Skip to main content

maandag 1 maart-2010
Ze zeggen wel eens van de dooien niks dan goeds. Maar wat nou als er post mortem verhalen komen bovendrijven waarvan een zeehond geen haring lust? Moet je die met een amoureuze mantel bedekken? Dachten we even niet. Gaat ie:
Een medewerkster van een bekend advocatenkantoor in Maastricht kreeg op een kwaaie dag in het jaar onzes Heren 2000, toen zij waarnam voor haar werkgever, een schilderachtig trio voor haar bureel: Robert Noorman (rip), een baron Van Dedem en Joep Hafmans. Medewerkster:

“Joep was verrast mij te zien. Wij kwamen namelijk uit hetzelfde dorp en ik kende zijn familie. Zij wilden dezelfde dag nog een afspraak met een cliënt van mijn patroon voor een transactie rond een drietal iconen en twee schilderijen. Ze stonden al in de hal van ons kantoor. In de akte mocht ik alleen de schilderijen beschrijven en een taxatierapport bijvoegen.
Een van de iconen was een primitieve weergave van Sint Joris en de draak omringd door apocalyptische afbeeldingen tegen een rode achtergrond. De twee andere kan ik mij niet meer herinneren.
De schilderijen waren impressionistische oliedoeken. Een was een afbeelding van een stuk tuin in de stijl van Monet en de andere een licht beschadigd Frans dorpsgezicht. Er werd flinke druk op mij uitgeoefend om de zaak zo snel mogelijk te laten verlopen. Maar na controle door onze secretaresse bleek de door de heren genoemde koper niet tot onze klantenkring te behoren. Ze waren daarna heel snel vertrokken, met medeneming van hun kunstwerken.
Een week later bracht ik verslag uit aan mijn patroon. Hij feliciteerde mij met de afhandeling van de zaak en vertelde mij informeel dat het om onfrisse lieden ging die niets op ons kantoor te zoeken hadden. Maar hij zag geen aanleiding om aangifte te doen. Dat zou de reputatie van ons kantoor alleen maar schade toebrengen.
Een paar maanden daarna dineerde ik met een vriendin in een klein Turks restaurant in de Brusselsestraat. Bij het verlaten van de retirade werd ik staande gehouden door een flamboyante heer die mij te verstaan gaf het hele voorval te vergeten in verband met mijn toekomst in Maastricht en verwees naar de Bokkenrijders. Hij was vergezeld van een dame met een soort sjaal om en een tulbandachtige hoed op. Ik had ze nog nooit in het restaurant gezien, maar de vrouw van de eigenaar herinnerde zich wel dat die dame ooit was binnengeweest met een advertentiecolportage voor een fair. Langs die weg ben ik erachter gekomen wie die man was: ene Jaap Braam Ruben.”.


Voor de goed orde: genoemde Jaap is een bekende Bugatti-lover en liefhebbert af en toe ook wat in de kunst. Wij hopen met een gezellig vaartje zeer binnenkort weer bij u binnen te rollen. Dus stay tuned.

  • Datum: .

maandag 8 maart-2010
Een paar maanden na zijn vrijlating had avontuurlijk ondernemer Simon Visser een ontmoeting met de speurneus die hem had behoed voor de Franse guillotine door het terugbezorgen van het partijtje gejatte reli-beeldjes. Tijdens die gezellig tête-à-tête in de buurt van Breda vertelde Simon ondermeer dat een van de bewuste beeldjes later was toegevoegd aan de privé-collectie van een bekende officier van Justitie in Amsterdam (1).
Verder wist Simon nog te debiteren dat er een zilveren altaarornament door de Luikse antiekhandelaar Albert Vandervelden en de tot dezelfde status verheven ex-autohandelaar Theo Daatselaar heen en weer werd geschoven. Of speurneus misschien wist waar Theo zijn bullen had ondergebracht. Er wachtte namelijk een hoge beloning voor de vinder van het ornament, dat zelfs de aandacht van het Vaticaan had getrokken. Om nog maar te zwijgen over drie versierselen die bij een koningsmantel uit Doornik hoorden en door de conservator door valserikken waren vervangen. Uhhhhh, nee, speurneus wist dat helaas niet.
Mogelijk had Simon zich beter tot Joep Hafmans kunnen richten. De man die samen met Robert Noortman en baron Van Dedem, naar verluidt ook al een autoliefhebber, het trio vormde dat vergeefs aanklopte bij een Maastrichts advocatenkantoor voor het verpatsen van een paar iconen en een stel olieverfschilderijen. Joep was namelijk een gappie van Theo Daatselaar. Zo close dat hij zelfs samen met Theo begin 2003 een voordracht hield voor een verzameling jonge beffen in uitspanning de Gasterij op de Trans in Utrecht. Waarover moge duidelijk zijn.
In de nabeurt ging Joep aan de snuffel of er onder dit potentieel niet onbemiddelde publiek interessante cliëntèle school. Kreeg ie geheel in stijl de vraag voorgelegd hoe het zat met zijn integriteit. Vlooide hij wel na of de aangeboden waar al dan niet gejat was?
Als bewijs voor zijn absolute betrouwbaarheid voerde Joep toen aan, dat hij met zijn vriend Theo kort daarvoor was benaderd door een hoge snuiter bij Justitie met de vraag of zij een onderzoek wilden instellen naar de kwalijke praktijken van de toen in het Londense Chelsea wonende Michel van Rijn en daarover een zwartboek wilden samenstellen. Beter bewijs van een onbevlekte reputatie kon Joep zich niet voorstellen. Wij vroegen aan kunstmusketier Van Rijn om een reactie. Wilde hij graag geven. Komt ie:

“Tsja, wat moet je daar nou mee? Ik noem in mijn boek deze verdwaalde toeristen in de kunstwereld maar Les Misérables. Waar mijn naam tegenwoordig al niet goed voor is. Maar “such is fame”. Gelukkig liggen dit soort kneuzen altijd achter mij in de race en reed ik voor mijn plezier al Bentleys plat toen de heer Daatselaar nog in een C & A -pak Mitsubishi’s aan de man moest brengen. Maar nu je het toch vraagt: naar mijn bescheiden mening had gewezen tweedehands autohandelaar Herr Aarselaar bij zijn leest moeten blijven. Ik heb even op zijn website gekeken naar zijn tweedehands waar. Veel oogverblindend vers beslag en sloten op “gerestaureerde” meubelen. Ronald Godhelp(e) hem. De laatste overigens niks mis mee”.

