(oorspronkelijke artikelen-serie: Naar de kloten (6 november 2009 tot en met 5 mei 2019)
Het is toch om het parket aan flenters te stampen. Heeft Alex net gezegd dat een slapende garnaal naar de kloten gaat bij ruwe zee of bij Netwerk moeten ze zo nodig iets boeren over opa. Die zou in 1937 (!) iets zweverigs hebben gehad met ene dokter Pramananda. En dus zou ZKH beter zijn wafel hebben kunnen houden toen Jula in de jaren 50 ene Greet Hofmans over de vloer haalde in een poging om iets te doen aan de ogen van prinses Marijke aka Christina. Vergeefs overigens, maar later bleek dat ze heel aardig kon zingen en goochem met geld omgaan.
Merkwaardig was overigens wel dat in het Netwerkje van gisteravond uiterst gedoseerd aandacht werd besteed aan het feit, dat Pramananda aka Hiranmaya Ghoshal warme contacten onderhield met de Duitse snuffeldiensten. Met name de lieftallige Sicherheitsdienst. Gezien het feit dat de Ehre van Benno Treue heette en ZKH sinds zijn komst naar Nederland als Observator dienst deed voor diezelfde snuffeldiensten kan het haast geen toeval zijn dat hij nou juist Pramananda in de arm nam toen hij zich niet lekker voelde. Een dokter die op 8 december 1936 hier was komen binnenvallen en zich tijdelijk installeerde in de Haagse Surinamestraat nummertje 32 om later uiteindelijk terecht te komen op de Brediusweg 37 in Bussum. Daar woonde hij volgens de verzamelde berichten van gisteren samen met gravin Rudolphine Auersperg en haar gouvernante Marie Louise Olga Antoinette Steengracht de Moyland. Nou, dat laatste is wat grofkorrelig. Marie Louise arriveerde namelijk pas op 31 maart 1943 op de Brediusweg. In de periode daarvoor had ze bij een Hollandse familie in Polen gewoond. De familie Menten. Ja, Pieter... Full circle zou je bijna zeggen. Maar er is meer. Stay tuned.
maandag 9 november-2009
Gerrit Reede was tijdens de Tweede Wereldoorlog een hele foute Nederlander. Hij was aanwijsbaar betrokken bij de Ausradierung van in ieder geval twee verzetsgroepen. Als Hauptmann van de Duitse Abwehr maakte hij daarbij gebruik van vier Nederlandse infiltranten: George Ridderhof, Christiaan Lindemans, Allert Brinkman en Kas de Graaf. Na de oorlog had hij ruimschoots de kogel verdiend, maar kreeg in totaal niet meer dan zeven jaar aan de pantalon. Zal zeker ook te maken hebben met zijn kennis van vele schone zaken rond prins Bernhard, waaronder de sollicitatiebrief die ZKH op 24 april 1942 naar Adolf stuurde. Zullen we het hier niet over hebben. En ons beperken tot de hoofdfiguur van deze serie: de vorige week door Netwerk weer tot leven gebrachte dr. Pramananda, de door prins Bernhard in 1937 ingehuurde wonderdokter. Want ook hij kreeg te maken met Hauptmann Reede. Via de Blesings. Antiekhandelaren op het Amsterdamse Rokin die al vroeg in de oorlog met de Duitse spion hadden aangepapt. Om informatie van hem los te weken ten behoeve van Sieg Vaz Diaz. De toen bekende sportjournalist, die voor de oorlog ook in touw was geweest voor Nederlandse snuffelinstanties en na de Duitse inval met zijn zender berichten doorzond naar Engeland.
Een citaat uit een verslag van de tot de Paroolgroep behorende Frits Blesing over zijn wederwaardigheden uit de oorlogstijd:"Rond het midden van de maand april bevond Blesing jr. zich alleen in de winkel toen Reede weer eens binnen kwam stappen. Een half uur later ongeveer stopte er een auto voor de deur. Op zichzelf al een opzienbarend verschijnsel in die tijd en met verbazing zag Blesing jr. een oosters uitziende figuur uitstappen, die meteen de winkel binnenkwam. Hij stelde zich in vrij goed Nederlands met een grappig accent voor met een naam die Blesing jr. niet direct verstond, maar later dr. Pramananda bleek te zijn. Uit Bussum. Hij vertelde iets over het adres dat hij opgekregen had van een of andere handelaar in schilderijen en of hij even rond mocht kijken. Reede bleef rustig bij de haard zitten en Blesing jr. kon beginnen met het in zo'n geval gebruikelijke gesprek over de diverse schilderijen die in de winkel aanwezig waren. Bij elk schilderij dat bekeken werd vroeg dr. Pramananda steeds de prijs en halverwege begon Blesing jr. te vermoeden dat dit misschien een trucje was om hem in de war te brengen en dan na afloop te gaan chicaneren over de eerder genoemde prijzen. Na verloop van tijd was alles bekeken en besproken en daar het bij elkaar zeker een veertig grote en kleine schilderijen waren, nam dit zowat een twee uur in beslag. Toen begon dr. Pramananda zijn keus te maken en tot stomme verbazing van Blesing jr. maakte hij iedere keer dat Blesing jr. de betreffende prijs noemde steeds weer de opmerking dat Blesing jr. aan dat bedrag toch eigenlijk te weinig zou verdienen en verhoogde hij zelf de prijs met een gemiddelde van 20 tot 25 procent !! De situatie begon grotesk te worden en Blesing jr. kreeg de zekerheid dat hij of in de maling werd genomen of met een nieuw soort en zeer uitgekookte oplichter te doen had. Wie schets dan ook zijn verbazing toen de uitgezochte schilderijen netjes bijeen gezet werden, het totaalbedrag op een kladje opgeteld werd en dr. Pramananda een enorme rol bakbiljetten uit zijn zak haalde en welgeteld dertigduizend Hollandse guldens neertelde in grote bankbiljetten van duizend. Hij moest daarvan nog ongeveer 250 gulden terugkrijgen en Blesing jr. kreeg dus de kans te zeggen dat hij even wisselen moest. Bij de buren van de lijstenfabriek Rembrandt ging hij met het pak naar binnen en probeerde daar te zien of het soms vals geld kon zijn. Noch hij, noch de daar aanwezige procuratiehouder zag er echter iets bijzonders aan en hij kon dus weinig anders doen dan weer teruggaan en dr. Pramananda zijn 250 gulden geven. Met een nonchalant gebaar zei deze echter het maar te houden voor de moeite, gaf zijn kaartje met naam en adres en vertrok met zijn schilderijen in de auto, die al die tijd was blijven wachten. Achter bleef een Blesing jr. die met een verdwaasde blik Reede zat aan te kijken, die in duidelijke taal te kennen gaf dat ook hij zoiets van zijn leven nog nooit had meegemaakt. Kort hierop kwam eindelijk Blesing sr. de winkel binnen en werd hem het hele verhaal in geuren en kleuren verteld en ook het kaartje van dr. Pramananda ging (helaas) even rond. Op dat moment hadden noch Blesing sr. noch jr. er een flauw vermoeden van dat dr. Pramananda een hoogst interessante en vermoedelijk ook zeer belangrijke persoon was. Voor hen was op dat moment de zaak eigenlijk afgedaan en hadden ze bezoek gehad van een halvegare die zeker veel zwart geld had verdiend en er iets voor wilde kopen".Een oosterse wonderdokter die in 1944 bij Blesing zijn poen omzet in schilderijen en tot de kennissenkring behoort van twee andere schilderijenhandelaren: Pieter Menten en prins Bernhard. Bizar. Meer een volgende keer. Stay tuned.
vrijdag 13 november-2009
Vorige week had Hiranmaya Ghoshal aka dr. Pramananda zijn one day of fame in Nederland dankzij een Netwerkje en een stel dagvodden. Wij gaan nog even door met het verslag van antiekhandelaar en voormalig verzetsman Frits Blesing over zijn wonderlijk avontuur met prins Bernhard's handoplegger."... Enkele weken later echter kwam dr. Pramananda opnieuw binnenlopen. Nu ook in aanwezigheid van Blesing sr. Er ontspon zich een eigenaardig gesprek, waarvan wij pas veel later begonnen te begrijpen dat wij beiden getest werden. Opnieuw kocht dr. Pramananda enkele schilderijen voor een aanmerkelijk bedrag, waarbij hij opnieuw net als bij de eerste keer zelf de prijzen verhoogde. Bij het afscheid nodigde hij ons uit eens bij hem langs te komen in Bussum om zijn collectie te bekijken.
