Skip to main content

(oorspronkelijk artikel: Bush, de Nazi's en de BV Soestdijk (6) - 7 november 2001)

In 1941, ver voor de eerste arrestatie van Jan Boissevain, bemoeiden twee van diens zonen zich al met het actieve verzet tegen de Duitse bezetting: Gideon en Jan Karel. Na de arrestatie van hun vader ging de beuk erin en werd Corellistraat 6 het geheime centrum van de linksradikale verzetsgroep CS 6, die in het hele land actief was en voornamelijk bestond uit jongeren uit het voortgezet en hoger onderwijs. De groep kwam onder leiding te staan van dokter Gerrit Kastein, een vooroorlogse agent van de Russische Komintern. Er werden talloze aanslagen gepleegd, waarbij ook hoge NSB-ers sneuvelden. Door pure pech werd Kastein in februari 1943 opgepakt. Tijdens een verhoor op het Binnenhof stortte hij zich door een raam van een bovenverdieping op straat. Dood. Zonder te hebben gepraat.
Op dat moment was de groep al geïnfiltreerd geraakt dankzij het verraderlijk vernuft van een Nederlandse dubbelagent die als Hauptmann voor de Abwehr werkte. Dat was Gerrit Bartholomeus Reede (alias "George Brandy", alias "oom Gerrit"). Hij had de beschikking over drie infiltranten: George Ridderhof ("Van Vliet"), Chris Lindemans ("King Kong") en Cas de Graaf. ("De Booy"). In augustus 1943 werden de gebroeders Boissevain en hun neef Louis gearresteerd, samen met nog een groot aantal leden van hun groep. Op 1 oktober 1943 werden zij gefusilleerd. Hun moeder belandde samen met hun vader in het kamp Vught. Later werd Jan Boissevain via Sachsenhausen naar Buchenwald overgebracht waar hij begin 1945 overleed. Mies Boissevain-Van Lennep overleefde haar verblijf in Ravensbrück. Zij overleed in februari 1965.
Nadat CS 6 in de herfst van 1943 zo goed als uitgeroeid was nam De Graaf geholpen door Lindemans de benen naar Engeland en kwam in de inlichtingenclub van prins Bernhard terecht. Bij terugkeer op het vasteland in september 1944 zocht "verzetsman" Lindemans opnieuw contact met inlichtingenofficier De Graaf en diens chef en "verzetsleider", prins Bernhard. Uit dit ontroerende contact ontstond ondermeer het verraad van Arnhem, dat sommige lieden uit de top van Hitler-Duitsland soelaas bood voor een poging om alsnog Hitler opzij te schuiven en een separate vrede met het Westen te bewerkstelligen. Vergeefs.
Een heel wat lulliger poging in deze context werd daarna nog ondernomen door Fritze die namens de Amerikanen (!) de naar Spanje gevluchte Miedl aanspoorde Goering een schilderij aan te bieden om hem op die manier te bewegen in te grijpen. Opnieuw vergeefs. Na de oorlog gebeurde er uiteraard niks met Fritze en Miedl. Integendeel, ze konden zich verheugen in de warme sympathie van de prins der Nederlanden. Evenals Bush, Harriman en de gebroeders Dulles.
De verdere geschiedenis van Reede's drie infiltranten is genoegzaam bekend. Ridderhof kreeg na de oorlog terecht de doodstraf, King Kong werd gezelfmoord en De Graaf... werd klusjesman van prins Bernhard. Reede zat zeven van de vijftien jaar gevangenisstraf uit voor zijn verraad van de verzetsgroep Oranje Garde aan het begin van de oorlog. Over zijn formidabele rol in het Englandspiel, die zich niet beperkte tot het elimineren van CS 6, werd verder niet gerept. Hij zou zijn bewijzen met betrekking tot de brief van Bernhard uit april 1942 keurig hebben bewaard en ontliep op die manier de doodstraf.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Verraad in de Vijzelstraat - 31 december 2002)

Dit is een journalistiek verslag van een jarenlange speurtocht naar de duistere achtergronden van de "Ausradierung" die de links-radikale verzetsgroep CS 6 ten deel viel in de Tweede Wereldoorlog. Als onderdeel van het Englandspiel. Het beruchte dubbelspel tussen de Brits/Nederlandse en Duitse inlichtingendiensten, waarin een tot nu toe vrijwel onbekende Nederlander een buitengewoon belangrijke rol heeft gespeeld. Na de oorlog had hij zeker de doodstraf verdiend, maar vanwege hogere belangen kreeg hij die niet. Ook de publiciteit zoals die zich rond bekende figuren als Christiaan Lindemans, Antonius van der Waals en George Ridderhof voordeed bleef zo goed als achterwege.
Merkwaardig, gezien de perfide activiteiten die hij zowel voor als tijdens de oorlog ontwikkelde in opdracht van zowel de geallieerde als Duitse inlichtingendiensten.
Het hierna volgende relaas is een poging om alsnog die dubbelspion frontaal voor het voetlicht te trekken. Uiteraard met hier en daar de niet te vermijden losse eindjes en soms helaas meer interpretatie dan echt bewijs. Maar de impact van het verhaal berust op feiten. Weggemoffelde feiten. Dit drama uit een langzaam vervagend tijdperk verschijnt als een ouderwets feuilleton op deze internet-site. Als dat in de niet al te verre toekomst voltooid is, zal het in een gedetailleerdere versie compleet met verklarende noten als boek op de markt worden gebracht door Uitgeverij Papieren Tijger.

Hoofdstuk 1

Reus

Midden april 1949 ontving de Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940 - 1945 een brief uit Haarlem. Taalkundig gezien was het epistel misschien neusje noch zalm. Maar inhoudelijk was het niet van belang ontbloot. De tekst luidde als volgt:
"Hierbij neem ik beleefd de vrijheid het navolgende onder uw welwillende aandacht te brengen betreffende het Englandspiel, welke causerie hierover ik Dinsdag 12 April door de auteur van het boek "Carnaval der Desperado's" te Haarlem aanhoorde en de spreker (de heer Kas de Graaf) op grove vergissingen betrapte. Toen ik hem enige strikvragen stelde, constateerde ik naar aanleiding van zijn antwoorden, dat de spreker zeer eenzijdig op de hoogte was van de werkelijke gebeurtenissen.
De volgende conclusie, die ik reeds lange tijd bezat, kan ik nu m.i. volkomen beantwoorden. Ik beschuldig Kas de Graaf van een Duits spion te zijn, en ik kan dit tevens bewijzen. Gaarne zou ik dit aan de hand van gegevens en vaststaande feiten en van getuigen voor de Parlementaire Commissie mondeling getuigen en verzoek ik u ook beleefd mij een onderhoud op een door u nader te bepalen datum toe te staan.
Inmiddels verblijf ik,
hoogachtend, w.g. H. Reus
".

De voorzitter van de Commissie, de P.v.d.A.-er mr. L.A. Donker, stuurde op 21 april 1949 één van zijn medewerkers naar Haarlem om te zien of deze Hendrik Adolf Reus iets coherents te vertellen had. Uit diens verslag en een latere schriftelijke toelichting van Reus zelf bleek ondermeer dat de Haarlemmer in 1933 lid was geworden van de NSB. De reden was nogal triviaal: rond de tachtig procent van de leden van zijn rijvereniging behoorde tot Mussert's discipelen en om er een beetje bij te horen had de toen zestienjarige Reus zich ook maar bij de NSB aangesloten. Zonder overigens, à la Joseph Luns, de eed af te leggen of voor zijn lidmaatschap te betalen. Drie jaar later werd het ambtenarenverbod van kracht waarmee onder anderen NSB-ers werden uitgesloten van werkzaamheden voor de overheid. Mede onder druk van zijn vader die hoofd was van het Gemeentelijk Energiebedrijf in Haarlem verliet Reus kort daarna zowel de nationaal-socialistische rotten als de rijvereniging.
Bij de mobilisatie in het najaar van 1939 kwam hij als motorkoerier terecht bij de Artillerie in Oegstgeest. Het geüniformeerde bestaan duurde echter niet lang. Dankzij de bemiddeling van directeur Van Mierloo van de Machinistenschool aan de Amsterdamse Overtoom kreeg Reus in december 1939 studieverlof. In juli 1940 behaalde hij al zijn eerste diploma als leerling-machinist. Na een aansluitende praktijkperiode keerde hij in 1942 voor korte tijd terug naar de school. Inmiddels was hij opnieuw uit opportunistische overwegingen lid geworden van de NSB. Desondanks zou hem door medestudenten zijn gevraagd om toe te treden tot een verzetsgroep die zich al vrij vroeg in de oorlog op de school had geformeerd. Een van de leidinggevende figuren ervan zou Jan van Mierloo zijn geweest, de zoon van de directeur. Reus had geweigerd om op het verzoek in te gaan. Volgens hem was de security binnen de groep, die zich o.a. bezighield met het repareren en in elkaar zetten van revolvers, vergelijkbaar met een rijk assortiment gatenkaas. Hij was in die mening gesterkt toen hij erachter kwam dat de ex-NSB-er Kas de Graaf contact met Van Mierloo's "wild bunch" onderhield. Dat vond hij moeilijk te rijmen met de vriendschappelijke banden die De Graaf zowel vóór het uitbreken van de oorlog als erna koesterde met zijn voormalige Haarlemse partijgenoten Adriaan Hofman en Boy Jepsen. Deze beide heren hadden hun nationaal-socialistische sympathieën nooit onder stoelen of banken gestoken en hadden in de eerste oorlogsjaren zelfs met enthousiasme voor de zwaar onder controle van Joseph Goebbels staande radio in Duitsland gewerkt. Bovendien was Reus ervan op de hoogte dat De Graaf tweemaal door de Duitsers was opgepakt wegens zwarte handel en dat hij bij beide gelegenheden vrij spoedig weer op vrije voeten was gesteld.
Eind augustus 1943 maakten Reus en zijn twee broers gebruik van een escapelijn via Parijs om in tien dagen naar Spanje uit te wijken. In tegenstelling tot de buitentemperatuur was de ontvangst daar polair. Het had zoals gebruikelijk in die tijd nogal wat voeten in de aarde voor de drie gebroeders zich weer redelijk vrij konden bewegen. In afwachting van zijn doorreis naar Engeland knapte Reus wat administratieve klussen op voor het Nederlandse consulaat in Madrid. In december van datzelfde jaar werd hij verrast door de komst van twee Nederlandse Engelandgangers, Kas de Graaf en de hem onbekende Bob Celosse. Reus informeerde bij de van NSB-er tot verzetsheld getransformeerde De Graaf hoe het met de jongens van de Machinistenschool was afgelopen. De door Christiaan Lindemans (alias King Kong) naar Spanje geloodste CS 6-er zou hem toen hebben toevertrouwd dat die allemaal waren gefusilleerd en dat ook De Graaf zelf als zodanig te boek stond. Hij had echter weten te ontsnappen. Reus voelde nattigheid en vreesde dat De Graaf bewust of onbewust door de Duitsers bij de verzetsgroep van de Machinistenschool naarbinnen was gesmokkeld om langs die weg de zaak te kunnen ontmantelen. Reus probeerde na De Graaf's vertrek naar Engeland begin januari 1944 aan de weet te komen hoe diens reis was verlopen. De informatie die hij her en der verzamelde stelde hem niet gerust. De Graaf zou zich in Parijs zo vreemd hebben gedragen dat de mensen van de escape-lijn hem zo snel mogelijk hadden proberen te lozen. Niettemin waren heel wat medewerkers van de lijn ten tijde of kort na de passage van De Graaf opgepakt.
Reus zou tegenover de Nederlandse autoriteiten stijf zijn mond hebben dichtgehouden over zijn bevindingen. Hij zou pas een poging hebben gedaan om zijn kennis te spuien toen hij in de zogenoemde Patriotic School door Britse officieren werd verhoord. Maar daar zou weinig interesse zijn getoond voor zijn informatie. De Graaf was inmiddels namelijk een van de kopstukken geworden van het Nederlandse Bureau Buitengewone Opdrachten en in die functie op goede voet geraakt met prins Bernhard. De Britten wensten geen "fuzz" in hun eigen inlichtingenwinkel. Reus zou om die reden dus zijn aangeraden om tegenover het Nederlandse screeningsteam maar helemaal niets over zijn vermoedens inzake kapitein De Graaf naar voren te brengen. De Haarlemse vluchteling zou onaangenaam verrast zijn geweest door deze houding en helemaal het spoor bijster zijn geraakt toen hij werd geconfronteerd met een stafkaart van bezet Nederland. Reus:
"...na een Engelse stafkaart bekeken te hebben vertelde ik de Engelsen, dat de kaart wat betreft de punten die ik kende zeer volledig was, behalve het radiostation Elswoud bij Haarlem, dat ik op de kaart miste. Ik plaatste een opmerking over dit radiostation, doch de Engelsman keek mij zeer verbaasd aan en verbood mij om met andere instanties over dat station te praten... ik kon gaan.".

