de buurt wonen en werken over een sterke benzinestank en ergens halverwege april 1994 werd er al een "aanmerkelijke hoeveelheid olie en/of benzine in het regenwater-riool aangetroffen"! Ondertussen is duidelijk geworden dat er een ondergrondse pijpleiding heeft gelekt maar hoe lang dit al aan de gang is geweest valt pas vast te stellen wanneer ze precies weten hoeveel benzine er weggelekt is (wanneer je die hoeveelheid namelijk vergelijkt met de inmiddels opgespoorde scheur in de pijpleiding kun je uitrekenen hoe lang geleden de lekkage is begonnen). Onmiddellijk na de melding (6 mei 1994) is de Heidemij met haar onderzoek begonnen dat op 26 mei gepresenteerd werd aan de gemeente. De dag erop belde het gemeentelijk bureau Milieu naar Heineken om de ramp te melden, maar daar had men ondertussen al enige argwaan gekregen naar aanleiding van de onderzoeksactiviteiten op het Total/Fina-terrein. Op 30 mei was er een bespreking tussen de gemeente DenBosch, Total/Fina en Heineken en pas op 6 juni werd, zoals eerder hierboven geschreven, de gemeenteraadscommissie Milieu ingelicht.
Onze visie op de ramp
Verantwoordelijk wethouder Bert Wijers werd tijdens de commissievergadering Milieu op 3 oktober 1994 over deze ramp aan de tand gevoeld door Groen Links-raadslid Remco Herfst. Er werden zeer veel vragen gesteld over de houding die de gemeente DenBosch tijdens deze ramp innam. Wijers beantwoorde het een en ander, maar zeker niet alles. Heel veel blijft eigenlijk gewoon duister en ondergeschoffeld. Op de vraag waarom de gemeente niets naar buiten heeft gebracht tussen het tijdstip van ontdekking (6 mei) en de Total/Fina-persverklaring op 10 juni blijft Wijers eigenlijk het antwoord schuldig. Volgens hem bleek na een paar dagen dat er geen enkel gevaar was voor de 90.000 inwoners van de stad (jaja...) en suggereerde hij dat de gemeente bang was voor problemen met een eventuele schadeclaim van Heineken indien de gemeente zou zorgen voor onrust bij de bevolking die, wie weet, wel eens een verband zou kunnen leggen tussen de benzinelekkage en de glaasjes heerlijk helder... Wijers reageerde eveneens nauwelijks op het feit dat er al vanaf februari 1994 serieuze benzinestank-klachten binnen kwamen bij de Bossche afdeling Milieu en dat het tot 6 mei moest duren voordat er een verband werd gelegd met Total/Fina terwijl daar dus een miljard liter van deze giftige zooi ligt opgeslagen. Je zou toch denken dat indien burgers gaan bellen met de milieudienst dat er dan onmiddellijk aktie wordt ondernomen. Of is er te weinig geld beschikbaar om controles uit te voeren (zeg dat dan!)? Oplettende, of beter gezegd zieke & dus klagende burgers zijn toch de voelhorens van de afdeling Milieu zoals een wakkere CDA'er Van Heyningen het stelde? En waarom is het volledige milieu-rapport van Heidemij BV niet openbaar gemaakt? Nu moet iedereen het doen met een commissievoorstel waarin een samenvatting staat van dit rapport. Dit is en blijft natuurlijk de visie van de gemeente zelf op haar eigen beleid en daar hebben we natuurlijk niks aan. Groen Links had tijdens de besloten commissievergadering van 6 juni 1994 om aanvullende gegevens gevraagd maar tot op heden niks gekregen. Wijers beantwoorde deze serieuze vraag door Groen Links te verwijzen naar de heer Blom van de afdeling Bouwen en Milieu, maar die was nu weer precies degene die de samenvatting van het Heidemij-rapport had opgesteld, en ondertussen is deze ambtenaar bij de Gemeente DenBosch weg. En hoe kan het eigenlijk dat zo'n potentieel gevaarlijk bedrijf als een benzine-opslagplaats met een miljard liter benzine zomaar honderd-, tweehonderdduizend of wie weet nog meer liters benzine weg kan laten lekken zonder dat er een enorme alarmbel afgaat? Zit er geen meetapparatuur op die tanks? Naast de milieukanten van de zaak, waarvan we weten dat het bedrijfsleven zich er toch niet zo heel veel van aantrekt, zou je toch zeggen dat er ook een bedrijfseconomisch risico is aan het 'verlies' van een paar honderdduizend liter benzine. Dat kost nogal wat geld namelijk... De heer Blom suggereerde dat de lekkage, juist omdat deze niet door Total/Fina gemerkt is, al zeer langdurig aan de