Skip to main content

woensdag 7 maart-2007
Wat bomaanslagen betreft heeft de gemeente Den Haag een grote broek op te houden. Verrassend genoeg heeft dat minder te maken met het beleid van Burgemeester & Wethouders dan met andere vormen van crimineel gedrag en de aanwezigheid van nogal wat ambassades. Zoek in gemeentearchief Den Haag op het woord “bomaanslag”, klik in het tevoorschijn ploppende lijstje op “foto’s” en vol trots toont de gemeente u zestien fraaie afbeeldingen. De moeite waard om te bekijken, zoals van de aanslag in 1921 door de kameraden Piet Kooijman, Leen van der Linde en Jo de Haas gepleegd op de woning van krijgsraad-lid H.D.R. Verspijck, (mede)verantwoordelijk voor het vonnis van zes jaar (!) tegen dienstweigeraar Herman Groenendaal. De naam Verspijck is er sowieso een van gereputeerde militaire ploerterij, niet in het minst door de oorlogsmisdadige activiteiten van Luitenant-Generaal G.M. Verspijck op onder meer Borneo en tijdens de tweede Atjeh-expeditie. Nadat hij zijn opperbevelhebber Van Swieten tijdens deze moordtocht verweet veel te menselijk te zijn opgetreden beschuldigde deze op zijn beurt onder-collega Verspijck van het platbranden van reeds geplunderde kampongs. Heren onder elkaar.

In het Noord-Brabantse Odiliapeel explodeerde enkele weken terug een in een auto meegeparkeerde bom. Vanuit dezelfde straat met zo’n tombolanaam die erom sméékt de lucht in te worden geblazen, de Zonnedauw, tipten bewoners de politie over een verdachte auto waarop deze werd meegenomen naar het oude hoofdbureau in Den Bosch met tegenwoordig ondersteunende diensten erin. Bij onderzoek trof de politie een “serieus explosief” aan, vertaald: een jetser van een bom in de kofferbak die door de EOD onschadelijk werd gemaakt. Voor een goed begrip: de bom, niet de kofferbak. Dat was beslist andersom geweest wanneer de Bromsnorren zelf hadden geprobeerd het helse tuig te ontmannen, want hoe zwakzinnig moet je wel niet wezen om een auto waarvan je op één vinger al kunt natellen dat er vrijwel zeker een bom in zit doodleuk over de openbare weg, langs huizen en alles, te verslepen naar een plek waar (ook in de nabijheid) hele cohorten mensen aanwezig zijn?! Den Bosch mag zich gelukkig prijzen dat Hermandad niet is geslaagd in dezen eclatante poging een flink gat in de eigen stad te blazen. Moeten zulke microcefalen ons tegen bomaanslagen beschermen??!!

  • Datum: .

donderdag 8 maart-2007
Terug naar de Hofstad. Begin maart 1968 werd in Den Haag een aantal bommen geplaatst die niet allemaal ontploften. Doelwit waren ambassades van landen met onprettige regimes en/of activiteiten zoals Griekenland (fascistisch Kolonelsregime), Spanje (het varken Franco), Portugal (het zwijn Salazar) en Amerika (de Vietnamoorlog). Juist bij zulk tuig lag het hart van de even orthodox-katholieke als extreemrechtse ex-NSB’er Joseph Luns, al vele jaren minister van Buitenlandse Zaken, die zijn vroegere overtuiging duidelijk nooit heeft kunnen loslaten. Demonstratief schonk hij de Atheense fascisten een nieuwe voordeur voor hun ambassade. Die deur was beschadigd geraakt, een fraai gezicht op de foto’s in het Haagse Gemeentearchief, toen net zo’n slimme rechercheur als die pierewaaier met z’n bomauto in Den Bosch tot zijn dolle vreugde ontdekte dat de bom bij de Griekse ambassade niet was ontploft. Nóg niet, maar om zoiets ingewikkelds te bedenken moet je over minimaal één breincel het commando voeren. Niet dus, maar wat hij tot eigen rampspoed wél bij zich had was een ultra-formaat envelop. Sommige rechercheurs, vooral PID’ers deden dat, RID’ers nog steeds, slepen ’s nachts de vreemdste dingen mee – je weet maar nooit wat je tegenkomt! Het hoofdbureau lag pal om de hoek, dus wat was er logischer dan de staafbom in de envelop te stoppen als bewijsmateriaal en het duivelstuig daar rustig te gaan onderzoeken. De gemiddelde lezer zal het niet bedenken, maar die heeft er dan ook niet voor geleerd ons simpelen tegen bomaanslagen te beschermen.
Vanwege de explosie, niet alleen van, maar vooral ook áán bommen, was zo ongeveer de hele Haagse Politie Inlichtingen Dienst (PID dus) uit bed getrokken en had zich inmiddels pal voor de deur van de ambassade verlekkerd verzameld rondom het (nog) prachtig gave bewijsmateriaal. De ook aanwezige brandweer was verstandiger en bleef in dekking achter hun forse wagen. Helaas, zoals men naar naderhand bleek toen al wist van de andere bommen, ging het om een bom met een vloeistof-(zuur)ontsteking. Áltijd afblijven, héél hard weghollen!! Oppakken van zo’n huisvlijtbom betekent vrijwel altijd een onmiddellijke en fataal hevige impuls voor het vaak uiterst instabiele ontstekingsmechanisme, zo ook in dit geval: in de handen van de microcefaal begon het kreng plotsklaps te sissen als een dolgeworden slang van paradijsformaat. In een plotselinge impuls van wel normaal handelen gaf onze Sherlock de staafbom een enorme zwieper tot aan de overkant van de brede straat, waarna het kreng nog veel sneller weer terugkwam op een vuurstaart als van een spaceshuttle om met een ongekend knaleffect dat de aanslagplegers zelf nooit zo zouden hebben bereikt, tussen hem en zijn mede-PID’ers door, net naast de deurpost vol op de pui van de Griekse ambassade te knallen. Gaf enig probleem voor de in te stellen onderzoeken, want naast een halve brandweerkazerne was bijna de totale Haagse PID zeker een etmaal lang volkomen doof en tot etmalen later nog bijna helemaal.