Over zijn lidmaatschap van de NSB zou totaal niet zijn gerept. Ook niet bij de Nederlandse Politie Buitendienst waar de vermaarde overste Oreste Pinto een hoofdrol vervulde. Vrijwel direct na de teruggave van zijn officiële papieren monsterde hij aan als leerling-machinist op het schip "De Amstelkerk" en voer niet lang daarna de haven van Liverpool uit met bestemming West-Afrika.
Reus keerde pas in april 1946 naar Nederland terug. Daar werd hij door de Politieke Recherche Amsterdam nader aan de tand gevoeld over zijn NSB-avonturen. Toen hij bij die gelegenheid de kwestie-De Graaf aanroerde zou het verhoor bliksemsnel zijn beëindigd. Ook bij andere instanties zou Reus op dit punt niets dan bot hebben gevangen en een krant die hij had benaderd zou zich ook niet aan de kwestie hebben willen branden. Tot de Parlementaire Enquêtecommissie op het tapijt verscheen. Naar aanleiding van de twee op schrift gestelde verklaringen werd Reus op 8 september 1949 onderworpen aan een openbaar verhoor onder ede. Veel meer dan de commissie inmiddels al wist kwam daar niet uit. Of het moest zijn, dat volgens Reus De Graaf als chef van een Amsterdamse Rüstungsküche (ofwel gaarkeuken) was gearresteerd omdat hij levensmiddelen en tabak zwart had verhandeld. Maar wat hij met de opbrengst daarvan had uitgespookt wist Reus niet. Zoals hij wel meer niet wist. Laat staan dat hij kon bewijzen dat De Graaf bewust of onbewust door de Duitsers was gebruikt om de verzetsgroep van de Machinistenschool binnen te dringen om die tezijnertijd in zijn geheel te kunnen oprollen.

Hoofdstuk 2

de entree van King Kong

Zoals vermeld werden De Graaf en zijn CS-6 makker Celosse door Christiaan Lindemans, dankzij zijn gestalte, zijn gang en zijn kracht opgescheept met de bijnaam King Kong, vanuit Parijs naar Spanje begeleid. Volgens de verklaringen van De Graaf in het CS-6 dossier dat zich bij het NIOD bevindt, kende hij King Kong al langer en had hij zelfs met hem samengewerkt bij het verzamelen van inlichtingen. Die zouden naar Engeland zijn gezonden waar zij dienden als materiaal voor uitzendingen van Soldatensender Calais. Een Britse radiozender die in het Duits valse berichten verspreidde over gebeurtenissen in de bezette gebieden en verwarring moesten zaaien onder de Duitse soldaten en het lagere militaire kader.
Naar eigen zeggen had Lindemans ook voor de oorlog in de Rotterdamse haven informatie verzameld ten behoeve van de Britse Secret Intelligence Service, die ondermeer het Britse consulaat in Rotterdam als dekmantel gebruikte. Maar de namen van de agenten met wie in hij contact zou hebben gestaan bleken na de oorlog niet te traceren. Dat hoeft niet direct te betekenen dat Lindemans zijn verhaal uit zijn duim haalde. Mogelijk en zelfs waarschijnlijk gebruikten de betrokken agenten schuilnamen. Mocht Lindemans echter de waarheid hebben verteld, dan moeten de Duitsers na de inval op 10 mei 1940 al snel hebben geweten dat hij voor de Britten had gewerkt. Aad Vrinten, een nauw met de SIS samenwerkende eigenaar van een handelsinformatiebureau in Kralingen, had namelijk in de periode voordat hij de wijk nam naar Engeland een paar steken laten vallen. Allereerst had hij Arie Folkert van Koutrik in dienst genomen. Een figuur die al heel snel puur en alleen om financiële redenen als dubbelagent ging functioneren en alles wat hij wist over het Brits/Nederlandse inlichtingennetwerk overbracht aan de leider van de Duitse tegenhanger: Richard Protze.
Daarnaast liet Vrinten al het materiaal over zijn Nederlandse medewerkers en hun activiteiten voor de SIS achter bij zijn zwager Hensen, die het begroef bij diens tuinhuisje. Maar Protze cs. wisten dat in een vloek en een zucht te achterhalen en beschikten dus aan het begin van de oorlog al over een vrij nauwkeurig inzicht over het Nederlandse netwerk van hun Britse tegenstanders. Mogelijk dus inclusief King Kong.
Hoe dit ook zij, in juli 1940 trad Lindemans als chauffeur in dienst bij de Duitse Luftwaffe en vervoerde vanaf dat moment benzine op de route Lille-Parijs. Hij maakte in Lille al snel kennis met Gilberte Létuppe. Zij werkte voor het Rode Kruis en maakte tevens deel uit van een organisatie die vluchtelingen over de Franse demarcatielijn smokkelde. Het stel trouwde al een paar maanden later en Lindemans sloot zich aan bij de escapelijn van zijn vrouw. In maart 1941 nam hij ontslag bij de Luftwaffe om zich volledig te kunnen wijden aan het vluchtelingenwerk. Maar dat bracht geen brood op de plank en noodgedwongen zocht hij opnieuw een baan als chauffeur. Die vond hij bij de Nederlandse aannemer Knijff en diens Duitse compagnon Schmittmeyer. Lindemans kwam er al snel achter dat Knijff Nederlandse vluchtelingen onder zijn hoede had genomen, die niet over de juiste papieren beschikten om zich vrijelijk te kunnen bewegen. Binnen niet al te lange tijd zorgde de nieuwe chauffeur van de firma voor valse papieren. Maar Schmittmeyer kwam daarachter en lichtte de Duitse Feldgendarmerie in. Een aantal vluchtelingen werd gearresteerd en Lindemans verdween in een cel in Abbéville. Voor een maand. Hij werd vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Het was inmiddels januari 1942.
Na zijn gevangenschap was Lindemans een paar maanden werkloos. Toen nam hij in arren moede een baantje aan als ziekenverzorger. Als cover voor zijn illegale werk, dat in die maanden een wat grimmiger karakter had gekregen. Hij vervoerde namelijk wapens voor het Franse verzet. Tijdens een van die escapades in de lente van 1942 werd hij opnieuw gearresteerd. Met wapens in zijn wagen. En opnieuw belandde hij in de gevangenis van Abbéville. Normaliter voor een langdurige periode. Maar merkwaardig genoeg snoof Lindemans in de zomer van datzelfde jaar alweer de frisse buitenlucht op en vertrok naar Rotterdam. Daar sloot hij zich aan bij de escape-organisatie voor Britse piloten waarvoor ook zijn broer Henk actief was. Wanneer hij in contact kwam met De Graaf valt niet op te maken uit het CS-6 dossier. Zeker is wel dat ook De Graaf in de eerste jaren van de oorlog een paar maal door de Duitsers gearresteerd is geweest en net als Lindemans merkwaardig snel op vrije voeten kwam.

Hoofdstuk 3

de entree van De Graaf

Er zijn geen tekenen dat de Parlementaire Enquêtecommissie met Reus' informatie erg veel heeft gedaan. Mogelijk omdat De Graaf in de bewuste periode nog steeds tot de "inner circle" van Prins Bernhard behoorde en voor ZKH klusjes uitvoerde. Die bestonden onder anderen uit het tot zwijgen brengen van mensen die iets ten nadele van de prins naar buiten wilden brengen. Toch waren de mededelingen van de voormalige Haarlemse NSB-er grotendeels juist. De Graaf was inderdaad lid geweest van de NSB en was in de eerste oorlogsjaren tweemaal gearresteerd voor het zwart verhandelen van voedsel- en tabaksrantsoenen uit de voorraden van de zogenaamde Rüstungsküche waarvoor hij werkzaam was. Die was gevestigd in de kelder van het vlak achter het Paleis op de Dam gelegen restaurant "Die Port van Cleve". De Graaf zou later verklaren dat de opbrengst van zijn zwarte handel bestemd was voor het verzet, maar getuigen voor deze nobele geste waren er niet meer. Na zijn eerste arrestatie, uitgevoerd door de Amsterdamse politie, wist de directrice van "Die Port van Cleve" hem nog uit handen van de bezetter te manouvreren. Bij de tweede casus werd De Graaf echter gearresteerd door het speciaal voor dit soort delicten gevormde Sonderkommando Horack en was er heel wat zwaarder geschut nodig om hem weer uit het cachot te krijgen. Volgens een van zijn eigen schriftelijke verklaringen van na de oorlog werd hij voor erger behoed dankzij de inspanningen van J. Fijma en G.B.A. Reede, die beiden tot de Amsterdamse recherche zouden hebben behoord. Navraag bij de Amsterdamse politie leerde dat Fijma inderdaad als rechercheur bij het Amsterdamse politiekorps had gediend. In juni 1944 was hij door de Duitsers gearresteerd en in maart 1945 had hij het leven gelaten in het concentratiekamp Bergen Belsen. Reede kwam niet voor in de annalen van de Amsterdamse politie, maar haalde wel het einde van de oorlog. En dat mag als een klein wonder worden beschouwd, want volgens De Graaf behoorde zijn "bevrijder" uit 1942 tot de door de Duitsers uitgemoorde topechelons van CS 6. Zijn naam kwam zelfs nog voor in een door De Graaf in 1956 opgestelde lijst van bekende CS 6-leiders als Kastein, Katan, Prinsen Geerligs, Van Mierloo, Frijda, Van Gilse, Verleun, Pooters en de gebroeders Boissevain.
Een afzichtelijke gotspe. Want De Graaf moet minimaal vanaf 1949/1950, toen Reede voor een zware verraadszaak uit het eerste oorlogsjaar tot vijftien jaar werd veroordeeld, hebben geweten dat deze zogenaamde rechercheur noch tot de Amsterdamse politie noch tot CS 6 had behoord, maar actief was geweest als Hauptmann van de Duitse Abwehr. Vraag is wel of de na-oorlogse intimus van prins Bernhard dat bij zijn vrijlating in de nazomer van 1942 ook al wist. Zo ja, dan ziet het ernaar uit dat Reus gelijk had en De Graaf in ruil voor zijn vrijheid aan de leiband van de Abwehr een poging deed te infiltreren bij de zich steeds radikaler manifesterende verzetsgroep CS 6. Waarin hij overigens slechts voor een klein, maar wel degelijk belangrijk gedeelte slaagde via iemand die hij zei te kennen uit de mobilisatietijd: de katholieke Jan Verleun. Zo nee, dan was De Graaf buitengewoon naïef en wist hij inderdaad niet dat hij door de Abwehr cq. de zich als Brits agent afficherende Reede werd gebruikt.
De manier waarop hij in het Duitse net verzeild raakte vertoont sterke overeenkomsten met die van M.A. Ridderhof. Deze na de oorlog wegens verraad van talloze verzetsmensen ter dood veroordeelde en gebrachte verrader werd in augustus 1941 door de Duitsers achter slot en grendel gezet wegens deviezensmokkel. Hij kreeg in zijn cel bezoek van de Nederlanders Nol Brands en Jacques Jansen. Twee heren die als V-Mann voor de Abwehr opereerden. Het was niet zo erg moeilijk om Ridderhof over te halen zich bij hen aan te sluiten. Via zijn brede kennissenkring slaagde hij er al na korte tijd in om te infiltreren in het verzet en later een belangrijke rol te spelen bij het Englandspiel. Gewoonlijk onder de codenaam "George van Vliet" en in zeer speciale gevallen als "ome Gerrit" of "George Brandy". En dat laatste is niet zonder betekenis, want volgens een verklaring van Gerrit Bartholomeus Reede tegenover schrijver dezes was dat de codenaam die de Britse geheime dienst voor de oorlog aan hem had gegeven.