Op een zondagochtend zijn wij dan maar eens naar Bussum gegaan. Deels uit nieuwsgierigheid en deels natuurlijk om te zien of hij nog meer nodig had. Het huis stond op de hoek van de Brediusweg en een van de zijlanen. Er werd opengedaan door een zwijgende grote Indier met tulband en binnengekomen waanden wij ons in een oosters paleis vol prachtige tapijten, Buddha's en kunstvoorwerpen. We werden hartelijk ontvangen door dr. Pramananda en vorstelijk bediend door bedienden die schalen met eten en zoetigheden aandroegen. Er werden dranken geserveerd die we of helemaal niet kenden of al bijna vergeten waren dat ze bestonden. Later kwam ook mevrouw Pramananda erbij zitten. Dat was zondermeer een exotische schoonheid die alleen Engels sprak. Ook de kinderen werden later voorgesteld.
Tussen de bedrijven door zat ik belangstellend te kijken naar een werkelijk prachtig en puntgaaf witporseleinen beeld dat Europa op de Stier voorstelde. Ik kreeg een nieuwe sensatie te verwerken toen dr. Pramananda mij vroeg of ik dat zo mooi vond. Ik beantwoordde zijn vraag uiteraard met "ja" en het beeld werd mij als een geschenk overhandigd.
In het urenlange gesprek dat werd gevoerd vertelde dr. Pramananda veel over zijn leven en bleek dat hij tweede secretaris was geweest van Mahatma Ghandi. Ook was hij lange tijd in Engeland geweest en van daaruit op een of andere onduidelijke manier in Holland terechtgekomen.
Wat tijdens dit gesprek vooral opviel was zijn belangstelling voor mijn levensloop en opleiding, mijn opvattingen in het algemeen en meer in het bijzonder over de toen heersende moeilijke toestand. Uiterst voorzichtig en bijna ongemerkt liet dr. Pramananda doorschemeren dat hij pro-Engels en anti-Duits was, maar op zichzelf had dat voor ons tweeen nog niet veel te betekenen.
Vrij kort hierna is dr. Pramananda nog verschillende keren bij mij op het Rokin geweest. Gekocht werd er toen niet meer, maar wel werden er lange en diepgaande gesprekken gevoerd over het leven en de zienswijze van Mahatma Ghandi, zijn systeem van lijdzaam verzet en ook op welke manier dit eventueel aan te passen zou zijn bij de opvattingen van het westen. Ook vertelde dr. Pramananda dat hij gemakkelijk en vrij naar Duitsland kon gaan. Ik begon mij steeds meer aangetrokken te voelen tot dr. Pramananda en zijn ideeen en tijdens het laatste gesprek bood hij zelfs aan mij en mijn gezin volledig in zijn huis in Bussum op te nemen en een nauwe samenwerking te beginnen".Was Blesing zo gek of niet? En wat was de invloed van Gerrit Reede op dit hele gebeuren? Leest u de volgende aflevering. Stay tuned.
maandag 16 november-2009
Tijdens de uitzending van het Netwerkje over Hiranmaya Ghoshal aka dr. Pramananda werd naar buiten geslingerd dat hij na de oorlog zowel door Britse als Nederlandse speurneuzen achter de vodden werd gezeten. Vanwege collaboratie met de kliek van Adolf en andere intrigerende activiteiten.
Nou kan het ook een nummertje damage control zijn geweest. Bijvoorbeeld om schadelijke info over de rol van Neerland's onverschrokken verzetsleider annex Observator annex ex-NSDAP-er annex ex-SS-er binnenboord te houden. Plus de niet te onderschatten info die de perfide Gerrit Reede aka George Brandy voor en tijdens WO II in zijn Brits/Duitse dubbelrol had opgedaan. Want met beiden had de Indische handoplegger contact gehad. We duiken voor de laatste maal in het verslag van Frits Blesing over zijn avontuur met Ghoshal. Komt ie:"... Pas toen begon het tot ons door te dringen dat hier veel meer achter zat dan wij aanvankelijk konden vermoeden. En dat het heel goed mogelijk was dat er ergens een verbinding bestond tussen hun eigen relatie met Sieg Vaz Dias, kolonel Roozen en Engeland enerzijds en dr. Pramananda anderzijds. Door de ongelooflijk handige manier waarop dr. Pramananda zijn "voorbereiding" getroffen had en vooral ook door de bijna hypnotiserende kracht die er van deze wonderlijk intelligente man uitging, is het geen wonder dat wij pas op het allerlaatste moment iets van zijn bedoelingen begonnen te begrijpen. Het beroerde was alleen dat beiden toen ook pas het gevaar onderkenden dat Reede in deze moest betekenen. Hij wist immers hoe de man heette en waar hij woonde door dat stomme gedoe met dat visitekaartje bij Pramananda's eerste bezoek aan de winkel. Besloten werd om hem te waarschuwen en dat kon enkele dagen later ook inderdaad gebeuren toen hij weer langskwam. Dr. Pramananda verzekerde ons echter dat hem niets kon gebeuren daar hij in het bezit was van speciale papieren die voor hem een soort vrijgeleide zouden betekenen als de Duitsers hem eventueel lastig zouden vallen.
Voor ons werd de situatie nu helemaal een duistere aangelegenheid, want wie kon garanderen of dr. Pramananda aan de goede of aan de verkeerde kant werkte of misschien zelfs een dubbelspion was met alle risico's vandien? Afgesproken werd om tot een omzichtig en langzaam "losweken" van deze man te geraken, maar dat bleek al niet meer nodig want dr. Pramananda liet zich niet meer zien. En naarmate de tijd verstreek en vooral ook door de vele andere gebeurtenissen en spanningen raakte hij min of meer in het vergeetboek. Reede vroeg nog wel eens of we ooit nog iets van hem hoorden en daar konden we dan naar waarheid "nee" op zeggen. Uiteraard in de hoop dat alles met een sisser zou aflopen.
Maanden daarna vertelde Reede dat hij dr. Pramananda gezien had in een trein, geboeid tussen mensen van de SD en dat hij later was gefusilleerd. Voor ons stond toen vast dat dit het werk van Reede geweest moest zijn, die op die manier weer eens een goede beurt had gemaakt. De wijze waarop hij het vertelde en zijn speciale glimlach spraken boekdelen".Of Ghoshal inderdaad voortijdig door de moffen is gekeeld of dat Reede met deze story de Blesings blijvend onder schot hield weten we niet. Misschien een leutig onderwerp voor een volgend Netwerkje? Op naar het NIOD.
donderdag 19 november-2009
Als je Hauptmann werd in het spionageapparaat van admiraal Canaris was je geen lullo. En zeker niet als je daarbij ook nog Nederlander was. Ergo, als je goochem was nam je Gerrit Reede aka George Brandy aka oom Gerrit heel serieus. En sommigen deden dat ook. Wat dacht je bijvoorbeeld van deze hoge mieters? Kwootje:"... Een bedrijf binnen bovenstaand labyrint van louche zaken, even louche politiek en spionage is tot nu toe altijd buiten schot gebleven: de NV Montaan in Amsterdam. Deze groothandel in metalen, ertsen en chemicalien aan de Amsterdamse Weteringschans was opgericht door de vier gebroeders Nijkerk. In mei 1923 werd het bedrijf overgenomen door [Richard] Merton cs. en omgedoopt in NV Montaan".De kwoot is afkomstig uit het artikel "Schaduwen uit het verleden" en gaat ondermeer over de Liechtenschweinereien van prins Casimir Johannes zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg (1). Telg uit een familie van Duitse adellijke prollen en stiefzoon van Merton. Voor de oorlog behoorde deze Richard Merton tot de absolute Gipfel van het Duitse bedrijfsleven met ondermeer leidinggevende functies bij de Frankfurter Metallgesellschaft en de Deutsche Gold und Silber Scheide Anstalt (Degussa). Zeg maar de twee ouders van de NV Rhodius Koenig en de grootouders van de knusjes in Amsterdam gevestigde Handelsonderneming Cellastic en de Hollandsche Maatschappij voor Fabricatie en verkoop van Cellastic Banden. Allebei frontstores voor serieuze spionagepraktijken, maar vooral voor de geheime ontwikkeling van Adolf's atoombom. Met naast Merton in de leiding duisterlingen als Alfred Flesche, Franz Koenigs en volbloed Abwehrtopper Rudolph Ruschewey. En laten diezelfde jongens zich voor de oorlog nou ook intensief bemoeid hebben met de NV Montaan. Nee, niet meteen achter de etalage. Daar zat meneer Emig. Die woonde aanvankelijk in Bloemendaal, maar toen zijn metaalnering na mei 1940 wat terugliep, verhuisde hij naar Lissabon. Vrouwtje Emig bleef achter in Bloemendaal en kreeg de nodige aandacht van... Gerrit Reede. Niet helemaal toevallig, want iemand moest op de Montaanwinkel passen. En laat dat nou Gerrit wezen. Officieel benoemd als Verwalter.
Eigenlijk hoeven we het niet te zeggen, maar de familie Zu Sain-Wittgenstein-Berleburg onderhield/onderhoudt een nauwe relatie met ons koninklijk huis en luitjes als Alfred Flesche en Franz Koenigs waren geen onbekenden voor een andere Abwehrobservator in ons land, prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld.
