woensdag 9 december-2009
Vorige maand vond in een football stadion in New York een inzamelingsactie plaats ten bate van kolonisten op de Palestijnse Westbank. Voor dezelfde boys and girls dus die het leven van de autochtone bevolking aldaar zuur maken. Het evenement werd georganiseerd door het Amerikaanse Hebron Fund, dat zich op deze manier inzet om Palestijnen uit hun huizen, dorpen en steden te verjagen. Het gaat er gezellig aan toe bij dergelijke inzamelingsacties en de lijst van aanwezigen liegt er ook niet om. Dov Lior, een vaste deelnemer aan dit soort feestjes, prees bijvoorbeeld het boek aan waarin Rabbijn Yitzhak Shapira het vermoorden van niet-joodse babies goedkeurt. Of neem Noam Arnon, een vertegenwoordiger van de kolonistenorganisatie Gush Emunim en eveneens een vaste verschijning bij inzamelingsetentjes van het Hebron Fund. Hij noemde Baruch Goldstein, die in 1994 29 ongewapende moslims in een moskee te Herbon doodschoot "een bijzondere man". En de drie joodse godsdienstwaanzinnigen die begin jaren tachtig drie Palestijnen vermoordden en twee Palestijnse burgemeester voor het leven verminkten, werden door Arnon als "helden" betiteld (1).
Het Herbon Fund staat in de VS niet alleen bij het inzamelen van fondsen voor religieuze kolonisten in Israel. Dat doen ook de eveneens in New York gevestigde Friends of the Ateret Cohanim en de Friends of Ir David. Gezamenlijk wisten deze gezelschappen tusen 2004 en 2007 via belastingaftrekregelingen meer dan 33 miljoen dollar voor de plaag van de Palestijnen bijeen te brengen. Deze link met de VS toont maar weer eens aan dat het fenomeen van de religieuze kolonisten een sterk Amerikaanse aangelegenheid is. Zo'n Amerikaanse jood gaat naar Israel, waar hij nog nooit eerder van zijn leven is geweest, om de autochtone bevolking daar direct een normaal bestaan te ontzeggen. Of erger, zoals Yakov Teitel. Hij kwam vanuit de VS als toerist naar Israel, maar kreeg direct het gevoel dat hij daar niet echt was geweest zonder een Palestijn te hebben vermoord. Zoals een andere toerist niet het gevoel heeft in Amsterdam te zijn geweest zonder een jointje te hebben gerookt. Dus sloeg Teitel aan het moorden. Het zal je als land maar gebeuren: moord als toeristische trekpleister. In alle gevallen praten deze idioten hun misdaden op soortgelijke wijze goed. Ze zijn jood en daarom woonden hun voorouders in Palestina, met als consequentie dat zij alle recht hebben om Palestijnen te verdrijven, met stenen te bekogelen, of te vermoorden als het zo uitkomt. Maar juist dat idee van die familieachtergrond ligt nu onder vuur, want de Israelische historicus Shlomo Sand legt in zijn boek "The Invention of the Jews" heel overtuigend uit dat de voorouders van verreweg de meeste joden anno nu, helemaal nooit in Palestina hebben gewoond. Ze bekeerden zich volgens hem pas veel later tot het joodse geloof. En om het nog leuker te maken wijst Sand op het wetenschappelijk bewijs dat het Palestijnse DNA heel veel overeenkomst vertoont met dat van de Israelieten van weleer. Dat brengt Sand er toe de Palestijnen te zien als nazaten van de joden die in het land achterbleven toen de Romeinen de joodse elite wegvoerden, na de val van Jeruzalem in het jaar 70. Dergelijke inzichten doen de aanspraken van religieuze kolonisten vanzelfsprekend niet veel goed, al zullen ze daar waarschijnlijk alleen maar fanatieker door worden. Het goede nieuws is dat Sand het uitstekend doet bij het seculiere publiek in Israel. Niet alleen wordt hij goed besproken, maar zijn boek verkoopt ook nog eens uitstekend. Veel beter dan dat van de krankzinnige Rabbijn Shapira.
(1) Deze drie werden in Israel gearresteerd en veroordeeld, omdat de Israelische regering het vermoorden van Palestijnen nu eenmaal als een exclusief militair privilege beschouwt. Ze kregen 24 jaar aan hun broek, maar werden uiteindelijk op voorspraak van toenmalig president Chaim Herzog na minder dan zeven jaar vrijgelaten.