Is dit schilderachtig of niet? En we zijn er nog niet. Dus stay tuned.

1. Wij navragen of de betrokken OvJ ooit berispt was in verband met die affaire. Volgens het ministerie was het allemaal klinkklare nonsens. Maar wat zegt dat nog tegenswoordig?

  • Datum: .

zaterdag 6 maart-2010
Om duidelijk te maken dat de story rond Noortman, Van Dedem en Hafmans niet zomaar uit de hemel is komen vallen gaan we terug naar 14 augustus 2001. Op die wonderschone dag zetten wij het artikeltje “Het luchtje bij TEFAF is geen Chanel” op de wereld. Daarin trokken wij de niet zo deftige connectie naar boven tussen de avontuurlijke ondernemer Simon Visser en Albert Vandervelden. Een Luikse kunsthandelaar die zijn nering nog steeds uitvent via zijn gallery La Mésangère. Visser was een specialist in het nachtelijk ontruimen van met name Franse en Belgische kerken en kastelen. En hij had geen headhunter nodig om kapitaalkrachtige klanten te vinden voor zijn frivool verworven antieke spulletjes. Want Vandervelden was niet de enige onverlaat die in Simon’s klapper prijkte (1).
Maar rond die tijd begon een legertje rogatoire Franse smurfen Simon angstig dicht te naderen. Hij werd ervan beschuldigd een partijtje middeleeuwse religieuze beeldjes achterover te hebben gedrukt en stond op het punt te worden uitgeleverd. Zijn advocaat huurde een speurneus in en die trof net op tijd de bewuste beeldjes aan in een oude Citroën. Simon van het haakje. Vandervelden even in onze spotlights. En dat was het. Case closed. Maar er was meer. En dat zou gaan om een andere Nederlandse connectie van Vandervelden: Theo Daatselaar. Een vroegere autohandelaar uit Utrecht die door zijn zwager werd omgekat tot kunstdealer en het zelfs bracht tot kunsttaxateur. Wordt heel leuk. Stay tuned.

1. Zo krijgen wij bijvoorbeeld een heel apart gevoel van binnen bij het teruglezen van “Boegbeelden van de TEFAF” dd. 9 april 2002, waarin een hoofdrol was weggelegd voor twee Duitse gietijzeren herten, die in de tuin van Dolf baron Sweerts de Landas Wyborgh stonden af te koelen.

  • Datum: .

vrijdag 12 maart-2010
Ergens aan het eind van de vorige bewogen eeuw kwam een kunstliefhebber op het lumineuze idee om eens een bezoekje te brengen aan de artshop van Bugatti-aanbidder Jaap Braam Ruben in Maastricht. Hij naar binnen, met zijn fotocamera in aanslag. Er was niemand aanwezig. Dat wil zeggen, niet in de shop zelf. Wel in het privégedeelte erboven, waar zich kennelijk een omvangrijke echtelijke ruzie voltrok. Het verschafte de bezoeker de gelegenheid om het voorste exemplaar van een rijtje schilderijen dat tegen een wand stond aangevlijd op de kiek te nemen. Het kwam hem bekend voor. Maar voor hij nog meer op de gevoelige plaat kon vastleggen daalde Jaap als de engel Gabriël de trap af en verzocht de bezoeker dringend om op te lazeren. Dat deed de kunstliefhebber. Thuisgekomen vergeleek hij zijn foto met een van de afbeeldingen uit een circulaire, die was samengesteld naar aanleiding van een diefstal uit het Joffershuis aan de Amsterdamse Keizersgracht. En jawel, a perfect match. Het ging om een schilderij van Jan Sluyters. Een dame op het strand.
De kunstliefhebber zocht contact met de rechtmatige eigenaren en sprak met een van hen, Jacob Sietsema. Zij maakten een afspraak over hoe nu verder, maar niet lang daarna kreeg Jacob een beroerte en de zaak verzandde.
Overigens had de kunstliefhebber zijn verhaal nog wel gedeponeerd bij de ook in een andere context bij ons figurerende rechercheur/spannende boekjesschrijver/stevige stoelenontwerper Simon de Waal. Maar hij hoorde er niks meer van. Kan te maken hebben met wat er niet lang na zijn aangifte in Maastricht gebeurde. In de shop van Jaap.
Daar had namelijk een ernstige heer zijn opwachting gemaakt. Namens een cliënt eiste deze heer een bundeltje documenten terug. Die hadden betrekking op een Bugatti en Jaap had ze in goed vertrouwen gekregen van voornoemde cliënt om het antieke vehikel op te kunnen duikelen. Jaap deed of zijn neus bloedde. Hij wist niet waar de ernstige heer het over had. Net voordat critical mass in zicht kwam werd het gesprek plotseling onderbroken door een inval van een heel peloton vervaarlijke smurfen, die met veel bombarie wel zo’n dertig schilderijen inbeslagnamen. En u raadt het en gaat door naar de volgende ronde: een van de schilderijen was die van Jan Sluyters. Een dame op het strand.
Hoe het verder afliep weten we niet. Maar is dat schilderachtig of niet? En we zijn er nog niet. Stay tuned.

  • Datum: .

woensdag 17 maart-2010
We hebben het hier al vaker gezegd, de reputatie van de TEFAF vertoont heel wat crimineel craquelé. Kan je wat ons betreft de hele Telegrof wel vol zetten met toastende pakken en jurken, maar als die ter gelegenheid van de opening van de jaarlijkse kunstjamboree witlof toezwaaien aan founding father Robert Noortman (rip) dan krijgen wij kramp. En dan hebben we het maar niet over de exposanten. Nou, weet je wat, laten we het er maar wel over hebben.
Neem bijvoorbeeld exposant Theo Daatselaar. Heeft een antieke uitdragerij en is beëdigd taxateur. Mag je van zo'n steunbeer van de samenleving iets moois verwachten? Dachten we wel. Maar uit eerdere afleveringen van deze serie is al gebleken dat de kast van Theo niet alleen antiek herbergt, maar ook een peletonnetje skeletten. En laten we nou onlangs een nieuw exemplaar op de kop tikken. Jawel. Kwootje uit een peevee:

"Op donderdag 21 februari 2002, omstreeks 14.50 stond de heer Daatselaar in de wachtruimte van mijn praktijk. Hij begon al meteen vervelend te doen door de volgende woorden uit te spreken: "Als je niet ophoudt dan weet ik je te vinden" of woorden van gelijke strekking. Hierop heb ik de heer Daatselaar meegevraagd naar mijn kantoor. Nadat wij hier hadden plaatsgenomen bleef de heer Daatselaar vervelend doen door mij te initimideren. Ik heb mij hier niet door laten beïnvloeden en heb de heer Daatselaar gevraagd het pand te verlaten. Ik vertelde hem dat ik anders de politie zou bellen, dan wel laten bellen. Ik zag dat hij naar de voordeur liep. Ik ben met hem meegelopen omdat ik niet wilde dat hij weer naar binnen zou komen. Toen we bij de deuropening stonden hoorde ik hem het volgende zeggen: "Als je niet ophoudt dan weet ik je te vinden. Dan kom je mij tegen. Ik zal je laten platslaan" of woorden van gelijke strekking. Een werkneemster van mij heeft deze uitlatingen eveneens gehoord en is bereid om een getuigeverklaring af te leggen. Toen hij op de stoep stond hoorde ik hem zeggen "Ik kom terug"".

Geen scène om gehoekt achterover te vallen in het gewone leven. Edoch, in het TEFAF-leven bij een bubbeltje en een Kaspische Zeehap misschien licht schokkend. Bij het afleggen van zijn verklaring kreeg de door Theo belaagde zakenman tot zijn verrassing te horen dat Theo al in de justitiële annalen voorkwam wegens een gevalletje heling en afpersing.
Uit het latere verhoor van de TEFAF-tijger kwam naar voren dat het luidruchtige bezoek van Theo aan de betrokken zakenman geïnitieerd was door Joep Hafmans (1). Klaarblijkelijk een gap, die voor heling in de boeken stond. Geen dappere gap overigens, want hij ging niet mee met Theo om de zakenman een lesje te leren. Naar verluidt zou de kadi voor dit gevalletje intimidatie uiteindelijk een zeperd van twee maanden voorwaardelijk hebben uitgedeeld aan de TEFAF-coryfee.
U nog een glaasje? Nee, ik sla even over. Stay tuned.

(1) Zie aflevering 2 en 3

  • Datum: .

zaterdag 17 april-2010
Ook toevallig dat u daarover begint. Over die Bugatti's van Jaap Braam Ruben. Onze avontuurlijke Maastrichtse handelaar in kunstwerken en ouwe benzinevehikels. Brengt ons namelijk op een historisch verhaal. Gaat over de gebroeders Hans en Fritz Schlumpf. Die twee boys hadden voor de oorlog al een textielfabriek in het Franse Mulhouse. Dat ging allemaal heel gezond tot iemand op het idee kwam om de productie van alles wat een mens aan zijn lijf heeft over te brengen naar China en wijde omgeving. Dat betekende een vierkante kilometer klad in de textielindustrie elders in de wereld, dus ook in Mulhouse. Niet zo gek dus dat de arbeiders van de Schlumpfjes zich langzamerhand zorgen begonnen te maken over hun dagelijkse vin, pain en boursin. En ze vroegen zich af of hun twee baasjes wel zulke bons poires waren als ze altijd hadden gedacht. Met name Fritz hield zich in hun ogen toch wat al teveel bezig met het rondrossen met sportkarren. Om nog maar te zwijgen over zijn gestaag groeiende verzameling Bugatti's. Pas veel later en te laat kwamen ze erachter, dat Fritz flinke hoeveelheden poen aan zijn bedrijf had onttrokken om overal op de wereld Bugatti's aan te kopen voor soms tien keer de dagwaarde.
Half jaren zeventig donderde de boel in elkaar. De arbeiders gingen over tot een langdurige bezetting van hun bedrijf. Inclusief het museum waarin de Bugatti's van Fritz waren ondergebracht. Nou kan je bezetten wat je wil, als de stretch eruit is kan je het wel schudden. Na jaren strijd ging er een streep door Schlumpf. Het museum ging over in handen van de staat. Altijd leuk als je later met je kleinkinderen langs een paar honderd ouwe auto's kan schuifelen en dan kan zeggen dat daar een stukkie van opa's gestolen poen staat. Maar goed, de verzameling was gered en kwam tot in lengte van dagen ten goede aan Jean Publique. Dacht iedereen. Ja, ja. Stay tuned.

  • Datum: .

woensdag 21 april-2010
Wij zijn van huis uit niet van die museumtypes. Maar omdat we vroeger goed hebben opgelet in de bovenbouw weten we wel dat je in de zwaar door allerlei deftigheden gestiekte uitstalkasten niet de hele voorraad ziet. De kneusjes en de wat mindere kwaliteit staan ergens op zolder, in de kelder of een duur pakhuis opgeslagen. Of in een garage, als het bijvoorbeeld om koetsen of andere ouwe vehikels gaat. Zoals de Bugatti's van het Schlumpf-museum in Mulhouse.
Een kostbare zaak, zowel wat het onderhoud als de wagens zelf betreft. Ooit werd er uit een Italiaans meer een Bugatti opgetakeld die daar al een stief kwartiertje had gelegen. Werd a prima facie en nog heftig nadruipend toch meteen al op een kwart meloen geschat. We bedoelen maar.
Nou het gekke, ondanks het feit dat die wat minder in hun vel zittende Bugatti's wel degelijk deel uitmaken van de ondeelbare Schlumpf-collectie zou volgens onze volledig ingereden bronnen de flamboyante Maastrichtse kunst- en ouwe auto'sliefhebber Jaap Braam Ruben erin geslaagd zijn een hele bups van die tweede keus over te nemen.
Een meloenenzaak die vragen oproept. Par exemple waar onze Jaap de moutarde vandaan heeft gehaald en waarom we niks hebben gelezen over de spectaculaire verkoop van Frans erfgoed. Gaan we toch even de fermier voor op. Eerst even ons Frans oppoetsen en dan allez hop. Kijken of we een Canard op de koplamp hebben getikt. U hoort nog van ons. A bientôt et restez tuned.