Btw. oom Gerrit was ook Verwalter van nog een buitengewoon interessante firma. In Den Haag. Bleib bei uns.(1) Raadpleeg voor de hele lawine het artikel "Schaduwen uit het verleden" op de site van De Morgenster.
maandag 23 november-2009
Waar een Netwerkje over een Indische kwakzalver al niet toe kan leiden. Plotseling zit je op een vliegend tapijtje dat je van Soestdijk via Amsterdam naar Den Haag vervoert. En helemaal gratis. OV zoals het zou moeten zijn, maar kom daar eens mee aan bij Camiel.
Vandaag landen we zoals beloofd op het nest van de ooivaar. Op de Plaats. En we gooien er maar meteen een kwootje tegenaan uit "Prins Bernhard, een politieke biografie", het meesterwerk van onderzoekjournalist Wim Klinkenberg. Komt ie:"... Want op diezelfde Plaats was een facade-bank voor duistere Duits-Anglo-Amerikaanse zaken op het hoogste niveau gevestigd, het West-Europeesche Administratiekantoor (WEA), waar de Haagse joodse accountant Jan Polak de feitelijke directie van voerde. Waarvoor hem in 1943 bij speciale beslissing van Seyss-Inquart het "ere-arierschap" werd verleend, dat hem recht gaf zich voortaan Jan Onderdenwijngaard te noemen.... In het WEA treft men o.a. De namen aan van de Duitse en "Britse" industrielen Thyssen en Merton".Nou zullen we ons in dit verband maar niet bezighouden met "Zes-en-een-kwart", maar de naam van Merton is interessant. Da's namelijk dezelfde meneer die samen met ZKH's gappies Flesche en Koenig opdook in de Amsterdamse NV Montaan, waarvoor dubbelspion Gerrit Reede in de wat lastige oorlogstijd de honneurs waarnam als Verwalter. Je mag dus veronderstellen dat Janus de administrateur en Gerrit de Verwalter elkaar moeten hebben gekend.
Die veronderstelling krijgt nog wat meer ballen door het feit dat vriend Gerrit merkwaardigerwijs ook nog Verwalter was van een wufte Haagse hoedenmodezaak. Maison de Paris. Eveneens op de Plaats. Jan en Gerrit waren dus buurtjes. Lekker makkelijk. Maar er voltrokken zich meer zaken in die Maison de Paris die het daglicht nauwelijks konden verdragen. Zaken zoals spionage en verraad. Stay tuned.
donderdag 26 november-2009
Tussen december 1939 en december 1941 woonde Allert Brinkman bij zijn moeder in Amsterdam. Maar hij was niet veel thuis. Daarom vermoedde zijn moeder dat ie illegaal werk deed. Vraagje van meneer Donker, de voorzitter van de naoorlogse enquetecommissie naar shit in de Tweede Wereldoorlog:"Heeft hij nooit met u over de aard van zijn werk gesproken?
Moeder Brinkman: Ja, hij sprak wel eens over spionagewerk.
Donker: Hij heeft nooit gezegd voor wie hij dat deed?
Moeder Brinkman: Ja, dat deed hij voor de Engelsen natuurlijk.
Donker: Zei hij dat erbij?
Moeder Brinkman: Ja".Na december 1941 nam Allert de benen naar de overkant. Daar kreeg hij een korte sabotage-opleiding bij de Special Operation Executive (SOE) en op 14 juli 1942 keerde hij terug in Nederland om de boel in de hens te steken (1). Maar daar kwam hij niet aan toe. Dankzij het toen al op gang getrokken Englandspiel trokken de moffen hem namelijk al heel snel naar binnen (2). Hij kwam in een petoet in Haaren terecht en werd overgehaald om zijn medegevangenen te bespioneren. Met akelige gevolgen. Maart 1944 kwam Allert weer op vrije voeten en af en toe bij zijn moeder."Donker: Toen hij uit zijn gevangenschap is vrijgekomen, is hij ook voor de Duitsers gaan werken. Heeft hij daarover wel eens met u gesproken?
Moeder Brinkman: Ja. Hij zei altijd: wanneer ik voor de Engelsen spionagewerk doe, moet ik natuurlijk ook bij de Duitsers komen. Anders kan ik geen spionagewerk doen.
Als je daar niet komt, weet je ook niets".Op instigatie van zijn Duitse opdrachtgevers wrikte Allert zich onder kleurrijke schuilnamen als Sally, Ab van Straaten en Ab van Loon binnen in het Haagse verzetsmilieu. En trouwde in september met Lydia Ficq. Ook zij werd na de oorlog door Donker ondervraagd. Die bleek speciale belangstelling te hebben voor de connectie die zou hebben bestaan tussen haar echtgenoot en Seymour Bingham. Een tijdlang topper bij de SOE, die zich tijdens de oorlog her en der live zou hebben gemanifesteerd in Nederland en door velen verantwoordelijk werd gesteld voor de verliezen binnen het verzet als gevolg van het Englandspiel."Donker: Hebt u een zekere Bingham gekend?
Lydia: Dat is de enige naam die mijn man ooit genoemd heeft. Hij heeft wel eens een keer gezegd: als je ooit in moeilijkheden komt - het was betrekkelijk kort voor zijn dood - dan moet je de naam Bingham noemen.
Tegen wie moest u de naam van Bingham noemen?
Lydia: Dat heeft hij er niet bij gezegd.
Donker: Heeft hij gezegd wie die Bingham was?
Lydia: Hij heeft gezegd dat hij daarvoor werkte. Ik wist dat hij illegaal werkte. Hij had een groep in Den Haag. Ik ben toen bij de heer Meijerink geweest. Die was commandant van een van de stoottroepen en die kende mijn man van voor 1942. Ik ben bij hem niet veel wijzer geworden.
Donker: Hebt u daar de naam Bingham genoemd?
Lydia: Ja. Ze beweerden dat die naam niet bestond. Maar Meijerink zei: die bestaat wel.
Donker: Heeft de heer Meijerink het nader gedefinieerd door te zeggen: hij woont hier of daar?
Lydia: Daar heb ik het niet over gehad.
Donker: Is in dit verband niet een adres op de Plaats in Den Haag genoemd? Of is dat voor u een onbekend adres?
Lydia: Ja, die is genoemd, maar niet door Meijerink. Dat heeft mijn man eens gezegd. Maar ik geloof niet als woonplaats".Kijk, kijk. We beginnen de Plaats in zicht te krijgen. De plaats waar meneer Polak de boeken bijhield voor het grote spel zonder grenzen en dubbelagent Reede vanuit zijn Maison de Paris een oogje in het zeil hield. Moeten we u nog aansporen? Nee toch. Stay tuned.(1) Churchill: "Set Europe ablaze".
(2) Voor meer over dit beruchte "Spiel" verwijzen wij met graagte naar de afdeling Google.
zondag 29 november-2009
Intikkertje voor voorzitter Donker van de enquetecommissie naar shit in WO II na de voorzetten van moeder Brinkman en haar schoondochter Lydia. Hij riep Anton Lambertus Cornelis Meijering op. Een voormalig compagniescommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten q.q. een echte Bernhardaanhanger en mogelijk daarom nogal terughoudend in zijn getuigenis over de Brinkman-affaire."Donker: Wat voor positie had Brinkman in Den Haag in de illegaliteit?
Meyering: Hoofd van de afdeling Raad van Verzet.
Donker: Achteraf is gebleken dat hij een zeer bedenkelijke dubbele rol heeft gespeeld.
Meyering: Voor mij staat vast dat hij inderdaad voor de Engelsen heeft gewerkt, maar ook voor de Duitsers.
Donker: U zegt: voor mij staat vast dat hij voor de Engelsen heeft gewerkt. Wanneer zou dit geweest zijn?
Meyering: Kort na de oorlog werden wij overstroomd door talrijke instanties van intelligence services, die alle naar Brinkman hebben gevraagd. Ik heb o.a. hier in Den Haag bij de Engelse Field Security een kaartregister gezien en daarin stond, dat hij al in 1934 voor de Engelsen werkte en dat vrijwel onafgebroken heeft gedaan.... Ik heb een kaart gezien bij de Canadese Field Security waaruit bleek, dat zij Brinkman ook zochten. Ook bij de R.A.F. En bij de marine en het leger van de Engelsen, Amerikanen en Canadezen zochten ze hem.
Donker: Heeft Brinkman ook verteld voor wie hij gewerkt zou hebben?