Hoofdstuk 4

de entree van Brinkman

Veel is er eigenlijk niet bekend van de op 6 mei 1945 in Den Haag doodgeschoten "verzetsleider" Allert Brinkman, alias Sally, alias Ab van Straaten, alias Ab van Loon, alias 4711. Volgens niet bevestigde berichten zou hij in het midden van de jaren dertig toen hij nog voor in de twintig was en bij een Amsterdamse scheepvaartmaatschappij werkte al voor de Britse inlichtingendienst actief zijn geweest. Hij leidde een rusteloos leven. Ook al voordat hij in december 1939 opnieuw bij zijn moeder introk. En daar kwam na de Duitse inval op 10 mei 1940 weinig verandering in. Op de herhaaldelijk terugkerende vraag van zijn moeder waar hij in godesnaam mee bezig was gaf hij maar mondjesmaat antwoord. Hij pleegde spionage voor de Britten. Dat was alles wat hij kwijt wilde. In december 1941 hield Allert het in Nederland voor gezien en vertrok naar de overkant. Al op 14 juli 1942 keerde hij echter terug. Op die datum werd hij gedropt als agent van SOE/Dutch, de Nederlandse afdeling van de door Winston Churchill geëntameerde sabotage-afdeling van de Britse geheime dienst. Al een week na zijn aankomst zou hij in een trein verwikkeld zijn geraakt in een vuurgevecht met een stel Duitsers, daarbij gewond zijn geraakt en vervolgens overgebracht naar het seminarie van Haaren. Daar deelde hij het lot van veel van zijn collega's die in handen vielen van de Duitsers via het later zo veel besproken Englandspiel, waarbij de Sicherheitsdienst en de Abwehr nauw en succesvol samenwerkten. Maar ook verschillende topmensen uit de Nederlandse illegaliteit werden daar tijdelijk opgeborgen en niet zo zachtzinnig verhoord. Een van hen was Siewert de Koe, die op 20 december 1943 in Den Haag was gearresteerd. Ondanks onvoorstelbare martelingen gaf hij tegenover zijn ondervragers van de Sicherheitspolizei niets prijs over zijn omvangrijke inlichtingengroep "Kees". In mei 1944, toen ze nog geen meter waren opgeschoten, vroeg Brinkman voor de zoveelste keer aan de Sipo-beambten of hij het niet eens mocht proberen als celspion. Haast ten einde raad stemde de leiding van de Sipo in met Brinkman's voorstel om zich bij De Koe te presenteren als een Amsterdamse medewerker van de Raad van Verzet, die op het punt stond vrijgelaten te worden. En de tot dan toe voorzichtige, inmiddels voormalig leider van de groep "Kees" trapte er inderdaad in en verschafte Brinkman de naam van zijn opvolger en de manier om hem te benaderen. Brinkman verliet Haaren om onder leiding van de Sipo de jacht te openen op die opvolger: ir. Beukema toe Water. Dankzij diens vaste stelregel om nooit in contact te treden met mensen die in de gevangenis hadden gezeten bleef de schade beperkt. Maar mensen uit andere contreien van het verzet waren minder voorzichtig en zouden dat later ernstig moeten bezuren. Brinkman wist zich binnen de kortste keren toegang te verschaffen tot de Haagse afdeling van de Raad van Verzet en na de dood van de leider ervan zelfs het heft in handen te nemen. Op dat moment werd hij ook (weer?) interessant voor de Abwehr. Hij kreeg contact met Lindemans en andere leden van de door Reede aangestuurde groep, maar later meer daarover. Om de nieuwsgierigheid nog even te prikkelen vermelden wij hier alvast de tekst van een naoorlogs briefje afkomstig van een sergeant Lake van de Canadian Field Security in Den Haag. Overhandigd aan Brinkman's echtgenote en Simonia Storm, ex-koerierster van Brinkman's groep:
"The Hague, 22 August 1945. To whom it may concern. Brinkman, Albert, alias 4711. This man is registered in our files as an agent working for British Intelligence and SD simultaneously. He was shot dead on 6 May 1945 by an unknown person. His work was of immediate value to us during the war years. w.g. Sgt. Cottier".

(...wordt vervolgd...)

Morgenster, eind december 2002

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Bernhard's brief (002) - 10 februari 2004)

In de zomer van 1945 werd een Brits/Duitse dubbelspion in Amsterdam opgepakt. De Nederlander Gerrit Reede. Hij had een grote rol gespeeld bij de eliminatie van twee verzetsgroepen: de Oranje Garde (in 1940) en CS 6 (in 1942 tot en met 1944). Toen hij in 1949 uiteindelijk voor de kadi kwam kreeg hij vijftien jaar voor het verraad van de eerste groep. CS 6, een onder communistische leiding staande keiharde verzetsgroep, kwam niet aan de orde. Laat staan zijn belangrijke bijdrage aan het Englandspiel. Hij kreeg vijftien jaar, maar werd dankzij allerlei koninklijke gratieregelingen en zijn voorarrest al in deeerste helft van de jaren vijftig op vrije voeten gesteld. Maar misschien hebben ook de activiteiten van Jeanette Kamphorst daartoe bijgedragen (*). Zij bezocht hem een paar maal in de petoet en onderhield een briefwisseling met hem. Niet omdat ze hem graag mocht, maar omdat hij zei ergens een brief te hebben verstopt. Als een soort levensverzekering. Dat zou de beroemde brief van 1 miljoen zijn geweest, waarin Bernilo op 24 april 1942 vanuit Washington zijn diensten aan Adolf aanbood. Dat caféhoudster Kamphorst precies wist waar het over ging moge blijken uit een notitie van haar uit die tijd op de achterkant van een reclamevod van Coca Cola:
“Nr 1. Dat hij wel kan begrijpen dat Hitler de oude koningin niet meer terug wenst, maar als hij en zijn vrouw daarvoor in de plaats zou(den) kunnen komen hij ervoor zou zorgdragen dat (Nederland) Nationaal Socialistisch bestuurd (zou) worden en H. op zijn volle medewerking zou kunnen rekenen”.
Het moge duidelijk zijn wie met Nr. 1 en wie met H. bedoeld werden. Stay tuned.

(*) Zie ook het eerste deel van deze serie.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Bernhard's brief (004) - 13 februari 2004)

De activiteiten van Jeanette Kamphorst ten behoeve van de in de petoet zittende dubbelspion Gerrit Reede ging beginjaren vijftig niet ongemerkt voorbij. Wie wind zaait oogst nu eenmaal storm. Zo was zij in haar nieuwe woonplaats Aerdenhout bijna het slachtoffer van een ontvoering en was haar huis het doelwit van een inbraak. Door twee figuren uit het avontuurlijke wereldje van Den Haag. Alleen al vanwege de logistieke mogelijkheden in die tijd een tikkie bizar. Twee Hagenaars die uit stelen gaan in een woning in Aerdenhout. Hm. De heren waren nog niet zo lang aan het snuffelen in de vrijriante stulp van Kamphorst toen ze blijkbaar werden gestoord en de benen namen. De ex-caféhoudster was gewaarschuwd en nam maatregelen. Toen ze visite kreeg van de nog jonge Niek Berghuis en diens gade wist zij die laatste over te halen op een vel briefpapier een paar maal haar handtekening te demonstreren. Toen het stel de deur uit was zette zij boven de eerste proeve van mevrouw Berghuis’ kunnen de volgende tekst:
“Ondergetekende verklaart hiermede terug ontvangen te hebben een 11 - zegge elf - stuks papieren betreffende N.J. Berghuis o.a. brief van prins Bernhard der Nederlanden, strijdkrachten, Engelsch stuk enz.“.
Mochten dus opnieuw een paar rakkers een inbraak plegen dan zouden ze het door de jonge mevrouw Berghuis ondertekende epistel vinden en de aandacht voor Jeanette Kamphorst zou daarmee aanzienlijk worden gereduceerd. Netjes? Nee. Leep? Ja. Niek Berghuis was overigens de zoon van N.J. “Jan” Berghuis, een verzetsman uit de regio Deventer met wie Kamphorst een tijd had samengewerkt bij haar pogingen Reede vrij te krijgen. En daarbij waren ze op een interessante figuur gestoten. Stay tuned.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Bernhard's brief (006) - 18 februari 2004)

1949 was geen gelukkig jaar voor pater Cooymans. Zijn pupil Gerrit Reede werd ondanks alle moeite om dat te voorkomen in verband met de brief toch voor de kadi getrokken. Met alle risico’s vandien. En met een andere pupil liep het dat jaar ook al slecht af. Dat was Friedrich Schallenberg. Een zogenaamde Rijksduitser, die tijdens de oorlog gedwongen werd om voor de Grüne Polizei te werken en daar het beste van had gemaakt door Nederlandse “verzetslieden” zo veel mogelijk te steunen. Daardoor gebeurde hem na de oorlog ook niets ernstigs en ging hij verder met waar hij gebleven was:de handel in sportbenodigdheden. Zo had hij in de jaren dertig ook de pater leren kennen. Hij leverde sportkleding aan het Aloysiuscollege. Geen vetpot en Schallenberg zocht al vrij snel het Haagse en Utrechtse “verzets”-circuit weer op waarin hij ook tijdens de oorlog hier en daar nog wat prettig had bijgemuizeld. Handel in achterovergedrukte spullen. Geld, kostbaarheden, waardepapieren, compromitterende documenten enzovoort. En dat opent soms deuren die normaal voor je gesloten blijven. Hij was kind aan huis bij allerlei speurneusorganisaties en kreeg via de pater contact met de pauselijke nuntius in Den Haag, monseigneur Paolo Giobbe. Geen onbekende van onze prins der Nederlanden (*). Op 14 september 1949 werd Schallenberg gezelfmoord in een Haagse vijver. Hij zou op weg zijn geweest naar de nuntius in verband met de afronding van een deal rond een gestolen aandelenpakket. Kort tevoren zou hij via via een andere deal hebben gesloten. Met de van oorlogsmisdaden in Polen verdachte miljonair Pieter Menten, die ook al in dat najaar voor de eerste maal terechtstond. Wat Schallenberg aan Menten verpatst heeft weten we niet. Maar het bedrag wel: twee ton. Een niet te versmaden bedrag. Zeker in die tijd. Gezien de haast manische zuinigheid van Menten, moet de handelswaar van groot belang voor hem zijn geweest. Of Friedrich zijn poen ook daadwerkelijk heeft ontvangen blijft overigens de vraag.(*) Zie het artikel “Soestdijk contra Allende” in Kleintje Muurkrant, nummer 326.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Luigi en Gerrit - 20 februari-2004)