  • Datum: .

maandag 5 maart-2012
Bilthoven. 31 oktober 1999. Half acht 'savonds. Een paar gemaskerde onverlaten verschaffen zich toegang tot de villa van de 84-jarige mevrouw Röell, weduwe van voormalig Rijksmuseum-directeur David Cornelis Röell.
Nou verwachtte ze bezoek, maar niet van dit allooi. De bewoonster werd tegen de verwarming gezet en als ze zich koest hield dan gebeurde er verder niks. Met een kennersoog werden vervolgens een stel redelijk kostbare schilderijen die al generaties tot het bezit van de adellijke familie behoorde van de wanden gehaald. Een Isaac Israëls verspreidde kennelijk een luchtje, maar nadat een van de heren nog eens goed naar de signatuur had geloerd, werd ook die bij veroverde trofeeën gezet.
Na de razendsnel uitgevoerde klus zetten de Zorro's een zware stoel over de weduwe heen, droegen hun verworvenheden naar hun auto in het nabijgelegen bos en vertrokken. Het bejaarde slachtoffer wist zich na een kwartier te bevrijden en belde de lokale smurfenkolonie. Een paar vertegenwoordigers daarvan doolden een paar uur rond in de villa en de groene omgeving, maar konden verder niet veel uitrichten.
Later werd naar buiten geworpen, dat de schilderijen een waarde van rond de 3 meloen piek vertegenwoordigden. En dat je een aanzienlijk bedragje tegemoet kon zien als je een gouden tip uit je alpino toverde. Als we het goed begrepen hebben is er zelfs geen sprake geweest van een koperen tip, maar er waren wel degelijk verdenkingen. Tegen luitjes die ook een warm plekje in de annalen van Kleintje Muurkrant hebben gevonden. Bijvoorbeeld in deze serie. Meer daarover in een volgende aflevering. Stay tuned.

  • Datum: .

woensdag 14 maart-2012
Hoe gaat zoiets? Je bent beroofd. Een paar gemaskerde schooiers hebben je ouwe schilderijen van de muur gehaald. Geen echte toppers misschien, maar laten we zeggen subtoppers, die op de zwarte markt best nog wel wat opbrachten. Dan doe je uiteraard officieel aangifte. En je wacht geduldig op nader bericht van de lokale smurfenbrigade. Uiteindelijk weeg je een ons en je stelt je in verbinding met je verzekeringsmaatschappij.
Dat is precies wat de weduwe Röell deed na de overval op 31 oktober 1999 (1). Geassisteerd door haar zoon Jaap. Gelukkig hadden ze de foto's nog en daarmee gewapend gingen ze in de slag met Lloyd's. Daar deden ze niet moeilijk en de zaak werd netjes en redelijk snel afgewikkeld.
Met een deel van de ontvangen vergoeding kochten de Röelletjes wat vervangend schilderwerk en langzaamaan verdwenen de beelden van de overval naar de achterste regionen van het geheugen.
Tot zich begin augustus 2003 iemand meldde die beweerde dat hij over informatie beschikte over de enerverende gebeurtenissen van oktober 1999. Hij belde daarover voorzichtig met mevrouw Röell en kreeg kort daarop een briefje van zoon Jaap. Kwootje. Komt ie:

"Enige dagen geleden hebt u mijn moeder gebeld over informatie die u hebt inzake de kunstroof bij haar thuis, 3 jaar geleden. Aangezien zij alleen een faxnummer heeft vraag ik u met mij contact op te nemen".

Inhoudelijk op zijn minst wat verwarrend, maar de informant belt met Jaap en die belooft later die maand opnieuw contact op te nemen. Dat wordt op 29 augustus. Weer een briefje. Kwootje. Komt ie:

"Op 7 augustus jl. hebben wij elkaar telefonisch gesproken. Naar aanleiding van dat gesprek heb ik contact opgenomen met mijn broer, antiquair in Maastricht. Vanwege zijn vakantie kon dat niet eerder dan deze week. Indien u meent te weten waar de schilderijen die bij mijn moeder zijn gestolen verblijven, zouden wij daarvan gaarne op de hoogte gesteld [worden, red.] en treden wij vanzelfsprekend nader met u in contact.
Indien het een serieuze tip is zullen wij gezamenlijk moeten overwegen de politie daarvan op de hoogte te stellen.
Aangezien ik alleen over uw faxnummer beschik vraag ik u wel mij in contact te...
(onleesbaar, red.)
".

En ook dit is inhoudelijk licht verwarrend. Hoezo "overwegen om de politie op de hoogte te stellen"? Heur je dat niet altijd te doen in dit soort gevallen? Vreemd. Maar het wordt nog vreemder. Stay tuned.

1. Zie aflevering 7 dd. 5 maart 2012

  • Datum: .

woensdag 21 maart-2012
Japie was boos. Japie Röell. Had ie nog zo tegen die meneer Duciel (1) gezegd, dat zijn moeder alleen maar een fax had. En als meneer iets te boeren had over die roofoverval uit 1999 dat ie dan Japie maar moest bellen. Wat doet die Duciel? Belt doodgemoedereerd de moeder van Japie. Het nummer had ie van een lokale smurf die over het dossier Röell ging en met wie hij samen een bezoek zou brengen aan de bestolen weduwe.
Aanleiding daartoe was de verdwijning van een paar kostbare stukken uit het familiebezit van de Duciels na het overlijden van de pater familias in de jaren negentig van de vorige eeuw. Betrokken telg had een vermoeden wie daar zijn tengels naar had uitgestrekt en dat vermoeden werd gedeeld door de lokale smurferij.
Hoe dit zij, op de dag van de afspraak met mevrouw Röell bleek de op haar zaak zittende smurf niet lekker onder zijn bloes, maar Duciel zag er geen been in om in zijn uppie zijn opwachting te maken in villa Röell. Daar werd hij vriendelijk ontvangen en al snel vatte Duciel de nazaat van Potter's meesterwerk bij de horens.
Had zij voor de roofoverval uit ooit ene Daatselaar op visite gehad? Ja, dat had ze. En die Daatselaar was in gezelschap geweest van ene Van Dam, "van de modezaak in Utrecht".
Hoe kwam Duciel op de naam van Theo Daatselaar, kunsthandelaar en taxateur (2)? Nou, in die tijd hielden de smurfen Theo in de kieren in verband met een simsalabim in kasteel Sijpesteijn, waar hij tevoren was opgetreden als taxateur en één dag voor de verdwijntruc nog gezien was bij een omtrekkende beweging met zijn rode BMW. Als loodsvisjes bij de voorbereiding van deze expedities gebruikte hij verschillende lieden uit zijn ruime kennissenkring, onder wie voornoemde Van Dam en een telg uit het adellijke geslacht Lawick van Pabst.
Bij Duciel gierde een golfje adrenaline door de aderen en hij liet mevrouw Röell een foto zien van een beeldje van Zadkine, dat uit de boedel van zijn vader was ontvreemd. Het kwam de nog zeer helder van geest zijnde weduwe bekend voor en ze belde met zoon Jaap. Of zij ooit een beeldje van Zadkine in huis had gehad. Japie antwoordde ontkennend, maar voelde wel meteen nattigheid. Vanwaar die vraag? Moeder zei dat meneer Duciel op bezoek was. En Japie werd boos. Stay tuned.