gang moet zijn geweest. Waarbij meteen de vraag gesteld zou moeten worden hoeveel benzine er dan al uit het gebied is weggestroomd, bijvoorbeeld via (dieper gelegen lagen) grondwater en de (regenwater)riolering. Op de vraag van Groen Links hoe het op dat moment zat met de kwaliteit van het ondergrondse water vertelde Blom dat er iets vreemds aan de hand was. Stroomafwaarts van het Total/Fina terrein was er nauwelijks (aromatische) verontreiniging aangetroffen. Stroomopwaarts echter, dus ten noorden van het benzine-depot was er sprake van een lichte benzineverontreiniging van het dieper gelegen grondwater. Wat? Dit is dus benzine die niet van het opslagterrein weggelekt kan zijn. Waar komt dit dan vandaan? Ten noorden van de opslagplaats ligt industrieterrein De Rietvelden, komt het daar dan vandaan? Zoiets moet toch direkt uitgezocht gaan worden? Naast de benzinestankklachten komen er namelijk ook al maanden verfstankklachten binnen bij de Bossche Milieudienst. Het valt op dat deze klachten hoofdzakelijk binnenkomen wanneer de bedrijven dicht zijn ('s-avonds en in het weekeinde). Moeten we gaan wachten totdat er opnieuw sprake is van een regelrechte ramp? Bij het Kleintje hebben we ook klachten gekregen over ziekmakende stank vanaf de Rietvelden.
Konklusie
In de commissie- & gemeenteraadsvergaderingen vorig jaar zijn de Bossche politici op wat gesputter na akkoord gegaan met de schamele informatie die hen door B&W is gegeven. Er zijn nog vele vragen te stellen, waarvan we er een paar hierboven hebben opgeschreven, terwijl we er eigenlijk niet zo heel veel verstand van hebben. Ons lijkt het van het grootste belang indien mensen met verstand van zaken (Bossche Milieugroep, Brabantse Milieu Federatie of Milieudefensie) zich eens uitvoerig met deze milieuramp gaan bezig houden. Wij hadden dit verhaal al eventjes liggen maar waren zo naief te denken dat de hele zaak nog wel uitvoerig in de gemeenteraad of in het Brabants Dagblad besproken zou worden. Maar nee hoor, nu hopen we dat de diskussie over hoe de gemeente omgaat met klachten van burgers niet verstomt. Daar zijn de risico's waaraan burgers worden blootgesteld veel te groot voor. Wanneer je op de kaart van DenBosch kijkt en kruisjes zet bij potentieel gevaarlijke produktiebedrijven dan schrik je je kapot. De Kruithoorn in DenBosch Zuid produceert dagelijks enorme hoeveelheden munitie (regelmatig hoor je de enorme explosies wanneer er weer een hoeveelheid moordtuig 'uitgetest' wordt). Op de diverse industrieterreinen van DenBosch staan her en der bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Verfindustrie, galvaniseerbedrijven, verschroting van auto-wrakken noemmaarop. Met klem raden wij de gemeenteraad van DenBosch aan om goed te luisteren naar de klachten van burgers, wanneer deze klagen over plotseling opkomende hoofdpijnen, misselijkheid en dergelijke. Al eerder hebben we in het Kleintje onze vraagtekens geplaatst bij de enorme stijging van het aantal mensen dat te maken heeft met zogenaamde 'hooikoorts'. We weten niet hoe artsen deze toename verklaren, maar ons lijkt het niet logisch dat er nu ineens een hele hoop nieuwe polletjes en grassen over komen waaien. Ons lijkt de relatie met de kwaliteit van de lucht die wij nu eenmaal gedwongen zijn in te ademen voor de hand te liggen. Waarom wordt hier dan niet veel uitvoeriger onderzoek naar gedaan? En waarom wordt de burgerij niet met behulp van heldere taal op de hoogte gehouden van de kwaliteit van onze leefomgeving? Wanneer het bedrijfsleven door blijft gaan met winst maken ten koste van de kwaliteit van grond, water en lucht, en dus ten koste van de (kwaliteit van) levens van mensen, dan wordt het hoog tijd dat diegenen die de belangen van die mensen vertegenwoordigen en die daar zeer behoorlijk voor betaald worden, eindelijk hun werk goed gaan doen. En wanneer daar meer geld voor nodig is betaal dat dan! Dat is heel wat essentiëler dan wat nieuwe stoeptegels in de binnenstad van DenBosch neer te leggen ter meerdere eer en glorie van de Bossche middenstand of driedelige pakken dragende stadspromotors. Zo!
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 284, 7 april 1995