Meyering: Ja, dat hij voor de British Intelligence werkte. Ik heb een naam gehoord. Ik heb een persoon ontmoet die zich zo noemde, namelijk Bingham of Wingham (!!!!!red.). Ik heb een proces-verbaal opgemaakt van een van die bijeenkomsten. Daarin staat zijn juiste naam. Hij sprak Engels en gebroken Hollands. Hij was vrij lang, naar schatting 1.85. Bleek uiterlijk. Volgens mij een militair in houding en optreden. Dat is op de Plaats geweest. Het was een soort modemagazijn. Daar heb ik ook voor het eerst Breed (1) ontmoet".Wel, wel een modemagazijn op de Plaats. Dat herinnert ons wel erg aan de Maison de Paris, de uitkijkpost van dubbelagent Gerrit Reede aka George Brandy aka oom Gerrit. Zo maakte namelijk niet alleen de door Meyering genoemde Breed deel uit van zowel Brinkman's verzetsgroep als Reede's coterie, maar ook een meneer Heine aka "Oude Bob". Voormalig hoofdredacteur van de Gooi en Eemlander. Gevoegd bij het feit, dat Lydia Brinkman betrekkingen onderhield met de ook al met Reede verbonden Christiaan Lindemans aka King Kong en we mogen met een gerust hart aannemen dat in Maison de Paris ene Bingham in het najaar van 1944 aan Brinkman en zijn goede en foute verzetslieden verscheen. Er komt nog meer. Stay tuned. 1. een beruchte V-mann oftewel informant/infiltrant van van de moffen.
zaterdag 5 december-2009
Terug naar Den Haag. Naar de Plaats. Maison de Paris. Najaar 1944. Dubbelagent Allert Brinkman organiseert een bijeenkomst van goeie en foute verzetslieden. Om zijn positie als leider van de verzetsgroep te consolideren. Met assistentie van de Britse agent Bingham. Volgens een van de aanwezigen een lange, slecht Hollands sprekende man van achter in de dertig, die er als een echte militair uitzag. Was het echt een Britse agent, die van zijn gezond niet afwist? Of ging het om een Britse dubbelagent die om de donder wel van zijn gezond afwist? Of was het gewoon de lange, 44-jarige tripleagent Gerrit Reede aka George Brandy aka oom Gerrit, die in zijn "eigen" modemagazijn een topvoorstelling verzorgde? Samen met zijn handlangers Brinkman, Breed en Heine? Met als doel om de goeie verzetslieden onderwie zendspecialist Jan Thijssen binnenboord te houden? Kan heel goed, want de goeien hadden hun twijfels over het koshere karakter van Brinkman's verzetsrol. Wapendroppings liepen nogal eens fout af en er vielen nogal wat arrestaties te noteren in zijn omgeving. Verder had een Leidse knokploeg onder leiding van Brinkman een paar stunts uitgevoerd zonder toestemming van bovenaf en was er twee ton verdwenen uit de verzetskas.
Om uit te vlooien hoe dat nou allemaal zat zond bovenaf een afgevaardigde naar Den Haag: de communistische verzetsleider Gerben Wagenaar aka Blonde Freek. Allert Brinkman weigerde iedere samenwerking met Wagenaar. En die twee ton had ie nooit gehad. Trouwens, Freek was volgens Allert onbetrouwbaar en wilde de gedropte wapens na de oorlog gebruiken voor communistische doeleinden. Het Englandspiel ten voeten uit. Daarnaast had de combine Reede/Brinkman vriend Wagenaar liever niet over de vloer, omdat die het nodige wist over het uitroeien van de overwegend communistische verzetsgroep CS6.
Wagenaar tegenover de naoorlogse Enquetecommissie:"... Ik denk aan de groep Hans Katan (CS6, red.). Deze groep had contact met iemand van wie nooit is vastgesteld of hij nu al of niet van de overkant afkomstig was. Hij voerde de naam George. Mijn indruk is altijd geweest, dat de groep Hans Katan, waarvan er velen zijn gefusilleerd, is gevallen als gevolg van het feit, dat deze George, die ik in de bezettingstijd vereenzelvigde met George Brandy, hen verraden heeft...".Na de oorlog werd beweerd dat George Brandy de schuilnaam was van V-mann George Ridderhof. Die was inderdaad namens de Abwehr geinfiltreerd in CS6, maar gebruikte zelf als schuilnaam George van Vliet. George Brandy was niemand anders dan international en Abwehr-Hauptmann Gerrit Reede, die in 1956 door een overlevend CS-lid alsvolgt in de eregalerij werd gezet:"Te eniger tijd - in 1942, '43 en begin '44 trof men in de kern ondermeer de volgende namen aan: Kastein, Katan, Pooters, Van Mierloo, Boissevain (3maal), Van Couwelaar, Simon-Thomas, Van Blommestein, Verleun (2maal), Sluring, Ponger, Sluyter, Remiens, Koreman, Frijda, Prinsen Geerlings, Romein, Sanders, Bangma, Kalshoven, Celosse, Van Gulik, Van Gilzen, Pleyte, REEDE, Cost-Budde, Tonnet, Bergsma, De Graaf, danwel de illegale pendants".Notabene, Reede had godverdomme net een flink aantal jaren doorgebracht in een kruipruimte wegens het verraad van de verzetsgroep Oranje Garde en een paar financiele akkefietjes. Het verraad van CS6 kwam niet aan de orde. Zijn werkzaamheden voor heren als Merton, Flesche etcetera uiteraard ook niet. Nee, meneer Reede was een verzetsheld. En wie beweerde dat? Kas de Graaf. Oud-NSB-er, zwarthandelaar, vriend van Arnhem-verrader Christiaan Lindemans aka King Kong en na de oorlog een "mannetje" van Prins Bernhard. Fuck!!!. Stay tuned.
dinsdag 15 december-2009
Op 6 mei 1945 werd dubbelagent Allert Brinkman aka Sally aka Ab van Straten aka Ab van Loon op straat doodgeschoten. Door wie? Daarover kregen we recentelijk een mail. Komt ie:"Brinkman stond op de nominatie om na de oorlog gefusilleerd te worden. Hij was al gevangen genomen. Maar om een proces te voorkomen smokkelden figuren rond de Raad van Verzet geld naar binnen waarmee hij zich vrij kon kopen. Hij werd naar een Haags ontsnappingsadres geloodst en daar werd hij vergiftigd. Desondanks wist hij te ontsnappen. Bij de achtervolging werd hij standrechtelijk gedood.
De dag daarop arriveerde Kas de Graaf met een paar hoge Engelsen bij het ontsnappingsadres. Als hij alleen was geweest zou hij dezelfde weg als Brinkman zijn gegaan.
Overigens was er nog een infiltrant. Dat was ene Zwaal. Een latere jachtvriend van prins Bernhard met contacten in Oost-Duitsland. Hij importeerde auto's van Wartburg, maar die onderneming sneuvelde".Aanvankelijk kreeg Allert's weduwe Lydia een verzetsuitkering. Maar na een paar maanden werd die ingetrokken en zat ze op zwart zaad. Daar ga je niet vrolijk van fluiten en dus ging ze op pad om het blazoen van haar overleden echtgenoot schoon te poetsen. Ze klopte daarvoor ondermeer aan bij de Canadese Field Security en veroverde daar het volgende briefje:"Canadian Field Security. The Hague, 22 August 1945. To whom it may concern.
Brinkman, Albert, alias 4711. This man is registered in our files as an agent working for British intelligence and SD simultaneously. He was shot dead on 6 May 1945 by an unknown person. His work was of immediate value to us during the war years. W.g. Sgt. Cottier".Alsteblaft. Allert was dus wel degelijk een dubbelspion. Net als de in zijn omgeving opererende Chris Lindemans aka King Kong, die wat later vergiftigd de pijp uitging in aanwezigheid van prins Bernhard's gappie Hans Teengs Gerritsen. De controleur van Brinkman, Lindemans en De Graaf, triplespion Gerrit Reede, werd pas maanden later opgepakt samen met zijn geliefde, Annemarie Beijer. Door de oorlog heen gestationeerd bij een Duitse zender in Eibergen. Moet heel comfortabel zijn geweest voor iemand die prominent deelnam aan het Englandspiel. Reede werd niet gefusilleerd. Hij kreeg vijftien jaar. Zijn perfide rol bij de eliminatie van de keiharde communistische verzetsgroep CS 6 met topmensen als Kastein, Katan, Frijda en de Boissevains werd verzwegen. Ook door het NIOD. De reden moge duidelijk zijn. Leuk onderwerp voor Netwerk misschien? Stay tuned.
dinsdag 5 januari-2010
Zoals gezegd, Gerrit Bartholomeus Reede (aka George Brandy, aka oom Gerrit) had vanaf 1942 de beschikking over een personeelslid van de Duitse zender/ontvanger in Eibergen: Annemarie Beijer. In hoeverre de zaakwaarnemer van ondermeer de tijdelijk in Engeland verblijvende Richard Merton gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om langs die weg contact te onderhouden met de overkant van het plasje blijft vooralsnog in nevelen gehuld.