1. Het beestje moet een naam hebben.
2. Voor nog wat andere avonturen van Theo verwijzen wij met graagte naar onze zoekmachine

  • Datum: .

donderdag 29 maart-2012
Jaap kon het dak op. Jaap Röell. Of ie nou hoog of laag sprong, zijn moeder vond haar bezoeker een sympathieke man (1). Ze maakte vrij abrupt een einde aan haar telefoongesprek met Japie en excuseerde zich bij meneer Duciel voor het gedrag van haar zoon. Vervolgens troonde ze hem mee naar de bovenverdieping waar een kluis stond die zij deelde met haar zoon. Daar lagen ondermeer foto's in van de bij de roofoverval in 1999 verdwenen schilderijen. Wilde meneer Duciel die misschien even zien? Nou, dat wilde meneer Duciel wel. En hij assisteerde haar bij het openen van de kluis. Het bleek om zwart-wit foto's te gaan. Merkwaardig. Maar nog merkwaardiger was het feit, dat de toch niet als achterlijk bekend staande verzekeringsmaatschappij Lloyd's ze had geaccepteerd als bewijsmateriaal en de claim van Japie en zijn moeder zonder morren had gehonoreerd.
Onder de gestolen kunstwerken bevond zich een De Momper en een deel van het uitgekeerde bedrag werd gebruikt om een ander werk van deze zestiende eeuwse meester aan te schaffen. Althans, dat mogen we aannemen. Maar zekerheid hebben we niet, want ook dit schilderij werd zwart wit op de kiek gezet. Waarom? Bent u wakker? Deze nieuw aangeschafte De Momper zou trouwens zijn gekocht van een eenvoudig gezinnetje uit De Bilt. Provenance? Niet liggen te zeiken!
Het was trouwens niet de enige verrassing waar Duciel voor kwam te staan. Hij ontdekte ook nog een tinnen pul die als twee druppels waterverf leek op het exemplaar dat jaren daarvoor uit de boedel van zijn vader was verdwenen. Bewijzen kon hij niets, want hij had geen foto's. Zelfs geen zwart witte. Maar god hoorde hem brommen. Stay tuned.

1. Zie de vorige aflevering dd. 21 maart 2012

  • Datum: .

dinsdag 10 april-2012
Over Röell gesproken. Op 6 januari 2004 kwam die adellijke naam ook al bij ons voorbij rollen in een kunstzinnig artikeltje rond good old prins Bernhard en een verdwenen werk van de Italiaanse schilder Antonio Allegro Correggio (1). Dit als een soort voorproefje op een doorwrocht stuk over dat onderwerp van de journalistieke speurneus Ton Biesemaat in De Groene Amsterdammer (2). Het bewuste schilderij verhuisde na het overwinnen van wat diplomatieke obstakels in februari 1947 in het Nederlandse regeringsvliegtuig van Bern naar Amsterdam. Eenmaal daar aangekomen werd het in handen gespeeld van een "monsieur Röell", die een topfunctie vervulde bij een Nederlands museum. Daarna verdween het uit het zicht. Ging het meesterwerk dik betaald het obscure circuit in? Was het een valserik? Wie was die "monsieur Röell"?
De eerste twee vragen zijn niet te beantwoorden. De laatste wel. Het ging zonder twijfel om David Cornelis Röell. Een kanjer in de kunstwereld van zowel voor, tijdens als na de oorlog. Met voor zover bekend een onbevlekt blazoen. Dat wil zeggen tot 2004.
Zo is het in wezen ook met zijn zoon Jaap. Niks om hem te kruisigen, maar wat moeten een duistere taxateur als Theo Daatselaar en zijn kompanen bij Jaap en zijn moeder over de vloer? En dan nog wat. Jaap neemt in mei na zes jaar afscheid als voorzitter van Kunstliefde in Utrecht. Een van de Neerland's oudste verenigingen van beeldende kunstenmakers, die momenteel ruim honderd leden telt.
Sinds 2002 heeft Kunstliefde net als Hyves, Facebook en Amstel ook officieel geregistreerde vrienden. Een daarvan is een Utrechts befkantoor. En laat nou een van die beffen mr. Q. zijn die in 2011 zo prominent bij ons acteerde in de serie "Tussen beffen en piraten" en betrokken was bij de handel in een kleine vloot valse Modigliani's en een paar rotte Appels. Kan Jaap op zich misschien geen kut aan doen, maar deftig is het allemaal niet. Stay tuned.

1. Zie "De prins en de Correggio".
2. "Het Correggio-mysterie. De vlieger van de Prins, een Duitse spion en een verdwenen schilderij".