Gewoon verrassend hoe sommige onderwerpen naadloos in elkaar overlopen. Zo zagen we dinsdagavond op de buis een reportage voorbijtrekken over Elswout, een rustiek landgoed onder de rook van Haarlem. Voormalig eigenaar Willem Borski III liet er in de tweede helft van de negentiende eeuw een nieuw en kostbaar landhuis optrekken. Maar dat raakte niet helemaal afgebouwd omdat Willem in 1884 voortijdig de geest gaf en de erfgenamen liever op de zak met centen gingen zitten. Maar nu, na meer dan een eeuw, is de kogel dan toch door het landhuis. De Overveense projectontwikkelaar Luigi Prins van de firma Cobraspen gaatvoor tien miljoen de boel geheel volgens de oorspronkelijke tekeningen afmaken in opdracht van Staatsbosbeheer. Misschien wordt het gebouw ingericht als kantoor. Maar dat wist Luigi nog niet. Overigens, Luigi kennen we nog van zijn innige connectie met fiscalist Erik Bos, wiens naam ooit opdook in de wat rommelige bedoening rond Klaas Bruinsma en in die van TCA ofwel Taxi Centrale Amsterdam (*). Soit. Maar laat Elswout nou ook voorkomen in de story rond dubbelspion Gerrit Reede, de hoofdpersoon in onze recente serie “Bernhard’s brief”. Op Elswout was tijdens de Tweede Wereldoorlog namens een uiterst belangrijk Duits inlichtingencentrum gevestigd dat onder leiding stond van Kptlt. Strauch en Kptlt. Conrad. Vanuit Elswout werd ondermeer verbinding onderhouden met de in de Noordzee en de Atlantische Oceaan actief zijnde U-booten. Ook de als dubbelspion te boek staande Abwehr Hauptmann Reede was er van tijd tot tijd te vinden en stond vooral op goede voet met Conrad alias Radke. En samen zorgden zij er na het vertrek van "verzetsman" Kas de Graaf naar Engeland persoonlijk voor dat ook de laatste restanten van de linkse verzetsgroep CS6 werden ausradiert. Je hoeft niet al teveel Ludlums te hebben verorberd om te vermoeden dat de zenders en ontvangers op Elswout ook een belangrijke rol hebben gespeeld bij het Englandspiel. Merkwaardig toch dat je dit soort dingen nergens tegenkomt in de officiële versie van Lou de Jong en zijn volgelingen. Netzomin als villa “Het Topje” in Noordwijk. Maar dat is een heel ander verhaal.

(*) Zie “Luigi en Erik” van 6 mei 2003.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Schaduwen uit het verleden - 23 februari 2004)

De Newyorkse advocaat Ed Fagan is geen lummel. Hij heeft in de loop der jaren enorme bedragen voor zijn cliënten binnengetakeld als compensatie voor het leed dat hen in het verleden was aangedaan. Zo wist hij een stel Duitse bedrijven en de Duitse regering te bewegen tot het betalen van een schadevergoeding van 5 miljard dollar aan mensen die slavenarbeid hadden verricht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verder wrong hij een bedrag van 1,25 miljard dollar uit een paar grote Zwitserse banken ten behoeve van overlevenden van de Holocaust. Een van die banken, de UBS, dreigt nu opnieuw door Fagan opde korrel te worden genomen. Met een claimpje van 1,7 miljard dollar ten behoeve van weer andere slachtoffers van het Derde Rijk. UBS is volgens Fagan technisch eigenaar van het voor de oorlog in Zwitserland gevestigde Interhandel dat op zijn beurt via in Amerika ondergebrachte aandelenpakketten de controle uitoefende op IG Farben. Het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de productie van het gifgas Zyklon B, waarmee miljoenen Joden werden ausradiert in de concentratiekampen. In 1942 werden de eigendommen van Interhandel door de Amerikaanse regering geconfiskeerd. Pas in 1964 werd de zaak geregeld en verhuisden de eigendomsrechten terug naar Zwitserland. In deze charade op het allerhoogste niveau had voor de oorlog een Nederlandse bankier een uiterst belangrijke administratieve rol gespeeld. Dat was Jan Boissevain, die in maart 1942 (!) werd gearresteerd en later dat jaar naar Duitsland werd afgevoerd. Twee van zijn zoons en andere familieleden behoorden toen al tot de kern van de links-radicale verzetsgroep CS 6. De groep werd in 1942 (!) geïnfiltreerd door de Brits/Duitse dubbelspion Gerrit Reede, de marionettenbaas van “verzetslieden” Kas de Graaf en Christiaan Lindemans, en bijna totaal uitgeroeid (*).

(*) Voor Gerrit Reede zie vooral onze recente serie “Bernhard’s brief” in deze rubriek. Voor verdere connecties tussen voormalig IG Farben agent prins Bernhard der Nederlanden en de CS 6 affaire kunt u terecht bij de serie “Bush, de Nazi’s en de BV Soestdijk” op de Followup-site.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Englandspiel (001) - 16 augustus 2004)

Tijdens de oorlog werden hier door de SOE, een speciaal door Churchill geïnitieerde geheime dienst die Europa in brand moest steken via sabotageacties, een hele reut Nederlandse agenten gedropt. Die hadden als opdracht verzetsgroepen te organiseren en aan te zetten tot aanslagen op allerlei strategische doelen. Hun wederwaardigheden dienden zij dan gecodeerd over te seinen naar hun opdrachtgevers. Daar kwam niet veel van terecht. De meesten vielen direct in handen van de buitengewoon goed geïnformeerde moffen, die met de zenders een spel begonnen om zoveel mogelijk van de Britten aan de weet te komen. Ze slaagden daar wonderwel in. Naastde betrokken agenten vielen dankzij de langs deze weg verzamelde informatie eveneens vele honderden verzetsmensen in Duitse handen die in verreweg de meeste gevallen een ellendige dood stierven.
Er is na de oorlog veel moeite gedaan om ons te laten geloven dat die perfide moffen een meesterlijk spel hadden gespeeld en dat de Britse tegenspeler SOE een verzameling oetlullen was geweest die niks doorhadden. Nou schuilde bij die nieuwe organisatie best wel het nodige kaf onder het koren. Maar in wezen kon zij weinig uitrichten tegen het Spiel, omdat de afhandeling van het berichtenverkeer tussen de agenten en de Britse handlers niet werd verzorgd door de SOE zelf, maar door haar grote broer, de SIS. En die had een pesthekel aan de SOE. Geen reden om de agenten van die zusterdienst de dood in te jagen, maar het hielp wel. Waarom dan wèl is aan discussie onderhevig, maar zo langzamerhand is wel duidelijk geworden dat de SOE-agenten en vele verzetsmensen via het Englandspiel bewust zijn opgeofferd. Mede door onlangs vrijgegeven materiaal van het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken waarmee de Daily Telegraph op 13 augustus naar buiten kwam. Daarin is sprake van het gebruik van dubbelagenten en de bescherming die ze genoten. Een van die dubbelagenten kennen we: Gerrit Reede, codenaam George Brandy. Hij was met name verantwoordelijk voor de infiltratie en Ausradierung van de linkse verzetsgroep CS 6 met gebruikmaking van Cas de Graaf. De vriend van Christiaan Lindemans (alias King Kong) en prins Bernhard. Een oud verhaal krijgt een nieuwe impuls.

Englandspiel

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Market Garden - 30 november 2004)

Best aandoenlijk hoor, al die stramme rakkers op de teevee voorbij te zien komen bij de herdenking van de slag om Arnhem in 1944. Ze weer die parachutesprong te zien maken. Hun verhalen te horen vertellen. Hoe goed ze waren geholpen door de lokale bevolking. Hun intocht in het Gelredome met al die koters op de tribune, die vooraf op school “volledig” waren ingelicht over de heldenmoed van de para’s bij hun poging de Waalbrug en directe omgeving te bezetten. Opdat de later arriverende geallieerde grondtroepen een bruggehoofd konden vormen voor een doorstoot richting Berlijn. En op de laatste dagnatuurlijk de koningin erbij. En prins Charles. Goddank niet in een kilt. Je moet er niet aan denken met die wind. Urenlang pure emotie-teevee. Maar toch misten we wat.
Bijvoorbeeld de vraag aan een veteraan of hij niet verrast was over het onverwachts felle verweer van de Duitsers. Of hij in die tijd graag een mobieltje had gehad om even te vragen waar die godverdomde grondtroepen bleven. Of dat hij nooit heeft gedacht: de hele zooi is verraden. Want dat was operatie Market Garden. Verraden. Vandaar die grote concentratie moffen rond Arnhem toen die geallieerde jongens landden. Verraden door de Nederlandse dubbelspion Christiaan Lindemans, alias King Kong, die een paar weken voor de operatie nog vrolijk rondhobbelde in en rond het onderkomen van prins Bernhard. En amicaal omging met een van diens zogenaamde inlichtingenofficieren, Cas de Graaf. Een makker die hij een jaartje tevoren veilig naar Engeland had gesluisd toen de verzetsgroep waartoe Cas behoorde (CS 6) bijna met wortel en tak was uitgeroeid. Vooral door toedoen van de driedubbelagent Gerrit Reede, die door Cas voor een volbloed Brits agent werd aangezien.
Zouden die kinderen op de tribune van het Gelredome dat allemaal van meester of juf hebben gehoord? Forget it. Zouden die stramme rakkers dat geweten hebben? No way. Jammer, maar het is niet anders. Geschiedenis wordt nu eenmaal zwaar bijgekleurd. Of gewoon vervalst.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Putten - 1 oktober 2004)


Met veel geschetter en gekletter werd onlangs de slag om Arnhem uit 1944 herdacht. We hebben toen gewezen op het merkwaardige feit dat nergens gewag werd gemaakt van het verraad van operatie Market Garden, waardoor de geallieerde aanval zo’n dramatische afloop kende *.In deze dagen worden de macabere gebeurtenissen van zestig jaar geleden in het Gelderse Putten herdacht. Na een aanslag op een hoge SS-er even buiten het dorp volgde op 1 oktober een Duitse razzia waarbij 2000 Wehrmachtsoldaten en SS-ers betrokken waren. Zeven burgers werden ter plekke afgemaakt, honderd huizen gingen in vlammen op en 661 jongens en mannenwerden weggevoerd. In totaal 552 van hen keerden nooit terug. Srebrenica avant la lettre. Na de oorlog werden twee Duitse soldaten voor de gruwelijkheden gestraft. Hun superieuren bleven buiten schot. Zowel figuurlijk als letterlijk.De NCRV heeft over de gruwelijke gebeurtenissen een documentaire in elkaar laten hangen waarvan deel 1 inmiddels is uitgezonden en deel 2 op 4 oktober een plekje in de programmering heeft gevonden. “Op de drempel van het grote vergeten”. Er is vijf jaar aan gewerkt. Niettemin lijken de makers inderdaad het nodige te zijn vergeten. Maar het is maar waar je naar zoekt. Bijvoorbeeld naar vragen als waarom juist in die regio de overval werd gepleegd die de aanleiding vormde voor de razzia? Was het toevallig dat de knokploeg bestond uit linkse verzetsstrijders maar onder leiding stond van een andersdenkende? Was het hele gewelddadige scenario een uitvloeisel van operatie Silbertanne, die volgens dubbelagent Gerrit Reede in de Amsterdamse Mozes en Aäronkerk door topfiguren van de SD en de Abwehr samen met Britse agenten in elkaar was gezet **? Wie was Fritz Fullriede en wat gebeurde er met hem na de oorlog? Etcetera, etcetera. Mocht uw nieuwsgierigheid zijn gewekt dan helpen wij u graag over de drempel door te verwijzen naar de website van Ton Biesemaat.