Opvallend is wel binnen dit communicatieve kader dat hij in 1944 bij het oprollen van de laatste overblijfselen van CS6 in Amsterdam niet alleen samenwerkte met Heine aka Oude Bob (1), maar ook met een collega van de Abwehr, Kpt.lt. Conrad aka Radke. En ook vriend Conrad had een zend/ontvang-connectie. Hij behoorde namelijk tot de staf van de Duitse radio Elswoud bij Haarlem, dat onder leiding stond van Kpt.lt. Strauch. Net als Reede een meneer met zakelijke, Portugese interesses. Radio Elswoud hield zich ondermeer bezig met het onderhouden van contacten met de Duitse onderzeevloot en met kotterspionage. Maar opnieuw, ook deze zender zou voor heel andere doeleinden gebruikt kunnen zijn.
Een glimp daarvan wordt trouwens zichtbaar bij het naoorlogse enqueteverhoor van Engelandvaarder Hendrik Adolf Reus. Daarbij pakte de Haarlemmer flink uit over zijn ontvangst in Engeland in 1944 maar werd daar door de Britten quick,quick, zonder slow weer zijn afgehaald". dat "zijn" is een ongerechtigheid. De reden daarvoor? Reus:"... na een Engelse stafkaart te hebben bekeken vertelde ik de Engelsen, dat de kaart wat betreft de punten die ik kende zeer volledig was. Behalve het radiostation Elswoud bij Haarlem, dat ik op de kaart miste. Ik plaatste een opmerking over dit radiostation, doch de Engelsman keek mij zeer verbaasd aan en verbood mij om et andere instanties over dat station te praten... ik kon gaan".Voelt u de fijne nuance? Zo ja, dan hebt u een goed gevoel voor conspiracy ontwikkeld en hoeft u niet naar de dokter. Stay tuned.(1) Zie voor deze oud-hoofdredacteur van de Gooi en Eemlander aflevering 9 van deze serie op onze Followupsite.
zondag 10 januari-2010
Volgens de in ons bezit zijnde officiele gegevens verstevigde Hauptmann Gerrit Reede na september 1944 niet alleen zijn banden met zijn Abwehrgenossen Conrad en Strauch, maar ook met Sonderfuhrer Kptlt. Traugott Andreas Richard Protze. Een alte Kamerad van Abwehrleider Canaris, die zich in 1937 in Nederland vestigde en als cover voor zijn duistere arbeid het Duitse Verkeersbureau in de Amsterdamse Kalverstraat optrok. Op een steenworp afstand van een ander reisbureau: Holland Travel Service aan het Rokin. Bedrijfsleider van deze outfit was Gerrit Reede, die in de Euterpestraat ook een pension uitbaatte en op dat moment al voor de Abwehr was gerecruteerd door Sonderfuhrer Richard Crone, chef de reception van het aan het Damrak gelegen Victoriahotel.
In de zomer van 1939 ondernam Reede samen met de voor rederij Kooy werkende William Falhaber een trip naar Clacton on Sea voor een ontmoeting met de Britse reservekapitein Radcliffe Price. Onderwerp van gesprek was het oprichten van een nieuwe reisorganisatie, International Touring Service. Na veel fours and fives gingen de heren akkoord en ITS ging van start. Opnieuw in een pandje aan het Rokin. Schuin tegenover het Britse consulaat, waar na september 1939 ene Seymour Bingham zijn entree maakte. Na opzegging van zijn job bij Bruynzeel waar hij zes jaar had gewerkt (1).
By the way, Falhaber was een Britse nulnulnogwat, die na het begin van de Phony War werd uitgeschreven bij het Amsterdamse bevolkingsregister en daarna bij toerbeurt een kamer huurde in pension Knaub aan de Amsterdamse Kostverlorenkade en... pension Reede in de Euterpestraat. Na 5 mei 1940 verdween hij voorgoed uit beeld.
Terug naar Protze. Tijdens een door hem voortreffelijk in elkaar gehangen contra-spionage operatie versus een Pools netwerk beginjaren dertig zwom ook ene Pantschulitsjev het Abwehrnet in: Een Russische "paardenkontenkletser", die al jaren als bijslaap fungeerde van prinses Armgard zur Lippe Biesterfeld, de moeder van prins Bernhard. Bernilo zou niet veel later via een gearrangeerd huwelijk met onze kroonprinses Juliana een interessante informatiepositie voor Hitler-Duitsland verwerven. Pantschu was inmiddels al omgedraaid en met twee waardevolle informanten aan het hof achtte admiraal Canaris het raadzaam om een ervaren kracht ter controle naar Nederland te sturen: Protze.
Na het uitbreken van de Phony War in september 1939 smeedden Canaris en Protze het plan IIIF. Dat voorzag in een staatkundige constructie waarbij als het echt hommeles werd in West-Europa prins Bernhard hier de boel zou overnemen als stadhouder voor Adolf. Zonder het afwerpen van Duitse bommen en granaten. Leuk plan, maar het ontbeerde de handtekening van Benno. Onze prins was namelijk bang dat als de zaak scheef liep het plan door Adolf op de keien zou worden gegooid. En dan was het hier zonder twijfel einde oefening.
Hetzelfde plan werd in april 1942, toen Adolf militair gezien het toppunt had bereikt, uit de mottenballen gehaald. Op de 24ste van die maand deed Bernhard alsnog het aanbod om met Jula aan zijn zijde en Wilhelmina in het bejaardenhuis Nederland namens snorremans te bestieren. De mede door Jula ondertekende brief zou vanuit New York naar Berlijn zijn gestuurd. Langs welke weg blijft speculatief.
Na de oorlog beweerde Gerrit Reede dat hij de bewuste brief cq. een afschrift ervan ergens netjes had bewaard om executie te voorkomen. Hij werd in fort Blauwkapel stevig gegrild en kreeg er in april 1946 zelfs bezoek van Protze (2). Of daar een deal met hem is gemaakt blijft de vraag. Zeker is wel dat hij de doodstraf ontliep.
Morgenavond komt deze stadhoudersbrief aan de orde in deel twee van de teeveeserie "Prins Bernhard, schavuit van Oranje" naar een script van spannende boekiesschrijver Thomas Ross. Actueler kan je niet wezen. Stay tuned.(1) Zie voor Bingham de afleveringen 7,8 en 9 van deze serie op de Followup-site.
(2) Protze schreef op 25 juli van dat jaar na zijn bezoek aan Nederland nog een hartelijk briefje aan een van de hotemetoten van de toenmalige Nederlandse speurneuzengemeenschap, waarin hij zijn dank betuigde voor de voortreffelijke ontvangst die hem en zijn vrouwtje Lena ten deel was gevallen.
woensdag 13 januari-2010
Even een sidestep. En geen onbelangrijke. Want ons donkerbruine vermoeden dat dubbelspion en Montanbeheerder Gerrit Reede via verschillende Duitse zenders en geassisteerd door Annemarie Beijer contact zou hebben gehad met hoge geheimschrijvers en belangenverenigingen in Engeland lijkt te worden bevestigd door een mail van een ingevoerde lezer. Komt ie:"Het NIOD heeft een Engels dossier in haar bezit. Daar staat ook Anne Marie Beijer aka Anita Geertje Zwaluw in. Zij ontving van tijd tot tijd uit Engeland aanwijzingen om valse persoonsbewijzen in dead letter boxes te deponeren. Ten behoeve van belangrijk geachte onderduikers. Maar de SD beschikte al over een volledige lijst van die persoonsbewijzen. Dus het gevolg is niet moeilijk te raden. Als de betrokken onderduikers eenmaal voorzien waren van zo'n vals persoonsbewijs kregen ze uit Engeland het gecodeerde verzoek om over te komen. Soms kwam dat verzoek zelfs helemaal niet uit Engeland, maar flansten de moffen zo'n verzoek zelf in elkaar. Annemarie hield van dat spel een administratie bij. Het ging niet alleen om mensen die politiek gezien gevaarlijk werden geacht voor de naoorlogse plannen, maar bijvoorbeeld ook om belangrijke Joodse aandeelhouders van bijvoorbeeld Billiton en Shell. Gerrit stuurde hun certificaten en aandelen na hun arrestatie naar de overkant van de plas en in Zwitserland werd de zaak dan verder financieel afgewikkeld. De Nederlandse regering was van dit onderdeel van het Englandspiel volledig op de hoogte, maar hield na de oorlog haar kiezen op elkaar".Goedensmorgens. In dit kader zijn de twee trips die oom Gerrit voorjaar 1942 ondernam niet onbelangrijk. Als vertegenwoordiger van de Hamburgse koffie- en theehandel Westendorf reisde hij namelijk op 5 mei naar Zwitserland en keerde op 11 mei in Nederland terug. Tussen 28 mei en 2 juni herhaalde hij dat kunstje. Naar eigen zeggen ging het om het installeren van een paar postbussen. Of hij die zelf ook heeft geleegd blijft een vraagteken. En waarvoor ze dienden eveneens. Maar gezien het feit, dat Reede qq. zowel te maken had met big business als met duistere polletiek (vgl. Prins Bernhard's stadhoudersbrief) en in verband daarmee ook reizen ondernam naar Frankrijk, Spanje en Portugal moeten die postbussen een rol van betekenis hebben gespeeld in het spel zonder grenzen tussen de geallieerden en Nazi-Duitsland. Stay tuned.
vrijdag 15 januari-2010
Vorig jaar publiceerde de STIWOT (1) voor het eerst de vermoedelijk volledige lijst van Nederlanders die door de moffen en hun aanhang werden vermoord binnen het kader van de Silbertanne Aktion. Een Aktion die in september 1943 van start ging en diende als rucksichtlose repressie op de aanslagen van het verzet op geuniformeerde Duitsers en kaderleden van de NSB. Filosofie daarachter was dat daarmee de populariteit van dat keiharde, vaak communistische verzet aanzienlijk zou dalen onder de Nederlandse bevolking. En dat was ook zo. Na een jaar en 52 onschuldige slachtoffers werd de Aktion afgeblazen. Opvallend detail: in die tijd werden ook de laatste resten van de wijdverbreide verzetsgroep CS 6 opgeruimd. Mede dankzij het noeste werk van dubbelspion Gerrit Reede.