  • Datum: .

donderdag 19 april-2012
Zo woon je in een kasteel, zo zit je in een kerker. Het overkwam twee mensen eind vorige maand in de Belgische metropool Wimmertingen bij Hasselt.
In 2008 kocht het door de buren als uiterst sympathiek ervaren stel het kasteel voor 2,5 meloen. Ze lieten de tuin opknappen en het interieur weelderig opleuken met antiek en oude meesters. Dure heilige koeien loeiden in en uit. Het leek niet op te kunnen.
De buren wisten niet, ze nogal losjes omgingen met kredieten die zij bij particulieren met wat losse centen en bij spaarvarkens wisten los te weken. En ook niet, dat ze een wasserette runden, dat ze met valse papieren rommelden, dat ze een bosje fictieve bedrijfjes hadden opgericht en dat een stelletje stromannen tot hun personeel behoorde. Althans, daarvan worden zij verdacht. Tegelijkertijd werden door de Belgische gerechtelijke smurfen invallen gepleegd in Luik, Namen en Brussel, waarbij een kleine vlucht verdachte Ruskies, Tsjetsjenen en Maghrebbers achter het gaas werd geprikt.
Echte internationals dus. VOC-ers, die ook in Nederland al een paar keer flink aan de weg hebben staan timmeren. Eerst werd de een in 2004 tijdelijk in een Becelletje geworpen, omdat ze na de ondergang van haar Holding te weinig info aan de curator had verstrekt. Er was een kratje meloenen weg en de schuldeisers wilden wel eens weten waar die terug te vinden waren.
Die affaire kreeg het jaar daarop min of meer een vervolg bij een conflict met de vermaarde Friese koeienkweker Tiede van der Ploeg over de aankoop van een paar lapjes grond in België, waarvoor hij 5,5 meloen moest ophoesten. A. dreef toen haar nering vanuit Heerenveen als baasje van een andere BV. Het conflict bracht het bedrijf van Tiede en zijn koeien aan de rand van de afgrond, maar ze lazerden er niet in dankzij een reeks van taaie gerechtelijke procedures.
Daarna volgde een jarenlange warrige soap, waarin naast de door A. geadviseerde A., een wachtkamer vol curatoren en boer Tiede ook de Bercoop Bank (januari 2007 overgenomen door de Friesland Bank) een hoofdrol vervulde. En ook hier ging het over een flinke krat meloenen en een droevig infostroompje uit het Tollebekerhout. Mogelijk, dat de verhuizing van de twee van kasteel naar kerker ook verband houdt met bovengenoemde zaken.
Waarom ze dan in deze rubriek terecht zijn gekomen? Awel, allereerst is er sprake van ladingen antiek en oude meesters, die door de gerechtelijke smurfen in beslag zijn genomen. En verder vernamen wij uit een van onze diepe strotten dat met name A.P. geen vreemde zou zijn van twee kunstzinnige deugnieten, die eerder in deze serie al in het warme zonnetje zijn gezet: Theo Daatselaar en Jaap Braam Ruben. En daar worden wij heel blij van. Stay tuned.

  • Datum: .

zondag 6 mei-2012
Komt een man in Sint-Job-in-'t-Goor. Een dorp in de slagschaduw van Antwerpen. Het is rond de eeuwwisseling. De man is een speurneus en werkt aan een grote zaak, waarop wij later misschien nog terugkomen. In deze context doet onze Smiley zich listig voor als een Nederlandse kunsthandelaar, die niet meteen opschrikt van licht irreguliere werken. Hij heeft een afspraak met een paar lieden die in een riante villa blijken te bivakkeren. Na een vriendelijke ontvangst wordt hij ook voorgesteld aan twee andere aanwezigen: A.P. en A.B. Tijdens de inleidende koetjes en kalfjes bij een prettig glaasje wijn vertelt P. heel toepasselijk, dat hij iets heeft uitgevonden dat geweldig van nut zou zijn in de zuivelindustrie.
Dan ter zake. De Nederlandse speurneus wordt rondgeleid langs een groot aantal schilderijen en een paar iconen. Veel modernen (waaronder zowaar een kratje valse Appels) een enkele wat gedateerder. Sommige echt, andere zo vals als een diva op haar retour. Een van de eigenaren meldt op geheimzinnige toon, dat van tijd tot tijd toppertjes uit deze collectie worden gebruikt om toogjes uit de rechterlijke macht wat milder te stemmen cq. te bedanken. Zowel in België als in Nederland.
Nederneus vindt het allemaal zeer interessant, neemt nog een slokje en neemt afscheid met "don't call me, I call you". Vervolgens rijdt hij spoorslags naar een nabij smurfenbureau om gedetailleerd kond te doen van zijn belevenissen. Het wordt genoteerd en hij keert terug naar Nederland. Er gebeurt verder niets. Althans, niets van smurfenzijde. Wel verschijnt na enige tijd het bericht in de dagvodden, dat een villa in St-Job bezoek heeft gehad van een somber ploegje heren, dat een hele bups kunstwerken proletarisch onder de arm heeft genomen en daarna schielijk de villa heeft verlaten. Fi donc!
Appels, iconen, cadeautjes aan toga's, waar hebben we dat meer gehoord? Nou, A.P. en A.B. maakten in aflevering 12 van deze serie dd. 19 april 2012 hun entree. Een proletarische overval uit oktober 1999 kreeg in deze serie ruime aandacht in maart van dit jaar. En valse Appels werden geveild in aflevering 3 van de corruptievolle serie "Tussen beffen en piraten" dd. 22 september 2011. Alleen die cadeautjes aan magistraten, dat wisten we nog niet. Intrigerend. Haast schilderachtig. Stay tuned.

  • Datum: .

woensdag 11 juli-2012
Verrassing. Op 5 maart van dit jaar jasten wij in deze serie voor het eerst een artikeltje erdoor over de overval op de Bilthovense villa van de weduwe Röell eind oktober 1999. Een routineus klusje, waarbij in no time zeven kostbare schilderijen van de muur werden geplukt. Niet netjes misschien, maar shit happens. Ellendiger was dat de 84-jarige eigenaresse van al dat moois tussen de bedrijven door ook nog effies stevig werd aangepakt.
Jaren daarna gebeurde er nog iets kleurrijks in de coulisse van deze affaire, maar daarvoor verwijzen wij u vriendelijk naar de afleveringen 8 tot en met 11 van deze serie op deze site.
Maar nou komt het. Waar denderden wij vanochtend bij het eerste bakkie pleur tegenaan? Tegen een artikeltje waarin werd verhaald, dat een kundig smurfenteam vijf van de zeven schilderijen heeft teruggevonden en drie schavuiten achter een kijkgaatje heeft gewurmd. Twee in Nederland en de derde in de Merkelgroeve. Lees en hijs de nationale driekleur.
Of ze alle drie tot de vliegende brigade behoorden die in oktober 1999 de overval pleegde is blijkbaar nog niet op de stoep gezet. En of die drie louche boys rechtstreeks verantwoordelijk waren voor het aanbieden van de Jan Steen bij het niet altijd even deftige Christie’s ook niet. Maar curieus is wel dat wij kennelijk dwars door een smurfenonderzoek zijn heengefietst. Zonder ook maar tegen één smurf aan te botsen. Je maakt wat mee tegenswoordig. Zonder twijfel horen we hier nog meer over. Dus stay tuned.