(Als verontschuldiging voor de misschien niet zo heel erg slimme handelwijze van de rechercheur moet hier worden opgemerkt dat de Haagse politie personeel aannam waarvoor het tot ver na de Tweede Wereldoorlog noodzakelijk was gebruik te maken van het “Taalboek ten dienste van Politie-Cursussen”, met behulp waarvan getracht werd de agenten in spe betekenis en schrijfwijze bij te brengen van wat werd omschreven als “Moeilijke woorden”. Het allereerste moeilijke woord om te leren was “agent”, maar ook de meervouden van “uur” en “steen” of, na enige tijd, het moeilijke woord “politie” werden niet geschuwd.)

* naar de foto's, zoeken op “bomaanslag” en in het tevoorschijn ploppende lijstje klikken op “foto’s”.

  • Datum: .

woensdag 14 maart-2007
De bomexplosies in Den Haag dreunden na. Diezelfde ochtend vroeg hielden stokdove PID’ers, Zwerver voorop, gewapenderhand razzia. Zwerver was tuig van Bureau I (“Bloed en Tranen”), fanatiek actief voor de PID. Hij en zijn maten deden alles wat de wetgever verbood, waarna hij uiteindelijk zelfs vanuit de Rijksrecherche het land een stuk onveiliger mocht helpen maken.
De inmiddels bekende PID-/BVD-tactiek om iemand wiens (politieke) kop hen niet aanstaat het leven zo zuur mogelijk te maken werd royaal toegepast. Linksen en progressieven werden in hun woonomgeving verdacht gemaakt door zonder enige reden zeer opvallend en langdurig vanuit rechercheauto’s hun woning te observeren. Het schoelje ging langs bij familie, buren, bekenden, werkgevers enzovoorts, wonnen daar info in en toonden en passant zeer uitgebreide (vrijwel) geheel gefingeerde antecedentenstaten met daarop vooral “misdrijven” die wettelijk niet eens bestonden. Er stonden kreten op als: “Geestelijk niet normaal?” (let op het vraagteken!), “Lijdt aan hoogmoedswaanzin, is P.S.P.-er en leeft van de steun” en zo meer. PSP-Tweede-Kamerlid Fred van der Spek stelde uiteindelijk briesend vragen aan de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Antwoord: “Overigens willen wij er geen twijfel over laten bestaan dat (zulke) gegevens niet in het antecedentenregister behoren voor te komen.” De Hoofdofficier van Justitie Arrondissementsparket ’s Gravenhage was even duidelijk, mede namens de Haagse hoofdcommissaris van Politie die liet weten “dat hij terstond opdracht heeft gegeven om het huidige bestand op mogelijke – niet ter zake dienende – omschrijvingen te onderzoeken en deze – indien aanwezig – te verwijderen” alsmede dat hij “zijn spijt over het gebeurde kenbaar (wenst) te maken”. Omdat alles toen nog handmatig op papier werd bijgehouden en moest worden opgezocht en bekeken was het uitmesten van Zwervers Augiasstal een Sisyfusarbeid die tijdens een enorme publiciteitsgolf door de pers met argusogen werd gevolgd.
Net als in andere plaatsen is ook de Haagse PID niet in de eerste provocatie gestikt. Een enkele maal verstrekten PID’ers zelfs wel eens een vuurwapen. Altijd makkelijk om eens te kunnen wijzen op het gevaar van terreur en de noodzaak om dat hard en uitgebreid aan te pakken. Het wapen kon ook altijd gebruikt worden voor bijvoorbeeld een keiharde inval zonder aantoonbare reden, maar die achteraf alsnog te rechtvaardigen bleek door op het aangetroffen wapen te wijzen.

De moraal van dit verhaal: als BN De Stem vanwege de gevonden bomauto op 6 maart kopt: “Politie verijdelt mogelijk aanslag in Den Bosch”, dan zullen we maar aannemen dat in dit geval die Bossche halve rubberzool wérkelijk zo stom is geweest om te goeder trouw met een op scherp staande bomauto door de stad te gaan slepen, zodat er net zo makkelijk had kunnen staan: “Politie blaast gat in Den Bosch.” Vaak echter zit er, zeker bij dergelijke ongeloofwaardige situaties, tenminste een kans in dat het om een provocatie gaat met de bedoeling een gunstig klimaat te scheppen voor actie richting... wie het weet, mag het zeggen!

  • Datum: .