Na de oorlog kwam oom Gerrit nog met een verbijsterend verhaal aanzetten bij zijn aalmoezenier, pater Cooymans van het Sint Ignatiuscollege. Over Silbertanne. Volgens de ouwe spion was het besluit om doodseskaders op pad te sturen genomen tijdens een bijeenkomst in de Mozes en Aaronkerk aan het Amsterdamse Waterlooplein. Aan dat gezellig samenzijn namen niet alleen topmoffen deel maar ook een stel Britse agenten met wie Gerrit in contact stond en die luisterden naar de illustere codenamen Gregory en Montaigny.
Waar? Niet waar? Feit is wel, dat Gerrit in die tijd alle registers moest opentrekken om aan de doodstraf te ontkomen. En feit is ook, dat hij geen onbekende was in die kerk. Voor de oorlog was hij namelijk al lid van het koor dat daar jubelend goddelijke liederen ten gehore bracht. Daarnaast had het linkse verzet vanuit het perfide Albion begin 1943 de opdracht gekregen om top-NSB-ers te liquideren. Een opdracht die met name CS 6 ter harte nam. Onder leiding van de voor de oorlog samen met kunstenaars als Henri Pieck, Hildo Krop en Jan van Gilse tot het Russische spionagenetwerk behorende dokter Gerrit Kastein. De Koude Oorlog was al aan de gang lang voordat de Tweede Wereldoorlog afgelopen was. Stay tuned.(1) Stichting Informatie Wereldoorlog Twee
donderdag 21 januari-2010
Kwam een vrouw bij de politie. In Haarlem. 1946. Ze had een probleem. Een bizar probleem. En ze verklaarde het volgende.
Ze was de enige dochter van de heer en mevrouw P. uit Haarlem. Haar joodse ouders waren tijdens de oorlog ondergedoken en in die periode overleden. Van ouderdom. Eerst haar vader en drie maanden daarna haar moeder. Na de dood van haar vader kwamen er afzonderlijk van elkaar twee contactpersonen van het verzet om de zaak zo voorzichtig mogelijk af te handelen. De eerste om haar vader af te leggen. Daar mocht verder niemand bij zijn. Maar door een kier zag ze dat hij haar vader heel kundig in een laken legde, een metalen cassette tussen haar vaders benen verborg en toen het laken dichtnaaide. s Avonds werd het lichaam van haar vader afgevoerd en ergens begraven. Drie maanden later volgde dezelfde procedure na het overlijden van haar moeder.
In 1945 had ze op een dag in de krant een contactadvertentie gezien waarin zij werd opgeroepen zich te melden. Dat deed ze. De week daarop kreeg ze in Amsterdam bezoek van een koortsige, hoestende en asgrauwe meneer, die zich voorstelde als Pieck uit Den Helder. Hij condoleerde haar allereerst met de dood van haar ouders en zei vervolgens dat hij open kaart wilde spelen. Hij vroeg haar of ze hem wilde vertellen waar haar ouders begraven waren. Dan konden ze keurig worden herbegraven. Maar niet nadat hij twee cassettes in veiligheid had gebracht, die in de provisorische graven van haar ouders lagen. Er zaten Zwitserse vermogensgegevens in die toebehoorden aan kopstukken van het voormalig verzet en die nu naar de rechthebbenden terug moesten. Hij beschikte over de sleuteltjes van de cassettes en die van de gelieerde Zwitserse bankkluizen. Of hij op haar discretie kon rekenen.
Tsja. Probleempje. Ze wist niet waar haar ouders begraven lagen. Meneer Pieck raakte heel geëmotioneerd en gooide zijn glas water om. Hij bleef haar met vragen bestoken. Was de man die haar vader en moeder had afgelegd dan niet teruggekomen om haar de locatie van de twee graven door te geven? Dat was vaste procedure. Nee. Die was niet teruggekomen. De temperatuur steeg, tot juffrouw P. de heer Pieck moest verzoeken haar woning te verlaten.
In de maanden daarop had ze het sterke gevoel dat ze op straat gevolgd werd en haar post leek af en toe al eerder open te zijn geweest. Dat was voor haar uiteindelijk de aanleiding om zich tot de politie in Haarlem te wenden. En dat zou een staartje krijgen. Stay tuned.
maandag 25 januari-2010
Je houdt het haast niet voor mogelijk, maar na de verklaring van juffrouw P. ging de Haarlemse blauwe brigade in de vierde versnelling. En trok Han Pieck naar binnen voor verhoor. De voormalige spion uit het netwerk van de vanuit Moskou gedirigeerde internationale derde brigade ontkende eerst ook maar iets te kunnen breien van juffrouw Ps bizarre verklaring. Maar de volgende dag ging hij toch door de bocht, toen de ijverige smurfen hadden uitgevlooid dat de contactadvertentie wel degelijk van hem was.
De uit Buchenwald teruggekeerde Pieck zei benaderd te zijn door de Amsterdamse kunsthandelaar Blesing, die zelf zou hebben gehandeld op verzoek van het Nederlandse consulaat in Londen en in Zwitserland (1). Of het om staatsgeheimen ging, geroofde vermogensbestanddelen of gegevens over kunstschatten uit joods bezit zou Pieck niet weten.
De smurfen roken iets onaangenaams, zochten contact met collegas van het Algemeen Kantoor Zuiveringsgericht en trokken Blesing naar binnen. Die verklaarde dat Pieck uit zijn nek converseerde. Hij erkende wel dat hij tijdens de oorlog iets gehoord had over Pieck en de verzetsgroep waar hij bij hoorde. Van een contactpersoon die vaak zijn winkel bezocht. Maar wie die contactpersoon was wenste hij niet te openbaren (2).
Er volgde een smurfcheck in Londen en Zwitserland of ze daar chocola van het verhaal konden maken. Die wisten van niks. Blesing werd opnieuw onder de schijnwerper gezet. Die vond dat niet echt gezellig en maakte zijn ongenoegen kenbaar in een anti-joodse terminologie waar een Duitse herder zelfs geen brood van zou lusten. Onder verdenking van ernstig strafbare feiten, bedreiging en aantasting van goede naam werd Blesing de justitiële molen ingeduwd.
Niet lang daarna verklaarde Pieck schoon schip te willen maken. Mede onder druk van een paar belastende verklaringen over zijn gedrag in Buchenwald. Hij vroeg wel wat geduld om uit te vlooien wie nou precies de ouders van jufrouw P. hadden begraven.
Mogelijk dat zijn broer Anton hem uit de droom heeft geholpen. Anton? De sprookjesprins? Ja, Anton.
Wikipedia: "Tijdens de Tweede Wereldoorlog was (Anton, red.) Pieck actief in het verzet. Hij gebruikte zijn talent als graficus om documenten en stempels te vervalsen. Ook verzorgde hij begrafenissen voor overleden onderduikers". Zou Anton toch een kleurrijker verleden hebben dan zijn prenten suggereren? En zou hij langs die weg aan de uitroep "Papier hier" zijn gekomen? Je weet maar nooit. Stay tuned.(1) Zie de merkwaardige afleveringen 2 t/m 4 van deze serie op onze Followupsite.
(2) Blesing zou zomaar dubbelspion Gerrit Reede kunnen bedoelen.
maandag 15 februari-2010
We laten de sinistere naoorlogse gebeurtenissen rond de artistieke gebroeders Henri en Anton Pieck even op een oliepitje verder sudderen en gaan terug naar het begin van deze serie. Naar het Amsterdamse Rokin, waar de Indische geheimschrijver dr. Pramananda zijn opwachting maakte in de gallery van vader en zoon Blesing en schilderijen kocht met bundels florijnen waarvan zelfs Heer Bommel zou hebben opgekeken.