  • Datum: .

donderdag 12 juli-2012
De hele mainstream uit de bol over die zeven schilderijen die eind oktober 1999 bij de weduwe Röell werden gejat en waarvan er nu vijf zijn teruggevonden. Zoonlief Jaap werd door Twee Vandaag geïnterviewd. Een van de vragen luidde: Wat gaat u met de schilderijen doen? Ophangen? Nou, precies kon Japie dat niet zeggen. Hij moest daarover nog in conclaaf met de rest van de familie. Jammer, dat zijn moeder deze blijde gebeurtenis niet meer had meegemaakt. Zij was in februari van dit jaar overleden. Nee, Jaap had haar niet verteld, dat er een schilderij was teruggevonden en dat de smurfen een spoor volgden. Waarom niet? Geen idee.
Eén vraag werd helaas niet gesteld aan Jaap: Nog iets gehoord van Lloyd’s? Daar was de gestolen waar namelijk verzekerd voor een paar meloen. En die meloenen waren na de roof ook keurig betaald aan de hand van een hoopje zwart-wit foto’s. Met die poen was daarna wat “vervangend schilderwerk” (1) gekocht, want die kale plekken op het behang was geen gezicht.
Nou hebben wij van verzekeren net zoveel verstand als een koala van klaverjassen, dus gingen wij effies vlug de boer op voor het antwoord op de vraag hoe het met de rechten van Lloyd’s stond in het onderhavige geval? Beroerd. Na een termijn van 12½ jaar kon de verzekeraar verder eventuele rechten op zijn navel spelden. Althans, volgens onze informant. Als dat juist is kunnen de erven Röell rustig ademhalen, want die termijn is net een paar maanden verlopen.
Inmiddels heeft Jaap met de tentoonstelling “6 Ateliers” op 17 juni afscheid genomen van de artistieke Utrechtse vereniging Kunstliefde, waar hij zes jaar lang met de voorzittershamer speelde. Voor zijn belangrijke werk op het terrein van schone kunsten, milieu en ouderenzorg kreeg hij van de burgemeester van De Bilt een Oranje Nassau lintje. Wil niet zeggen, dat Japie met zijn handen in zijn schoot gaat zitten. Samen met zoon Louk heeft ie een kunstruimte in de Utrechtse Pieterstraat betrokken, KuuB. Kan je deze zomer in de weekenden terecht. Jaap, man in bonus. Stay tuned.

(1) Daartoe behoorde een schilderij van De Momper met een twijfelachtige provenance. Zie aflevering 10 dd. 29 maart 2012.

  • Datum: .

maandag 29 oktober-2012
Zo. Japie Roëll blij. Het grootste deel van de gejatte schilderijen van zijn moeder (rip) is bij hem terugbezorgd. En de heler van al die opgerolde verf heeft vorige week een zeperd geladen van 4,5 jaar kruipruimte met aftrek van voorarrest. Niet alleen voor het in bezit hebben van proletarisch verworven kunstwaren, maar ook 25.000 feestpillen, 18 kilo hasj en een indrukwekkend strafblad. Een echte prof dus, die zoals een prof betaamt stijf de bek gesloten hield bij de vraag van wie hij de kunststukken had gekocht cq. voor wie hij ze in bewaring had genomen. Of ze bij verzekeringsmaatschappij Lloyd’s net zo blij zijn als in huize Roëll valt te betwijfelen. Maar als je zwart-wit foto’s van “oude meesters” accepteert bij het sluiten van een verzekering kan je net zo goed bij Sinterklaas gaan werken.
In wezen is de zaak dus nog niet opgelost. Er zijn nog twee schilderijen zoek en noch de daders, noch de orkestleiders zijn op het vestje gespuugd. Dus stay tuned.

  • Datum: .

Wie bepaalt wat bij de redactie van het NOS-nieuws op de glazen tiet? Oftewel: wat vinden ze daar interessant genoeg om het bij ons de huiskamer in te knallen. Die vraag overviel ons vandeweek weer eens toen we om zes uur 'savonds werden overvallen met dit formidabele item. Misschien nog zo erg niet, maar een van de luitjes die hun zegje mochten doen was Theo Daatselaar. Keurig in het pak. Een keurige uitdragerij. Een keurige dochter. Alles keurig. En in tegenstelling tot zijn collega meldde Theo ons dat zijn luxe uitdragerij in Zaltbommel qua inkomsten niks te klagen had. Nou gaat de vergelijking met de knuffelmetarmofose die Willem H. te A. ooit bij Twan Huys onderging misschien mank. Maar om nou juist Theo zonder boeoeoeoe of baaaaah op te voeren om een reportage te stutten over de moeilijkheden waarin de uitdragerijbranche zich zou bevinden is wat ons betreft een faux pas. Ongeveer vergelijkbaar met het gemak waarmee de bretelvriend van onze premier de hotelier annex sterrenwichelaar annex stenenschuiver annex handelaar in schone en minder schone kunsten annex ouwe autofanaat Bertje Degenaar in het zonnetje zet. De trouwe lezers van deze kolommen zijn Theo (en ook Bertje) al vaker tegengekomen, maar van een zonnetje was in die gevallen echt geen sprake. Meer zwaar bewolkt met af en toe een klap onweer. Gewoon een goeie raad voor de jongens en meisjes van de NOS: neem eens een flinke hap in de onderhavige serie. Met als amuses aflevering 640 van de serie Octopussy, aflevering 11 van de serie “Tussen beffen en piraten” en de noten bij het artikel “Crimineel Utrecht”. Eet smakelijk. Stay tuned (JP).

  • Datum: .