* Zie het artikeltje “Market Garden” eerder in deze rubriek 20 september jl.
** Bij die operatie werden in 1943/1944 op het oog lukraak gekozen Nederlanders door de Duitsers of hun Nederlandse handlangers vermoord. Als represaille voor dodelijke aanslagen van de zijde van het linkse verzet. De organisatoren van Silbertanne hoopten daarmee dat verzet een slechte naam te bezorgen bij de Nederlandse bevolking.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Royalty (019) - 2 oktober 2004)

Het commentaar van Madelon de Keizer, een personeelslid van de NIOD-begraafplaats, op de nieuwe revelaties over Putten van journalist Ton Biesemaat was: “Ach er staat zoveel op het internet”. Da’s waar. Stond er maar zoveel in de mainstream media van heren als Christian van Thillo. Maar om mevrouw De Keizer opnieuw tot een dergelijk intelligent commentaar te bewegen citeren wij hieronder uit een artikel van mr. K. de Graaf. Oftewel Kas de Graaf, een “mannetje” van prins Bernhard na de oorlog, die ondermeer ervoor zorgde dat kwalijke berichten over onze grote leider van de Binnenlandse Strijdkrachten de kopwerden ingedrukt. Kas, een ex-NSB-er, was lid geweest van de uiterst linkse verzetsgroep CS 6. Toen de hele organisatie praktisch was uitgeroeid nam hij in Duits uniform en met bijbehorende Duitse papieren de benen naar de overkant. Daarbij geassisteerd door Christiaan Lindemans, alias King Kong. Het verraad van CS 6 werd later toegeschreven aan George Ridderhof , alias George van Vliet. Een V-mann van de Abwehr die na de oorlog de doodstraf kreeg. Doden spreken niet.
Bij zijn verzetswerk werd hij geïnstrueerd door een “Brits”agent: Gerrit Reede, alias George Brandy, alias Oom Gerrit *. Een dubbelagent die ten behoeve van zijn Duitse opdrachtgevers al in het begin van de oorlog een hele verzetsgroep achter het prikkeldraad hielp. Na de oorlog werd hij tot vijftien jaar veroordeeld. Rijkelijk weinig. Maar naar verluidt was Reede dan ook in het bezit van een kopie van Prins Bernhard’s brief aan Hitler van 24 april 1942.
Hoe dit ook zij, in de eerste helft van de jaren vijftig werd Reede vroegtijdig op vrije voeten gesteld. En wat schreef mr. Kas de Graaf daarna op 5 mei 1956 doodgemoedereerd in het blad van Voormalig Verzet Nederland over CS 6? “...Te eniger tijd - in 1942, ’43 en begin ’44 trof men in de kern ondermeer de volgende namen aan: Kastein, Katan, Pooters, Van Mierloo, Boissevain (3 maal), Van Couwelaar, Simon-Thomas, Van Blommestein, Verleun (2 maal), Sluring, Ponger, Sluyter, Remiens, Koreman, Frijda, Prinsen Geerligs, Romein, Sanders, Bangma, Kalshoven, Celosse, Van Gulik, Van Gilzen, Pleyte, Geul, Reede, Cost-Budde, Tonnet, Bergsma, De Graaf, dan wel de illegale pendants”.De naam van de man die verantwoordelijk was voor het verraad van de hele groep, wellicht in opdracht van zowel de Britten als de Duitsers, gewoon midden tussen die van vermoorde kameraden zetten is een formidabele gotspe. Over deze materie zijn we trouwens nooit iets tegengekomen in schrijfsels van NIOD-medewerkers. Of in de mainstream media. En naar alle waarschijnlijkheid zal dat in de toekomst ook niet gebeuren. Want ach, er staat zoveel op het internet. Hm? Madelon?* zie voor recente berichten over deze schaduwfiguur “Market Garden” van 20 september jl. en “Putten” van 1 oktober jl.

Royalty

  • Datum: .

(oorspronkelijke artikelen-serie: Naar de kloten  (6 november 2009 tot en met 5 mei 2019)

Naar de kloten (001)

Het is toch om het parket aan flenters te stampen. Heeft Alex net gezegd dat een slapende garnaal naar de kloten gaat bij ruwe zee of bij Netwerk moeten ze zo nodig iets boeren over opa. Die zou in 1937 (!) iets zweverigs hebben gehad met ene dokter Pramananda. En dus zou ZKH beter zijn wafel hebben kunnen houden toen Jula in de jaren 50 ene Greet Hofmans over de vloer haalde in een poging om iets te doen aan de ogen van prinses Marijke aka Christina. Vergeefs overigens, maar later bleek dat ze heel aardig kon zingen en goochem met geld omgaan.
Merkwaardig was overigens wel dat in het Netwerkje van gisteravond uiterst gedoseerd aandacht werd besteed aan het feit, dat Pramananda aka Hiranmaya Ghoshal warme contacten onderhield met de Duitse snuffeldiensten. Met name de lieftallige Sicherheitsdienst. Gezien het feit dat de Ehre van Benno Treue heette en ZKH sinds zijn komst naar Nederland als Observator dienst deed voor diezelfde snuffeldiensten kan het haast geen toeval zijn dat hij nou juist Pramananda in de arm nam toen hij zich niet lekker voelde. Een dokter die op 8 december 1936 hier was komen binnenvallen en zich tijdelijk installeerde in de Haagse Surinamestraat nummertje 32 om later uiteindelijk terecht te komen op de Brediusweg 37 in Bussum. Daar woonde hij volgens de verzamelde berichten van gisteren samen met gravin Rudolphine Auersperg en haar gouvernante Marie Louise Olga Antoinette Steengracht de Moyland. Nou, dat laatste is wat grofkorrelig. Marie Louise arriveerde namelijk pas op 31 maart 1943 op de Brediusweg. In de periode daarvoor had ze bij een Hollandse familie in Polen gewoond. De familie Menten. Ja, Pieter... Full circle zou je bijna zeggen. Maar er is meer. Stay tuned.

  • Datum: 06 november 2009.

Naar de kloten (002)

maandag 9 november-2009
Gerrit Reede was tijdens de Tweede Wereldoorlog een hele foute Nederlander. Hij was aanwijsbaar betrokken bij de Ausradierung van in ieder geval twee verzetsgroepen. Als Hauptmann van de Duitse Abwehr maakte hij daarbij gebruik van vier Nederlandse infiltranten: George Ridderhof, Christiaan Lindemans, Allert Brinkman en Kas de Graaf. Na de oorlog had hij ruimschoots de kogel verdiend, maar kreeg in totaal niet meer dan zeven jaar aan de pantalon. Zal zeker ook te maken hebben met zijn kennis van vele schone zaken rond prins Bernhard, waaronder de sollicitatiebrief die ZKH op 24 april 1942 naar Adolf stuurde. Zullen we het hier niet over hebben. En ons beperken tot de hoofdfiguur van deze serie: de vorige week door Netwerk weer tot leven gebrachte dr. Pramananda, de door prins Bernhard in 1937 ingehuurde wonderdokter. Want ook hij kreeg te maken met Hauptmann Reede. Via de Blesings. Antiekhandelaren op het Amsterdamse Rokin die al vroeg in de oorlog met de Duitse spion hadden aangepapt. Om informatie van hem los te weken ten behoeve van Sieg Vaz Diaz. De toen bekende sportjournalist, die voor de oorlog ook in touw was geweest voor Nederlandse snuffelinstanties en na de Duitse inval met zijn zender berichten doorzond naar Engeland.
Een citaat uit een verslag van de tot de Paroolgroep behorende Frits Blesing over zijn wederwaardigheden uit de oorlogstijd:"Rond het midden van de maand april bevond Blesing jr. zich alleen in de winkel toen Reede weer eens binnen kwam stappen. Een half uur later ongeveer stopte er een auto voor de deur. Op zichzelf al een opzienbarend verschijnsel in die tijd en met verbazing zag Blesing jr. een oosters uitziende figuur uitstappen, die meteen de winkel binnenkwam. Hij stelde zich in vrij goed Nederlands met een grappig accent voor met een naam die Blesing jr. niet direct verstond, maar later dr. Pramananda bleek te zijn. Uit Bussum. Hij vertelde iets over het adres dat hij opgekregen had van een of andere handelaar in schilderijen en of hij even rond mocht kijken. Reede bleef rustig bij de haard zitten en Blesing jr. kon beginnen met het in zo'n geval gebruikelijke gesprek over de diverse schilderijen die in de winkel aanwezig waren. Bij elk schilderij dat bekeken werd vroeg dr. Pramananda steeds de prijs en halverwege begon Blesing jr. te vermoeden dat dit misschien een trucje was om hem in de war te brengen en dan na afloop te gaan chicaneren over de eerder genoemde prijzen. Na verloop van tijd was alles bekeken en besproken en daar het bij elkaar zeker een veertig grote en kleine schilderijen waren, nam dit zowat een twee uur in beslag. Toen begon dr. Pramananda zijn keus te maken en tot stomme verbazing van Blesing jr. maakte hij iedere keer dat Blesing jr. de betreffende prijs noemde steeds weer de opmerking dat Blesing jr. aan dat bedrag toch eigenlijk te weinig zou verdienen en verhoogde hij zelf de prijs met een gemiddelde van 20 tot 25 procent !! De situatie begon grotesk te worden en Blesing jr. kreeg de zekerheid dat hij of in de maling werd genomen of met een nieuw soort en zeer uitgekookte oplichter te doen had. Wie schets dan ook zijn verbazing toen de uitgezochte schilderijen netjes bijeen gezet werden, het totaalbedrag op een kladje opgeteld werd en dr. Pramananda een enorme rol bakbiljetten uit zijn zak haalde en welgeteld dertigduizend Hollandse guldens neertelde in grote bankbiljetten van duizend. Hij moest daarvan nog ongeveer 250 gulden terugkrijgen en Blesing jr. kreeg dus de kans te zeggen dat hij even wisselen moest. Bij de buren van de lijstenfabriek Rembrandt ging hij met het pak naar binnen en probeerde daar te zien of het soms vals geld kon zijn. Noch hij, noch de daar aanwezige procuratiehouder zag er echter iets bijzonders aan en hij kon dus weinig anders doen dan weer teruggaan en dr. Pramananda zijn 250 gulden geven. Met een nonchalant gebaar zei deze echter het maar te houden voor de moeite, gaf zijn kaartje met naam en adres en vertrok met zijn schilderijen in de auto, die al die tijd was blijven wachten. Achter bleef een Blesing jr. die met een verdwaasde blik Reede zat aan te kijken, die in duidelijke taal te kennen gaf dat ook hij zoiets van zijn leven nog nooit had meegemaakt. Kort hierop kwam eindelijk Blesing sr. de winkel binnen en werd hem het hele verhaal in geuren en kleuren verteld en ook het kaartje van dr. Pramananda ging (helaas) even rond. Op dat moment hadden noch Blesing sr. noch jr. er een flauw vermoeden van dat dr. Pramananda een hoogst interessante en vermoedelijk ook zeer belangrijke persoon was. Voor hen was op dat moment de zaak eigenlijk afgedaan en hadden ze bezoek gehad van een halvegare die zeker veel zwart geld had verdiend en er iets voor wilde kopen".Een oosterse wonderdokter die in 1944 bij Blesing zijn poen omzet in schilderijen en tot de kennissenkring behoort van twee andere schilderijenhandelaren: Pieter Menten en prins Bernhard. Bizar. Meer een volgende keer. Stay tuned.

