Skip to main content

dinsdag 28 september-2004
Waar een kernramp al niet goed voor is. Jaren na de catastrofe in Tsjernobil op 26 april 1986 kwam een hulpprogramma tot stand waarbij ondermeer kinderen uit dat gebied een vakantie in allerlei Westeuropese landen mochten doorbrengen. Om even de ellende te vergeten. Als ze met de bus naar huis terugkeerden kregen ze van hun gastheren en gastdames een bult aan liefdevolle hebbedingen mee. En foto’s natuurlijk. Veel foto’s. En microfilms. Microfilms? Jawel. De busmaatschappij was namelijk ingehuurd door de FSB (vroeger KGB) om spionagemateriaal naar Rusland over te hevelen in de bagage. Eenmaal terug in Tsjernobil werd het materiaalter hand gesteld aan een FSB-agent die in het Orbita-hotel in Minsk verbleef. En die zorgde er dan weer voor dat het bij Alpha 1 in Moskou terechtkwam. Een beveiligingsfirma met personeelsleden die ooit zogenaamd uit de KGB waren gegooid, maar vrolijk verder rommelden voor de FSB.
Een van die personeelsleden werd in de jaren negentig gerecruteerd door Norbert Juretzko. Een werknemer van de Duitse spekzolenfirma Bundes Nachrichten Dienst (BND) die hem de codenaam Rubezahl bezorgde. U begrijpt al waar dit verhaal heengaat. Rubezahl vertelde het hele verhaal aan die meneer van de BND en leverde hem het bijbehorende micro-materiaal.

Het was een ernstig verhaal, à la Le Carré. Het spionagemateriaal was namelijk afkomstig van een hoge mol in de Britse spionageorganisatie MI 6 en had betrekking op een hele bups Britse spionnen die overal in de wereld actief waren en wat ze precies uitspookten. Plus de namen en covernamen van hun “handlers” die van tijd tot tijd op bezoek kwamen.

Nou zou je zeggen, kat in het bakkie. Kon die Duitse spekzool mooi zijn collega’s van MI 6 waarschuwen dat ze een mol in huis hadden en die konden dan een klem zetten. Nee, nee, zo werkt dat niet. Want als ie dat deed kwam zijn bron bij Alpha 1 en de rest van zijn eigen netwerk in Moskou en omstreken in gevaar. Dus liet de BND de zaak jarenlang op zijn beloop. Tot in 1998 de grote klok werd geluid. Of de Britse mol gevangen werd is daar later niet aangehangen. Waar een kernramp al niet goed voor is.

  • Datum: .

zondag 3 oktober-2004
In Nederland maken we de laatste tijd aan den lijve mee wat het betekent als je inlichtingenclubs de vrije ruimte geeft. Als je een familielid in Marokko hebt die van dezelfde geitenhoeder melk betrekt als de oudtante van een vermeende volgeling van de Flying Circus-directeur kan je alvast je hemd opspelden. Want je mag erop rekenen dat je in de kieren wordt gehouden door de AIVD. En als je dan per ongeluk in een telefoongesprek zegt “breng die bommen maar” dan dendert er meteen een peloton ME bij je binnen dat voldoende is om twaalf interlands te beveiligen. Terwijl jealleen maar gek bent op zure bommen en je verre neef net een heel stel potten heeft geritseld. Of je tijdens een tukje in de Sovjet-Unie terecht bent gekomen. Pure paranoia.
Dat brengt ons op de mail die wij stuurden aan de oermoeder van Veronica: Tineke de Nooy. Met de vraag of zij ooit iets gemerkt had van de activiteiten van geheimediensten toen zij als ambassadrice van “Kinderen van Tsjernobyl” tussen de Ruskies vertoefde. Zij schreef het volgende terug:

“...Dat er met de Stichting “Kinderen van Tsjernobyl” iets mis was, was duidelijk. Niet de Nederlandse afdeling hoor, maar de Oekraiense. Het was allemaal zeer corrupt. Maar op die verhalen zit je niet te wachten. Alhoewel we in 1990 toen we live vanuit Moskou gingen uitzenden (12 redactiemensen van “Tineke” en 52 man camera-licht-geluid-shaders-makeup-kleedsters van de NOS en live muzikanten) allemaal het gevoel hadden dat we afgeluisterd werden. Op het laatst wisten we niet meer of we nu paranoïde werden of dat het werkelijk allemaal gebeurde. Maar een feit was wel dat alles werd gecontroleerd wat we deden (Gorbatsjov was nog president). Onze kinderen kwamen trouwens uit Kiev en de Tsjernobyl slachtoffertjes uit Minsk werden door de EO naar Nederland gehaald. Die hadden ook een soort vacantieprogramma opgezet. Maar die kinderen logeerden bij gastgezinnen en die van ons in Gran Doradoparken met gastouders waarvan er één meestal Russisch sprak (ja alles is natuurlijk verdacht als je deze verhalen leest)” .

Kijk, aan zo’n samenleving wordt gewerkt door de heren Donner en Remkes van het Reichssicherheitshauptamt in Den Haag. Op bevel van Obergruppenführer John Ashcroft.
En dat alles ter bestrijding van de Islamieten. De nieuwe communisten.

  • Datum: .