Dionne Stax? Een schilderij van een meid. Niks voor Rubens misschien, maar voor ons best prettig als ze weer eens in een strak gevalletje voor de camera wordt gesleurd om de nieuwsprak van de NOS te presenteren. Of als ze op 27 april blonde vragen mag stellen aan de heffe des volks, die jaarlijks te hoop loopt om onze vorst tienduizend keer goeiedag (Bartels) te horen zeggen. Kan je je voorstellen dat het haar net als bij haar collega Annechien af en toe stevig uit de bevallige neusgaten komt? Jawel. En dat ze voor de verandering wel eens wat anders wil? Kunst of zo. Jawel. Dus het was voor haar naar wij aannemen pure manna dat ze bij de antieke zender van Max in 2017 iemand zochten voor een nieuw programma: “Van onschatbare waarde”. Een soort alternatief voor “Kunst en kitsch”, dat zowaar best aardig scoort en waarin een paar gelukkigen wat spulletjes die ze tijdens de Oranjenach niet durven te exposeren bij Dionne en haar vier experts in de ramsch gooien. Niks mis mee, ware het niet dat het expert-team met Ilse Daatselaar en Bert Degenaar in de gelederen nogal avontuurlijk bij ons binnenkomt. Ilse schijnt namelijk de dochter te zijn van Theo Daatselaar. Eigenaar van een op het oog chique uitdragerij, die zich met enige regelmaat en verve aan het firmament van deze serie heeft gemanifesteerd (1). Bert heeft daarentegen zijn eigen firmament laten aanbrengen in zijn villa aan de Vecht en ook hij werd in eerdere afleveringen van deze serie al eens in het zonnetje gezet (2). Waarom we nu pas enige aandacht besteden aan dit programma? Nou, voor morgen staat er een klappertje in de koelkast. Een schilderij dat voorzichtig wordt toegeschreven aan Jan Lievens, een ouwe gabber van Rembrandt, en al een tijdje schijnt te circuleren in Bilthovense dreven. Probleempje, of liever probleempjes, de kunstzinnige uitbarsting in kwestie is cq. lijkt niet gesigneerd en van provenance is voor zover wij weten niet of nauwelijks sprake. Niet getreurd. Je kan altijd Jan Six er nog bijhalen en kijk er niet van op als die van deze “Lievens” al dan niet met hulp van Ernst van de Wetering nog een Rembrandt weet te maken door triomfantelijk te wijzen op een typische kwastvoering ergens links bovenin of een likje verf dat in WO II de signatuur van Lievens/Lullo/Rembrandt (3) moest verhullen om de moffen bij de Nase te nemen. Kortom, we zullen het meemaken. Vandaag Ajax. Morgen Stax. Stay tuned (JP).

(1) Zie ook aflevering 11 van de serie “Tussen beffen en piraten”.
(2) Lees voor de aardigheid binnen deze context ook eens aflevering 33 van de serie “Roestig” waar Bert samen met zijn ouwe makker Bennie Bijleveld figureert. Naar verluidt zou Bennie momenteel actief zijn in de chemische sector van de Chinese stad Guangzhou ten gerieve van een heel stel Brabantse ondernemers. Maar dit terzijde.
(3) Voor enige uitleg van dit stukje indrukwekkend proza verwijzen wij u graag naar de serie “Carnaval der desperado's”.

  • Datum: .

Hij was van tante. Dat schilderij met die koperen schaal, die twee sinaasappels en die uitgebloeide zonnebloem in een vaas. En ze had hem ooit in bruikleen gegeven aan museum Boijmans van Beuningen, waar ze zelf vroeger had gewerkt. Dat bruikleen betekende niet dat het dundoek ergens aan een spijkertje in het museum hing, opdat J. Publiek cs. zich eraan kon vergapen. Als het verhaal juist is dan was het opgeslagen bij de rest van de museumbullen, ergens op een achteraffie. In wezen had tante het werkje dus beter ergens boven het dressoir kunnen hangen, dan had ze er zelf nog wat aan gehad. Maar misschien hing het al vol bij haar thuis en was de zolder geen optie. Kortom, raar verhaal. Goed, tante overleed. Ze was ongetrouwd gebleven en de schaal, de sinaasappels en de zonnebloem kwamen bij de volgende generatie van de famieljeleden terecht. Die zagen de naam van Mondriaan opduiken in de bijbehorende paperassen en kwamen in beweging. Poen. Zou je het zelf zijn. Een expert ging aan het grutten en constateerde dat het inderdaad om een vroege Mondriaan ging. Er was wel een stukkie van afgesneden en het doek was ter versteviging op een ander doek geplakt, maar de signatuur was in orde, de craquelé ook en de afbeelding leek op een ander vroege uitbarsting van Mondriaan. Mijn liefje wat wil je nog meer. Over de provenance had de expert het niet. Maar daar gaat ie gelukkig ook niet over.

Oké, nou het lullige. Deze nieuwe vroege Mondriaan maakt komende woensdag-avond deel uit van de kunst en de kitsch van presentator Frits Sissing en zijn kunstmarktkooplui. Waarom tante's erfenis niet zonder al die drukte gewoon de ramsh wordt ingeslingerd bij oh zo keurige instituten als de TEFAF of de PAN of bijvoorbeeld bij de uitdragerij van Theo Daatselaar in plaats van te worden gelanceerd via de zwarte doos is ons een raadsel (1). Maar wij zijn maar eenvoudige aardappeleters. Ook leuk. Raad eens wat wij hoorden van een bron uit het wereldje van artistieke vibraties en kwastvoering. Dat tante's erfgenamen alvorens te verschijnen in de poppenkast van Fritsje waren voorgekneed bij de Holland Integrity Group. Om geen bokken of andere diersoorten te schieten tijdens het bijbehorende interview. Om te controleren of de craquelé van dit bericht wel deugde stuurden wij afgelopen donderdag een mail aan Hessel van Bruggen, een hotemetoot van voornoemde met integriteit volgestouwde Group. Raad nog eens. Vingerplant. Geen antwoord. What else. En dan zit er nog een ets van Rembrandt in de pijplijn. Kejje nagaan. Nee, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Vooral als het om geld gaat. Stay tuned (JP).

(1) Voor kunstzinnige berichten over zowel de TEFAF als de PAN en Theo kunt u uit uw Ferdinand Bol gaan op onze zoekmachine.

  • Datum: .