  • Datum: 01 november 2009.

Naar de kloten (003)

vrijdag 13 november-2009
Vorige week had Hiranmaya Ghoshal aka dr. Pramananda zijn one day of fame in Nederland dankzij een Netwerkje en een stel dagvodden. Wij gaan nog even door met het verslag van antiekhandelaar en voormalig verzetsman Frits Blesing over zijn wonderlijk avontuur met prins Bernhard's handoplegger."... Enkele weken later echter kwam dr. Pramananda opnieuw binnenlopen. Nu ook in aanwezigheid van Blesing sr. Er ontspon zich een eigenaardig gesprek, waarvan wij pas veel later begonnen te begrijpen dat wij beiden getest werden. Opnieuw kocht dr. Pramananda enkele schilderijen voor een aanmerkelijk bedrag, waarbij hij opnieuw net als bij de eerste keer zelf de prijzen verhoogde. Bij het afscheid nodigde hij ons uit eens bij hem langs te komen in Bussum om zijn collectie te bekijken.
Op een zondagochtend zijn wij dan maar eens naar Bussum gegaan. Deels uit nieuwsgierigheid en deels natuurlijk om te zien of hij nog meer nodig had. Het huis stond op de hoek van de Brediusweg en een van de zijlanen. Er werd opengedaan door een zwijgende grote Indier met tulband en binnengekomen waanden wij ons in een oosters paleis vol prachtige tapijten, Buddha's en kunstvoorwerpen. We werden hartelijk ontvangen door dr. Pramananda en vorstelijk bediend door bedienden die schalen met eten en zoetigheden aandroegen. Er werden dranken geserveerd die we of helemaal niet kenden of al bijna vergeten waren dat ze bestonden. Later kwam ook mevrouw Pramananda erbij zitten. Dat was zondermeer een exotische schoonheid die alleen Engels sprak. Ook de kinderen werden later voorgesteld.
Tussen de bedrijven door zat ik belangstellend te kijken naar een werkelijk prachtig en puntgaaf witporseleinen beeld dat Europa op de Stier voorstelde. Ik kreeg een nieuwe sensatie te verwerken toen dr. Pramananda mij vroeg of ik dat zo mooi vond. Ik beantwoordde zijn vraag uiteraard met "ja" en het beeld werd mij als een geschenk overhandigd.
In het urenlange gesprek dat werd gevoerd vertelde dr. Pramananda veel over zijn leven en bleek dat hij tweede secretaris was geweest van Mahatma Ghandi. Ook was hij lange tijd in Engeland geweest en van daaruit op een of andere onduidelijke manier in Holland terechtgekomen.
Wat tijdens dit gesprek vooral opviel was zijn belangstelling voor mijn levensloop en opleiding, mijn opvattingen in het algemeen en meer in het bijzonder over de toen heersende moeilijke toestand. Uiterst voorzichtig en bijna ongemerkt liet dr. Pramananda doorschemeren dat hij pro-Engels en anti-Duits was, maar op zichzelf had dat voor ons tweeen nog niet veel te betekenen.
Vrij kort hierna is dr. Pramananda nog verschillende keren bij mij op het Rokin geweest. Gekocht werd er toen niet meer, maar wel werden er lange en diepgaande gesprekken gevoerd over het leven en de zienswijze van Mahatma Ghandi, zijn systeem van lijdzaam verzet en ook op welke manier dit eventueel aan te passen zou zijn bij de opvattingen van het westen. Ook vertelde dr. Pramananda dat hij gemakkelijk en vrij naar Duitsland kon gaan. Ik begon mij steeds meer aangetrokken te voelen tot dr. Pramananda en zijn ideeen en tijdens het laatste gesprek bood hij zelfs aan mij en mijn gezin volledig in zijn huis in Bussum op te nemen en een nauwe samenwerking te beginnen
".Was Blesing zo gek of niet? En wat was de invloed van Gerrit Reede op dit hele gebeuren? Leest u de volgende aflevering. Stay tuned.

  • Datum: 01 november 2009.

Naar de kloten (004)

maandag 16 november-2009
Tijdens de uitzending van het Netwerkje over Hiranmaya Ghoshal aka dr. Pramananda werd naar buiten geslingerd dat hij na de oorlog zowel door Britse als Nederlandse speurneuzen achter de vodden werd gezeten. Vanwege collaboratie met de kliek van Adolf en andere intrigerende activiteiten.
Nou kan het ook een nummertje damage control zijn geweest. Bijvoorbeeld om schadelijke info over de rol van Neerland's onverschrokken verzetsleider annex Observator annex ex-NSDAP-er annex ex-SS-er binnenboord te houden. Plus de niet te onderschatten info die de perfide Gerrit Reede aka George Brandy voor en tijdens WO II in zijn Brits/Duitse dubbelrol had opgedaan. Want met beiden had de Indische handoplegger contact gehad. We duiken voor de laatste maal in het verslag van Frits Blesing over zijn avontuur met Ghoshal. Komt ie:"... Pas toen begon het tot ons door te dringen dat hier veel meer achter zat dan wij aanvankelijk konden vermoeden. En dat het heel goed mogelijk was dat er ergens een verbinding bestond tussen hun eigen relatie met Sieg Vaz Dias, kolonel Roozen en Engeland enerzijds en dr. Pramananda anderzijds. Door de ongelooflijk handige manier waarop dr. Pramananda zijn "voorbereiding" getroffen had en vooral ook door de bijna hypnotiserende kracht die er van deze wonderlijk intelligente man uitging, is het geen wonder dat wij pas op het allerlaatste moment iets van zijn bedoelingen begonnen te begrijpen. Het beroerde was alleen dat beiden toen ook pas het gevaar onderkenden dat Reede in deze moest betekenen. Hij wist immers hoe de man heette en waar hij woonde door dat stomme gedoe met dat visitekaartje bij Pramananda's eerste bezoek aan de winkel. Besloten werd om hem te waarschuwen en dat kon enkele dagen later ook inderdaad gebeuren toen hij weer langskwam. Dr. Pramananda verzekerde ons echter dat hem niets kon gebeuren daar hij in het bezit was van speciale papieren die voor hem een soort vrijgeleide zouden betekenen als de Duitsers hem eventueel lastig zouden vallen.
Voor ons werd de situatie nu helemaal een duistere aangelegenheid, want wie kon garanderen of dr. Pramananda aan de goede of aan de verkeerde kant werkte of misschien zelfs een dubbelspion was met alle risico's vandien? Afgesproken werd om tot een omzichtig en langzaam "losweken" van deze man te geraken, maar dat bleek al niet meer nodig want dr. Pramananda liet zich niet meer zien. En naarmate de tijd verstreek en vooral ook door de vele andere gebeurtenissen en spanningen raakte hij min of meer in het vergeetboek. Reede vroeg nog wel eens of we ooit nog iets van hem hoorden en daar konden we dan naar waarheid "nee" op zeggen. Uiteraard in de hoop dat alles met een sisser zou aflopen.
Maanden daarna vertelde Reede dat hij dr. Pramananda gezien had in een trein, geboeid tussen mensen van de SD en dat hij later was gefusilleerd. Voor ons stond toen vast dat dit het werk van Reede geweest moest zijn, die op die manier weer eens een goede beurt had gemaakt. De wijze waarop hij het vertelde en zijn speciale glimlach spraken boekdelen
".Of Ghoshal inderdaad voortijdig door de moffen is gekeeld of dat Reede met deze story de Blesings blijvend onder schot hield weten we niet. Misschien een leutig onderwerp voor een volgend Netwerkje? Op naar het NIOD.

  • Datum: 01 november 2009.

Naar de kloten (005)

donderdag 19 november-2009
Als je Hauptmann werd in het spionageapparaat van admiraal Canaris was je geen lullo. En zeker niet als je daarbij ook nog Nederlander was. Ergo, als je goochem was nam je Gerrit Reede aka George Brandy aka oom Gerrit heel serieus. En sommigen deden dat ook. Wat dacht je bijvoorbeeld van deze hoge mieters? Kwootje:"... Een bedrijf binnen bovenstaand labyrint van louche zaken, even louche politiek en spionage is tot nu toe altijd buiten schot gebleven: de NV Montaan in Amsterdam. Deze groothandel in metalen, ertsen en chemicalien aan de Amsterdamse Weteringschans was opgericht door de vier gebroeders Nijkerk. In mei 1923 werd het bedrijf overgenomen door [Richard] Merton cs. en omgedoopt in NV Montaan".De kwoot is afkomstig uit het artikel "Schaduwen uit het verleden" en gaat ondermeer over de Liechtenschweinereien van prins Casimir Johannes zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg (1). Telg uit een familie van Duitse adellijke prollen en stiefzoon van Merton. Voor de oorlog behoorde deze Richard Merton tot de absolute Gipfel van het Duitse bedrijfsleven met ondermeer leidinggevende functies bij de Frankfurter Metallgesellschaft en de Deutsche Gold und Silber Scheide Anstalt (Degussa). Zeg maar de twee ouders van de NV Rhodius Koenig en de grootouders van de knusjes in Amsterdam gevestigde Handelsonderneming Cellastic en de Hollandsche Maatschappij voor Fabricatie en verkoop van Cellastic Banden. Allebei frontstores voor serieuze spionagepraktijken, maar vooral voor de geheime ontwikkeling van Adolf's atoombom. Met naast Merton in de leiding duisterlingen als Alfred Flesche, Franz Koenigs en volbloed Abwehrtopper Rudolph Ruschewey. En laten diezelfde jongens zich voor de oorlog nou ook intensief bemoeid hebben met de NV Montaan. Nee, niet meteen achter de etalage. Daar zat meneer Emig. Die woonde aanvankelijk in Bloemendaal, maar toen zijn metaalnering na mei 1940 wat terugliep, verhuisde hij naar Lissabon. Vrouwtje Emig bleef achter in Bloemendaal en kreeg de nodige aandacht van... Gerrit Reede. Niet helemaal toevallig, want iemand moest op de Montaanwinkel passen. En laat dat nou Gerrit wezen. Officieel benoemd als Verwalter.
Eigenlijk hoeven we het niet te zeggen, maar de familie Zu Sain-Wittgenstein-Berleburg onderhield/onderhoudt een nauwe relatie met ons koninklijk huis en luitjes als Alfred Flesche en Franz Koenigs waren geen onbekenden voor een andere Abwehrobservator in ons land, prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld.
Btw. oom Gerrit was ook Verwalter van nog een buitengewoon interessante firma. In Den Haag. Bleib bei uns.(1) Raadpleeg voor de hele lawine het artikel "Schaduwen uit het verleden" op de site van De Morgenster.