Of de Blesings op reguliere wijze hun etalage vulden moet ernstig worden betwijfeld. Ook al omdat zij over een connectie beschikten die ondanks zijn drukke werkzaamheden voor de Duitse Abwehr en de Britse SIS ook nog tijd vond om zijn zakken driftig te vullen via de zwarte handel: Hauptmann Gerrit Reede.
Voor die bedrijvigheid maakte hij ondermeer gebruik van de diensten van experts op dat gebied: Kas de Graaf, Herman Olij, Joop Out en Dries Riphagen aka Al Capone.
Een van de draaischijven voor deze kwalijke handel in zowel trivia als poen, juwelen, kunstvoorwerpen etcetera bevond zich in pension Bernsen. Een onderkomen op de hoek van de Vijzelstraat en de Kerkstraat, dat via een overloop verbonden was met de andere hoek van de Kerkstraat. Op die etage boven het gerenommeerde Chinese restaurant Taiton had meneer Bernsen ook nog een paar kamers ter beschikking voor zijn bonte klantenkring, waartoe bijvoorbeeld een stel rechters van de Duitse Luftgau, SD-ers, Kas de Graaf, Wehrmachtofficieren, SOE-agenten, dames van vederlichte garnituur en zelfs leden van de verzetsgroepen CS6 en de Persoonsbewijzencentrale behoorden. Allemaal verzameld in een dodelijke dans.
Wonderlijk, dat de ergste slechterikken van bovenstaand gezelschap na de oorlog allemaal de dans zijn ontsprongen. Hoewel, ook weer niet zo wonderlijk. Reede handhaafde zich bijvoorbeeld dankzij zijn dubbele spionagerol en zijn connectie met prins Bernhards stadhoudersaffaire. Ook Kas de Graaf bleef op de been dankzij zijn prinselijke beschermheer. En zelfs vriend Riphagen zou je met een beetje slechte wil met onze verzetsleider kunnen verbinden.
Al Capone werd namelijk na het sluiten van de oorlogsmarkt naar Argentinië geholpen. Daar zal hij zijn gebit niet op een houtje hebben stukgebeten, want in zijn gouden jaren had ie heel wat van zijn kostbare buit naar het buitenland weten te wurmen. Hij beklom in opzienbarend tempo de Argentijnse maatschappelijke ladder en behoorde in 1951 al tot de intimi van president Juan Peron en diens vrouwtje Evita. Dont cry for Dries dus.
In datzelfde jaar maakte nog een kunsthandelaar zijn opwachting bij de Peronnetjes, alwaar hij ondermeer de hand schudde van oud SS-roedelgenoot Wim Sassen. Of Dries ook dat prinselijke voorrecht heeft genoten is buiten de monitor gebleven. Maar het zou zomaar kunnen. Stay tuned.
donderdag 18 februari-2010
Toch wel lekker als een spits je voorzet in de kruising peert. Wij kregen de volgende reactie:Gerrit Reede en Kas de Graaf hadden ook contacten in Utrecht via de Thomas van Aquinokerk in Amsterdam. Met de familie Sassen van Isselt en hun goede vriend, aartsbisschop De Jong. Die laatste hield erg van bepaalde geroofde kunst. Daarnaast zegende hij de Oostfrontgangers. Onderduikers in zijn kelder op de Maliebaan haalden niet eens de dodentrein.
Volgens de legendarische Griet van de Lange Rozendaal dook Gerrit wel eens op bij Germaanse gelagen op het Pelmolenplantsoen. Hij was dan eerst op de Maliebaan geweest en zeker niet bij Mussert. Tijdens de oorlog waren er op de Maliebaan namelijk twee geheime kunstdepots. Als excuus voerden Griet en de andere meiden aan, dat ze niet letterlijk van de honger om wilden komen.
Gerrit kwam altijd lopend aan en ging dan vroeg in de morgen weer weg met een vrachtauto plus chauffeur. Hij kon zeer geinig een Brits officier nadoen als hij op de rug van een dame op vossenjacht ging (1)."Waar al die geroofde kunst is gebleven kunnen we wel zon beetje raden. En dan denken we echt niet aan dr. Pramananda. De Indische verzamelaar die zonder het te weten deze serie op gang bracht. Stay tuned.(1) Vgl. de haast Bijbelse verschijning van de Britse SOE-leider Bingham bij een gezellig samenzijn in de door Reede beheerde Maison de Paris op de Plaats in Den Haag (afleveringen 7, 8 en 9)
zondag 21 februari-2010
In de loop van deze serie zijn we langs bizarre haltes gereden uit het oorlogsleven van Gerrit Bartholomeus Reede. Van de Brediusweg in Bussum via het Rokin en de Weteringschans in Amsterdam, de Plaats in Den Haag naar de Maliebaan in Utrecht.
Van dubbelspionage via kunstsmokkel hop hop naar het glijhuis. We moeten eerlijk bekennen dat we bij de halte Weteringschans, waar we even zijn uitgestapt voor een bezoekje aan de NV Montaan, wel enige reactie hadden verwacht van gerenommeerde Bernhardvorsers en romanschrijvers. Maar misschien zijn we niet serieus genoeg. Daarom doen we bij deze er nog een schepje bovenop. Want bij de NV Montaan troffen wij naast imposante lieden als Richard Merton, Alfred Flesche, Franz Koenigs en Richard Ruschewey nog iemand aan die van wanten wist: Hermann Schmitz. Het baasje van IG Farben, die zo graag van de wereld een fascistische toverbal had gemaakt, liefst zonder oorlog. Hermann was de neef van Max Ilgner. En vriend Max bestierde NW 7, de spionageafdeling van IG Farben. Een van zijn werknemers was SS-prins Bernhard zur Lippe Biesterfeld. Onze latere verzetsleider die zo amicaal omging met twee paladijnen van Gerrit Reede: Kas de Graaf en Chris Lindemans. Hoe wil je hem hebben? Inpakken of eet je hem hier op? Stay tuned.
zondag 2 mei-2010
We kunnen het niet laten. Om toch nog eens aan te tonen hoe belangrijk de rol is geweest van de bewust weggefrommelde dubbelspion Gerrit Reede tijdens WO II. Net in de periode waarin wij met zijn allen vieren dat in 1945 alle lucht uit het Derde Rijk was gestampt en we door het feestgedruis heen het kraken van het Vierde horen. Ga maar even na: Gerrit had ernstig te maken met de stadhoudersbrief (1), was de Pepetto van Kas de Graaf en Chris Lindemans (2) en fungeerde als oppasser van de enigmatische NV Montaan met wichtige Bub'n als Richard Merton, Alfred Flesche, Franz Koenigs, Richard Ruschewey en Hermann Schmitz in de orkestbak. Voor deze aflevering is vooral die Hermann dolletjes. Waarom? Komt ie.
Afgelopen week boerde Wim Duitenberg's opvolger Jean-Claude Trichet iets heel ferms tijdens een joeldag van de Council on Foreign Relations, een tank vol enge denkers. Volgens Jean-Claude moet de kar naar een wereldregering cq. wereldeconomie getrokken worden door de BIS. De Bank of International Settlements en inderdaad een bis. Dat bancaire vehikel is namelijk in 1930 opgericht door Montague Norman, het nazigezinde baasje van de Bank of England, en zijn geliefde collega Hjalmar Schacht van de Duitse Reichsbank (3). Was zogenaamd bedoeld om de Duitse afbetalingen in verband met de gemaakte brokken in de Eerste Wereldoorlog soepeltjes te regelen. Maar al gauw speelden de moffen de eerste en tweede viool en gingen er onder de tonen van "Alle Menschen werden Brüder" pakken poen, goud en waardepapieren kluis in en kluis uit, waarvan een eenvoudige DSB-klant zich geen voorstelling kan maken.
Veranderde dat na het in elkaar klappen van het Derde Rijk? Geen reet. De gestolen poen en andere waardevolle zaken bleven grotendeels waar ze waren. En de stinkend rijken der aarde maken nog steeds gebruik van de ongecontroleerde diensten van deze bank om hun poen te wassen, te drogen en te strijken. En de wereldeconomie te manipuleren. Onder toeziend oog van filiaalhouders als Bernard Bernanke van de Amerikaanse Federal Reserve, Mervyn King van de Bank of England en Jean-Claude Trichet van de Europese Centrale Bank. En wij maar lullen over rekening rijden, de Europacup, het lintje van een Bossche nicht en het huwelijk van Wes en Yo.
Oh btw.: weet je wie een van de vooroorlogse violisten was? Hermann Schmitz. Het baasje van IG Farben, die ook een vinger had in de NV Montaan, waar Gerrit Reede op de boel paste bij de concurrentieslag van 40 - 45. Valt er nog ergens wat te feesten? Vort met de Q-geit. Stay tuned.(1) De mede door Jula ondertekende brief, die prins Bernhard op 24 april 1942 vanuit de States naar Berlijn stuurde om te hengelen naar de positie van stadhouder der Nederlanden namens Adolf.
