woensdag 15 december-2010
Zijn naam? Albert Gonzalez, de trotse leider in de globale competitie van hackers en pasjesvervalsers. Vriend Albert stak aan het begin van deze eeuw voor het eerst zijn neus aan dit smoezelige venster. Hij werd ervan verdacht de mastermind te zijn van een kopgroepje hackers dat erin slaagde een berg nummers van creditkaarten, pinkaarten en meer van dat soort strooigoed achterover te drukken. Met openbare en gestolen persoonsgegevens werd vervolgens aangeklopt bij allerlei poenverschaffers en met de geleverde 1,5 meloen kaarten sloeg het grote peloton sympathisanten aan het cashen. Niet alleen in de VS, maar ook in landen als Bulgarije, Wit-Rusland, Oekraïne, Polen, Canada, Zweden en... Nederland. Totale opbrengst naar schatting 4,3 meloen dollar. Kinderspel vergeleken met wat later zou volgen, maar je moet ergens beginnen.
Via een onderzoek in bovenstaande landen kwamen speursmurfen van de Amerikaanse Secret Service uiteindelijk bij Albert terecht. En laat ie nou net 15 valse kaartjes bij hem hebben. Hij kreeg de keus: of meewerken of kruipruimte. Albert koos voor het eerste en samen met zijn handlersmurfen rolde hij zijn eigen organisatie op.
Zou je verwachten dat ie zich daarna wel even koest zou houden. No way, José. Praktisch onder de ogen van de Secret Service haalde hij hetzelfde geintje uit, maar dan nog effies beter. Hand in hand met 10 gabbers binnen dit specialistische metier, onder wie een meneer van het poenige Morgan Stanley, hackte hij tussen 2005 en 2007 een respectabele 45,6 meloen kaartnummers bij elkaar. Een wereldrecord. Het doel van die diefstal moge inmiddels duidelijk zijn.
Albert kreeg opnieuw de Secret Service over de vloer en ging voor de tweede keer voor het luik. Nu onvoorwaardelijk. Van een kadi in New Jersey kreeg hij uiteindelijk een maandje of tien geleden 20 jaar voor zijn ballen. Nog mild in vergelijking met de dertig jaar die zijn Russische gap Maksym Yastremskiy van een Turkse kadi in Antalya voor zijn reet kreeg.
Bij het opblazen van Albert's hackwerk kregen de Amerikaanse speursmurfen hulp van Turkse en Letse collega's. Letse? Ja, want zowel Albert als Maksym hadden hun spulletjes netjes versleuteld ondergebracht bij de firma Cronos in Riga. Onder de hoede van ene Ivars Tenters, die maar al te graag bereid was om de blauwe overvalploeg te assisteren bij het openen van de digitale kluisjes.
Wacht even. Wacht even. Ivars Tenters? Was dat niet die ouwe gap van onze Amsterdamse kindervriend Robert Mikelsons? De man die als financier zou optreden voor de opvangketen van Robertje? De inmiddels ondergedoken sleutelspecialist? Jawel, dezelfde Ivars. Toeval? U weet het. Stay tuned.
- Datum: .