  • Datum: 01 november 2009.

Naar de kloten (006)

maandag 23 november-2009
Waar een Netwerkje over een Indische kwakzalver al niet toe kan leiden. Plotseling zit je op een vliegend tapijtje dat je van Soestdijk via Amsterdam naar Den Haag vervoert. En helemaal gratis. OV zoals het zou moeten zijn, maar kom daar eens mee aan bij Camiel.
Vandaag landen we zoals beloofd op het nest van de ooivaar. Op de Plaats. En we gooien er maar meteen een kwootje tegenaan uit "Prins Bernhard, een politieke biografie", het meesterwerk van onderzoekjournalist Wim Klinkenberg. Komt ie:"... Want op diezelfde Plaats was een facade-bank voor duistere Duits-Anglo-Amerikaanse zaken op het hoogste niveau gevestigd, het West-Europeesche Administratiekantoor (WEA), waar de Haagse joodse accountant Jan Polak de feitelijke directie van voerde. Waarvoor hem in 1943 bij speciale beslissing van Seyss-Inquart het "ere-arierschap" werd verleend, dat hem recht gaf zich voortaan Jan Onderdenwijngaard te noemen.... In het WEA treft men o.a. De namen aan van de Duitse en "Britse" industrielen Thyssen en Merton".Nou zullen we ons in dit verband maar niet bezighouden met "Zes-en-een-kwart", maar de naam van Merton is interessant. Da's namelijk dezelfde meneer die samen met ZKH's gappies Flesche en Koenig opdook in de Amsterdamse NV Montaan, waarvoor dubbelspion Gerrit Reede in de wat lastige oorlogstijd de honneurs waarnam als Verwalter. Je mag dus veronderstellen dat Janus de administrateur en Gerrit de Verwalter elkaar moeten hebben gekend.
Die veronderstelling krijgt nog wat meer ballen door het feit dat vriend Gerrit merkwaardigerwijs ook nog Verwalter was van een wufte Haagse hoedenmodezaak. Maison de Paris. Eveneens op de Plaats. Jan en Gerrit waren dus buurtjes. Lekker makkelijk. Maar er voltrokken zich meer zaken in die Maison de Paris die het daglicht nauwelijks konden verdragen. Zaken zoals spionage en verraad. Stay tuned.

  • Datum: 01 november 2009.

Naar de kloten (007)

donderdag 26 november-2009
Tussen december 1939 en december 1941 woonde Allert Brinkman bij zijn moeder in Amsterdam. Maar hij was niet veel thuis. Daarom vermoedde zijn moeder dat ie illegaal werk deed. Vraagje van meneer Donker, de voorzitter van de naoorlogse enquetecommissie naar shit in de Tweede Wereldoorlog:"Heeft hij nooit met u over de aard van zijn werk gesproken?
Moeder Brinkman: Ja, hij sprak wel eens over spionagewerk.
Donker: Hij heeft nooit gezegd voor wie hij dat deed?
Moeder Brinkman: Ja, dat deed hij voor de Engelsen natuurlijk.
Donker: Zei hij dat erbij?
Moeder Brinkman: Ja
".Na december 1941 nam Allert de benen naar de overkant. Daar kreeg hij een korte sabotage-opleiding bij de Special Operation Executive (SOE) en op 14 juli 1942 keerde hij terug in Nederland om de boel in de hens te steken (1). Maar daar kwam hij niet aan toe. Dankzij het toen al op gang getrokken Englandspiel trokken de moffen hem namelijk al heel snel naar binnen (2). Hij kwam in een petoet in Haaren terecht en werd overgehaald om zijn medegevangenen te bespioneren. Met akelige gevolgen. Maart 1944 kwam Allert weer op vrije voeten en af en toe bij zijn moeder."Donker: Toen hij uit zijn gevangenschap is vrijgekomen, is hij ook voor de Duitsers gaan werken. Heeft hij daarover wel eens met u gesproken?
Moeder Brinkman: Ja. Hij zei altijd: wanneer ik voor de Engelsen spionagewerk doe, moet ik natuurlijk ook bij de Duitsers komen. Anders kan ik geen spionagewerk doen.
Als je daar niet komt, weet je ook niets
".Op instigatie van zijn Duitse opdrachtgevers wrikte Allert zich onder kleurrijke schuilnamen als Sally, Ab van Straaten en Ab van Loon binnen in het Haagse verzetsmilieu. En trouwde in september met Lydia Ficq. Ook zij werd na de oorlog door Donker ondervraagd. Die bleek speciale belangstelling te hebben voor de connectie die zou hebben bestaan tussen haar echtgenoot en Seymour Bingham. Een tijdlang topper bij de SOE, die zich tijdens de oorlog her en der live zou hebben gemanifesteerd in Nederland en door velen verantwoordelijk werd gesteld voor de verliezen binnen het verzet als gevolg van het Englandspiel."Donker: Hebt u een zekere Bingham gekend?
Lydia: Dat is de enige naam die mijn man ooit genoemd heeft. Hij heeft wel eens een keer gezegd: als je ooit in moeilijkheden komt - het was betrekkelijk kort voor zijn dood - dan moet je de naam Bingham noemen.
Tegen wie moest u de naam van Bingham noemen?
Lydia: Dat heeft hij er niet bij gezegd.
Donker: Heeft hij gezegd wie die Bingham was?
Lydia: Hij heeft gezegd dat hij daarvoor werkte. Ik wist dat hij illegaal werkte. Hij had een groep in Den Haag. Ik ben toen bij de heer Meijerink geweest. Die was commandant van een van de stoottroepen en die kende mijn man van voor 1942. Ik ben bij hem niet veel wijzer geworden.
Donker: Hebt u daar de naam Bingham genoemd?
Lydia: Ja. Ze beweerden dat die naam niet bestond. Maar Meijerink zei: die bestaat wel.
Donker: Heeft de heer Meijerink het nader gedefinieerd door te zeggen: hij woont hier of daar?
Lydia: Daar heb ik het niet over gehad.
Donker: Is in dit verband niet een adres op de Plaats in Den Haag genoemd? Of is dat voor u een onbekend adres?
Lydia: Ja, die is genoemd, maar niet door Meijerink. Dat heeft mijn man eens gezegd. Maar ik geloof niet als woonplaats
".Kijk, kijk. We beginnen de Plaats in zicht te krijgen. De plaats waar meneer Polak de boeken bijhield voor het grote spel zonder grenzen en dubbelagent Reede vanuit zijn Maison de Paris een oogje in het zeil hield. Moeten we u nog aansporen? Nee toch. Stay tuned.(1) Churchill: "Set Europe ablaze".
(2) Voor meer over dit beruchte "Spiel" verwijzen wij met graagte naar de afdeling Google.

  • Datum: 01 november 2009.

Naar de kloten (008)

zondag 29 november-2009
Intikkertje voor voorzitter Donker van de enquetecommissie naar shit in WO II na de voorzetten van moeder Brinkman en haar schoondochter Lydia. Hij riep Anton Lambertus Cornelis Meijering op. Een voormalig compagniescommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten q.q. een echte Bernhardaanhanger en mogelijk daarom nogal terughoudend in zijn getuigenis over de Brinkman-affaire."Donker: Wat voor positie had Brinkman in Den Haag in de illegaliteit?
Meyering: Hoofd van de afdeling Raad van Verzet.
Donker: Achteraf is gebleken dat hij een zeer bedenkelijke dubbele rol heeft gespeeld.
Meyering: Voor mij staat vast dat hij inderdaad voor de Engelsen heeft gewerkt, maar ook voor de Duitsers.
Donker: U zegt: voor mij staat vast dat hij voor de Engelsen heeft gewerkt. Wanneer zou dit geweest zijn?
Meyering: Kort na de oorlog werden wij overstroomd door talrijke instanties van intelligence services, die alle naar Brinkman hebben gevraagd. Ik heb o.a. hier in Den Haag bij de Engelse Field Security een kaartregister gezien en daarin stond, dat hij al in 1934 voor de Engelsen werkte en dat vrijwel onafgebroken heeft gedaan.... Ik heb een kaart gezien bij de Canadese Field Security waaruit bleek, dat zij Brinkman ook zochten. Ook bij de R.A.F. En bij de marine en het leger van de Engelsen, Amerikanen en Canadezen zochten ze hem.
Donker: Heeft Brinkman ook verteld voor wie hij gewerkt zou hebben?
Meyering: Ja, dat hij voor de British Intelligence werkte. Ik heb een naam gehoord. Ik heb een persoon ontmoet die zich zo noemde, namelijk Bingham of Wingham (!!!!!red.). Ik heb een proces-verbaal opgemaakt van een van die bijeenkomsten. Daarin staat zijn juiste naam. Hij sprak Engels en gebroken Hollands. Hij was vrij lang, naar schatting 1.85. Bleek uiterlijk. Volgens mij een militair in houding en optreden. Dat is op de Plaats geweest. Het was een soort modemagazijn. Daar heb ik ook voor het eerst Breed (1) ontmoet
".Wel, wel een modemagazijn op de Plaats. Dat herinnert ons wel erg aan de Maison de Paris, de uitkijkpost van dubbelagent Gerrit Reede aka George Brandy aka oom Gerrit. Zo maakte namelijk niet alleen de door Meyering genoemde Breed deel uit van zowel Brinkman's verzetsgroep als Reede's coterie, maar ook een meneer Heine aka "Oude Bob". Voormalig hoofdredacteur van de Gooi en Eemlander. Gevoegd bij het feit, dat Lydia Brinkman betrekkingen onderhield met de ook al met Reede verbonden Christiaan Lindemans aka King Kong en we mogen met een gerust hart aannemen dat in Maison de Paris ene Bingham in het najaar van 1944 aan Brinkman en zijn goede en foute verzetslieden verscheen. Er komt nog meer. Stay tuned. 1. een beruchte V-mann oftewel informant/infiltrant van van de moffen.

  • Datum: 01 november 2009.