(2) Kas en Chris waren actief betrokken bij het ausradieren van CS6. Een communistische verzetsgroep die opereerde vanuit de Amsterdamse Corellistraat nummer 6. De woning van het gezin Boissevain, waarvan vader Jan voor de oorlog de boeken bijhield van Thyssen's ondernemingen in Nederland en zijn vrouw en zijn zoons tijdens de oorlog een formidabele bijdrage leverden aan het verzet.
Kas en Chris waren ook radertjes in het verraad van Arnhem. In de schaduw van de toen in het Belgische Diest verblijvende prinselijke verzetsleider, wiens Ehre ooit Treue heette.
(3) Schacht werd niet veel later Adolf's minister van Financiën. Na de oorlog werd ie als oorlogsmisdadiger weggezet, zij het voor korte tijd. Na zijn gedwongen vakantie was hij stiekem nog betrokken bij de Argentijnse avonturen van onze toenmalige prins gemaal. Zie daarvoor het artikel "Tango Dissonante" op de site van De Morgenster.
Het heeft een tijd geduurd. Voor we een serieuze reactie kregen op deze serie. Maar gisteren was het zover. Dit is hem. Gaat met name over voormalig bankier en accountant Jan Cornelis Willem Polak aka Onderdenwijngaard. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog het baasje van het op het adres Plaats 10 in Den Haag gevestigde West-Europeesch Administratiekantoor (WEA), dat de boeken bijhield voor internationals als Fritz en Heinrich Thyssen en de net als onze koninklijke familie naar Engeland overgestoken Richard Merton (1). In het snotje gehouden door dubbel-agent Gerrit Reede, de Verwalter van modewinkel Maison de Paris op het adres Plaats 21 (2). Jan was voor de oorlog dikke mik met de Tsjechische overheid, maar richtte zijn blik na de oorlog naar het Midden-Oosten en kreeg vaste voet in Jordanië. Maar niet nadat hij in 1947 een langdurige reis had gemaakt naar de USSA, Argentinië en Brazilië. Dat laatste detail visten we onlangs op uit het artikel "Rite Francais: du chapitre néerlandais de rite moderne francais "De Roos" ou de la "vraie" histoire de la Fausse "filiation" Hollandaise". Daaruit blijkt dat Janus een hoge mieter was binnen de Nederlandse vrijmetselarij, maar met het grootste deel van de Nederlandse troffelaars in onmin raakte nadat ie voor een schisma had gezorgd binnen de Loge van het Grootoosten. In dat artikel komt onderandere deze strofe voor:
"Polak est de notoriété publique aux Pays-Bas, que sa banque était un couverture pour arbitrer durant la guerre d'obscure affaires "germano-anglais-américaines" se déroulant au plus haut niveau, le W.E.A., dont le financier juif de la Haye, Jan Polak, assumait de fait la direction”.
Interessante gozer dus die Janus. Maar over zijn noeste arbeid tijdens de oorlog is geen ene moer naar buiten getild. Gek hè? Stay tuned.
(1 Voor Merton zie het artikel “de CDU-affaire” op de site van de Morgenster. BTW: koningin Wilhelmina bezat een flink pak aandelen in Thyssen's beruchte Bank voor Handel en Scheepvaart in Rotterdam.
(2) Citaat uit "Prins Bernhard, een politieke biografie" van Wim Klinkenberg over de spookachtige Britse spion Bingham: "... Sommigen hadden in Den Haag met een Bingham in volle oorlogstijd geconfereerd en deelden zelfs mee dat hij daar op de Plaats woonde in of bij een gecamoufleerde hoedenzaak”. Een van hen was A.L.C. Meijering tijdens zijn verhoor door de naoorlogse Parlementaire Enquêtecommissie op 13 september 1949.
Nee. Bij MAX zullen ze niet besluiten om eens een lekkere serie te maken over het avontuurlijke leven van Gerrit Reede. Ze kijken wel uit. Je gaat niet met je steunzolen en je kunstgebit in de belangen van de famielje Oranje zitten darren. Want dat die famielje binnen deze afzichtelijke affaire een flinke trompet meetettert moge duidelijk zijn. En nog meer dan wij al dachten. Naar aanleiding van het laatste deel van het pizzaplatte drieluik over Pieter Menten dat gisteren de glazen tiet overtrok kregen wij een vette mail in de gleuf. Kwam van een geïnteresseerde lezer, die bezig is met het verzamelen van gegevens over het wel en wee van koningin Wilhelmina ten behoeve van een serieus boek. Over de moeder des vaderlands die ten tijde van de bezetting vanuit Engeland ons opriep de moed erin te houden. Hij schreef ons dit:
“Zoals bekend was Gerrit Reede o.m. Verwalter van Maison de Paris. De joodse eigenaar Emanuel Kahn kwam in 1941 te overlijden. Zijn dochter Elizabeth van Veen-Kahn woonde met haar gezin in een ander pand van hem aan de Nieuwe Parklaan 110 in Scheveningen. Mei 1943 werd dit pand met de geschakelde woningen 112 – 114 door de Duitsers gevorderd. Op 110 kwam er een Kita, Kindertagesstätte, voor Wehrmacht/SS-kinderen. De dochter van Kahn en twee van haar jonge kinderen werden naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Eind '45 trok Wilhelmina (als quasi Verwalter/Bewariër) in pand Nieuwe Parklaan 110 en haar hofhouding en administratie in de panden 112 – 114. Toen 't Loo opgeleverd werd, nadat het gekuist was van Nazi-sporen, betrokken de oorspronkelijke bewoners de panden weer. Max van Veen, die met 1 zoon de oorlog wel overleefd had, kwam mei 1946 weer op Nieuwe Parklaan 110 te wonen.
Voor de woning Nieuwe Parklaan 110 zul je geen Stolpersteine aantreffen, wel op de gevel een plaquette ter herinnering aan Wilhelmina als symbool van verzet. We mogen veronderstellen dat Wilhelmina en haar hofhouding bekend was met het modehuis Maison de Paris en daardoor ook met de familie Kahn. Zo ook mogen we veronderstellen dat Wilhelmina of haar kwartiermakers bekend waren met het feit dat Nieuwe Parklaan 110 geroofd joods eigendom was van de familie Kahn.
Van Gerrit Reede wordt beweerd dat hij een rol speelde in de betalingen die liepen van Schacht naar Bernhard [zie ook aflevering 20 van deze serie, plus de ingebouwde verwijzing naar het artikel “Tango dissonante”, red.]. Intrigerend is dat zowel van Bernhard als van zijn schoonmoeder, via de familie Kahn, lijnen naar Gerrit Reede lopen. Vraag is hoe kwam Wilhelmina eind '45 aan de adressen? In het Haags Gemeente Archief heb ik (uiteraard) geen sporen van koninklijke bewoning terug kunnen vinden.
Mvg. Koen van Stigt Thans.”.
Ach ja, je moet ergens heen als je na vijf jaar van ontberingen terugkomt in je land. Stay tuned.
Mooi en respectvol. De documentaire die de ouwetjeszender MAX gisteravond uitzond over de poging van oud-politicus Gerrit-Jan Wolffensperger om meer aan de weet te komen over het leven van Gerrit-Jan van der Veen. Zijn biologische vader, die op 10 juni 1944 samen met andere leden van zijn verzetsgroep in de duinen bij Overveen door de moffen werd gefusilleerd. Zij waren in mei van datzelfde jaar in Duitse handen gevallen na een mislukte overval op het beruchte Huis van Bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans om opgesloten kameraden te bevrijden. “Ze waren goed geïnformeerd”, de Duitsers. Hoe ze aan die informatie waren gekomen kwam jammer genoeg niet aan de orde. Maar dankzij interviews met een paar in mei 1945 levend over de finish gekomen leden van de linkse verzetsgroep CS 6 zijn wij er zeker van dat Van der Veen in de jaren dat hij ondergedoken was menigmaal de nacht doorbracht in pension Bernsen. Een onderkomen op de hoek van de Vijzelstraat en de Kerkstraat, dat wij al vaker op de korrel hebben gehad (1). Kennelijk beschouwde hij dat als een veilig adres. Ondanks de regelmatige aanwezigheid van Duitse gasten en ander krapuul, waaronder de voor de SD actieve Dries Riphagen aka Al Capone en de door Abwehrhauptmann Gerrit Reede gedirigeerde Kas de Graaf en Christiaan Lindemans aka King Kong (2). Een adres ook dat een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld bij het Englandspiel, maar mogelijk om die reden door officiële en officieuze speurneuzen consequent is weggemoffeld. Je zou misschien denken dat een docu over pension Bernsen ook een fraai onderwerp zou zijn voor Jan Slagter's natte droom. Maar wij weten beter. Stay tuned (JP).
(1) Zie aflevering 17 van deze serie.
(2) Zie voor de Duits/Britse dubbelspion Reede ondermeer de serie “Bernhard's brief” en eerdere afleveringen van de onderhavige serie.