Naar de kloten (009)

zaterdag 5 december-2009
Terug naar Den Haag. Naar de Plaats. Maison de Paris. Najaar 1944. Dubbelagent Allert Brinkman organiseert een bijeenkomst van goeie en foute verzetslieden. Om zijn positie als leider van de verzetsgroep te consolideren. Met assistentie van de Britse agent Bingham. Volgens een van de aanwezigen een lange, slecht Hollands sprekende man van achter in de dertig, die er als een echte militair uitzag. Was het echt een Britse agent, die van zijn gezond niet afwist? Of ging het om een Britse dubbelagent die om de donder wel van zijn gezond afwist? Of was het gewoon de lange, 44-jarige tripleagent Gerrit Reede aka George Brandy aka oom Gerrit, die in zijn "eigen" modemagazijn een topvoorstelling verzorgde? Samen met zijn handlangers Brinkman, Breed en Heine? Met als doel om de goeie verzetslieden onderwie zendspecialist Jan Thijssen binnenboord te houden? Kan heel goed, want de goeien hadden hun twijfels over het koshere karakter van Brinkman's verzetsrol. Wapendroppings liepen nogal eens fout af en er vielen nogal wat arrestaties te noteren in zijn omgeving. Verder had een Leidse knokploeg onder leiding van Brinkman een paar stunts uitgevoerd zonder toestemming van bovenaf en was er twee ton verdwenen uit de verzetskas.
Om uit te vlooien hoe dat nou allemaal zat zond bovenaf een afgevaardigde naar Den Haag: de communistische verzetsleider Gerben Wagenaar aka Blonde Freek. Allert Brinkman weigerde iedere samenwerking met Wagenaar. En die twee ton had ie nooit gehad. Trouwens, Freek was volgens Allert onbetrouwbaar en wilde de gedropte wapens na de oorlog gebruiken voor communistische doeleinden. Het Englandspiel ten voeten uit. Daarnaast had de combine Reede/Brinkman vriend Wagenaar liever niet over de vloer, omdat die het nodige wist over het uitroeien van de overwegend communistische verzetsgroep CS6.
Wagenaar tegenover de naoorlogse Enquetecommissie:"... Ik denk aan de groep Hans Katan (CS6, red.). Deze groep had contact met iemand van wie nooit is vastgesteld of hij nu al of niet van de overkant afkomstig was. Hij voerde de naam George. Mijn indruk is altijd geweest, dat de groep Hans Katan, waarvan er velen zijn gefusilleerd, is gevallen als gevolg van het feit, dat deze George, die ik in de bezettingstijd vereenzelvigde met George Brandy, hen verraden heeft...".Na de oorlog werd beweerd dat George Brandy de schuilnaam was van V-mann George Ridderhof. Die was inderdaad namens de Abwehr geinfiltreerd in CS6, maar gebruikte zelf als schuilnaam George van Vliet. George Brandy was niemand anders dan international en Abwehr-Hauptmann Gerrit Reede, die in 1956 door een overlevend CS-lid alsvolgt in de eregalerij werd gezet:"Te eniger tijd - in 1942, '43 en begin '44 trof men in de kern ondermeer de volgende namen aan: Kastein, Katan, Pooters, Van Mierloo, Boissevain (3maal), Van Couwelaar, Simon-Thomas, Van Blommestein, Verleun (2maal), Sluring, Ponger, Sluyter, Remiens, Koreman, Frijda, Prinsen Geerlings, Romein, Sanders, Bangma, Kalshoven, Celosse, Van Gulik, Van Gilzen, Pleyte, REEDE, Cost-Budde, Tonnet, Bergsma, De Graaf, danwel de illegale pendants".Notabene, Reede had godverdomme net een flink aantal jaren doorgebracht in een kruipruimte wegens het verraad van de verzetsgroep Oranje Garde en een paar financiele akkefietjes. Het verraad van CS6 kwam niet aan de orde. Zijn werkzaamheden voor heren als Merton, Flesche etcetera uiteraard ook niet. Nee, meneer Reede was een verzetsheld. En wie beweerde dat? Kas de Graaf. Oud-NSB-er, zwarthandelaar, vriend van Arnhem-verrader Christiaan Lindemans aka King Kong en na de oorlog een "mannetje" van Prins Bernhard. Fuck!!!. Stay tuned.

  • Datum: 01 december 2009.

Naar de kloten (010)

dinsdag 15 december-2009
Op 6 mei 1945 werd dubbelagent Allert Brinkman aka Sally aka Ab van Straten aka Ab van Loon op straat doodgeschoten. Door wie? Daarover kregen we recentelijk een mail. Komt ie:"Brinkman stond op de nominatie om na de oorlog gefusilleerd te worden. Hij was al gevangen genomen. Maar om een proces te voorkomen smokkelden figuren rond de Raad van Verzet geld naar binnen waarmee hij zich vrij kon kopen. Hij werd naar een Haags ontsnappingsadres geloodst en daar werd hij vergiftigd. Desondanks wist hij te ontsnappen. Bij de achtervolging werd hij standrechtelijk gedood.
De dag daarop arriveerde Kas de Graaf met een paar hoge Engelsen bij het ontsnappingsadres. Als hij alleen was geweest zou hij dezelfde weg als Brinkman zijn gegaan.
Overigens was er nog een infiltrant. Dat was ene Zwaal. Een latere jachtvriend van prins Bernhard met contacten in Oost-Duitsland. Hij importeerde auto's van Wartburg, maar die onderneming sneuvelde
".Aanvankelijk kreeg Allert's weduwe Lydia een verzetsuitkering. Maar na een paar maanden werd die ingetrokken en zat ze op zwart zaad. Daar ga je niet vrolijk van fluiten en dus ging ze op pad om het blazoen van haar overleden echtgenoot schoon te poetsen. Ze klopte daarvoor ondermeer aan bij de Canadese Field Security en veroverde daar het volgende briefje:"Canadian Field Security. The Hague, 22 August 1945. To whom it may concern.
Brinkman, Albert, alias 4711. This man is registered in our files as an agent working for British intelligence and SD simultaneously. He was shot dead on 6 May 1945 by an unknown person. His work was of immediate value to us during the war years. W.g. Sgt. Cottier
".Alsteblaft. Allert was dus wel degelijk een dubbelspion. Net als de in zijn omgeving opererende Chris Lindemans aka King Kong, die wat later vergiftigd de pijp uitging in aanwezigheid van prins Bernhard's gappie Hans Teengs Gerritsen. De controleur van Brinkman, Lindemans en De Graaf, triplespion Gerrit Reede, werd pas maanden later opgepakt samen met zijn geliefde, Annemarie Beijer. Door de oorlog heen gestationeerd bij een Duitse zender in Eibergen. Moet heel comfortabel zijn geweest voor iemand die prominent deelnam aan het Englandspiel. Reede werd niet gefusilleerd. Hij kreeg vijftien jaar. Zijn perfide rol bij de eliminatie van de keiharde communistische verzetsgroep CS 6 met topmensen als Kastein, Katan, Frijda en de Boissevains werd verzwegen. Ook door het NIOD. De reden moge duidelijk zijn. Leuk onderwerp voor Netwerk misschien? Stay tuned.

  • Datum: 01 december 2009.

Naar de kloten (011)

dinsdag 5 januari-2010
Zoals gezegd, Gerrit Bartholomeus Reede (aka George Brandy, aka oom Gerrit) had vanaf 1942 de beschikking over een personeelslid van de Duitse zender/ontvanger in Eibergen: Annemarie Beijer. In hoeverre de zaakwaarnemer van ondermeer de tijdelijk in Engeland verblijvende Richard Merton gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om langs die weg contact te onderhouden met de overkant van het plasje blijft vooralsnog in nevelen gehuld.
Opvallend is wel binnen dit communicatieve kader dat hij in 1944 bij het oprollen van de laatste overblijfselen van CS6 in Amsterdam niet alleen samenwerkte met Heine aka Oude Bob (1), maar ook met een collega van de Abwehr, Kpt.lt. Conrad aka Radke. En ook vriend Conrad had een zend/ontvang-connectie. Hij behoorde namelijk tot de staf van de Duitse radio Elswoud bij Haarlem, dat onder leiding stond van Kpt.lt. Strauch. Net als Reede een meneer met zakelijke, Portugese interesses. Radio Elswoud hield zich ondermeer bezig met het onderhouden van contacten met de Duitse onderzeevloot en met kotterspionage. Maar opnieuw, ook deze zender zou voor heel andere doeleinden gebruikt kunnen zijn.
Een glimp daarvan wordt trouwens zichtbaar bij het naoorlogse enqueteverhoor van Engelandvaarder Hendrik Adolf Reus. Daarbij pakte de Haarlemmer flink uit over zijn ontvangst in Engeland in 1944 maar werd daar door de Britten quick,quick, zonder slow weer zijn afgehaald". dat "zijn" is een ongerechtigheid. De reden daarvoor? Reus:"... na een Engelse stafkaart te hebben bekeken vertelde ik de Engelsen, dat de kaart wat betreft de punten die ik kende zeer volledig was. Behalve het radiostation Elswoud bij Haarlem, dat ik op de kaart miste. Ik plaatste een opmerking over dit radiostation, doch de Engelsman keek mij zeer verbaasd aan en verbood mij om et andere instanties over dat station te praten... ik kon gaan".Voelt u de fijne nuance? Zo ja, dan hebt u een goed gevoel voor conspiracy ontwikkeld en hoeft u niet naar de dokter. Stay tuned.(1) Zie voor deze oud-hoofdredacteur van de Gooi en Eemlander aflevering 9 van deze serie op onze Followupsite.

  • Datum: 01 januari 2010.

Naar de kloten (012)

zondag 10 januari-2010
Volgens de in ons bezit zijnde officiele gegevens verstevigde Hauptmann Gerrit Reede na september 1944 niet alleen zijn banden met zijn Abwehrgenossen Conrad en Strauch, maar ook met Sonderfuhrer Kptlt. Traugott Andreas Richard Protze. Een alte Kamerad van Abwehrleider Canaris, die zich in 1937 in Nederland vestigde en als cover voor zijn duistere arbeid het Duitse Verkeersbureau in de Amsterdamse Kalverstraat optrok. Op een steenworp afstand van een ander reisbureau: Holland Travel Service aan het Rokin. Bedrijfsleider van deze outfit was Gerrit Reede, die in de Euterpestraat ook een pension uitbaatte en op dat moment al voor de Abwehr was gerecruteerd door Sonderfuhrer Richard Crone, chef de reception van het aan het Damrak gelegen Victoriahotel.
In de zomer van 1939 ondernam Reede samen met de voor rederij Kooy werkende William Falhaber een trip naar Clacton on Sea voor een ontmoeting met de Britse reservekapitein Radcliffe Price. Onderwerp van gesprek was het oprichten van een nieuwe reisorganisatie, International Touring Service. Na veel fours and fives gingen de heren akkoord en ITS ging van start. Opnieuw in een pandje aan het Rokin. Schuin tegenover het Britse consulaat, waar na september 1939 ene Seymour Bingham zijn entree maakte. Na opzegging van zijn job bij Bruynzeel waar hij zes jaar had gewerkt (1).
By the way, Falhaber was een Britse nulnulnogwat, die na het begin van de Phony War werd uitgeschreven bij het Amsterdamse bevolkingsregister en daarna bij toerbeurt een kamer huurde in pension Knaub aan de Amsterdamse Kostverlorenkade en... pension Reede in de Euterpestraat. Na 5 mei 1940 verdween hij voorgoed uit beeld.
Terug naar Protze. Tijdens een door hem voortreffelijk in elkaar gehangen contra-spionage operatie versus een Pools netwerk beginjaren dertig zwom ook ene Pantschulitsjev het Abwehrnet in: Een Russische "paardenkontenkletser", die al jaren als bijslaap fungeerde van prinses Armgard zur Lippe Biesterfeld, de moeder van prins Bernhard. Bernilo zou niet veel later via een gearrangeerd huwelijk met onze kroonprinses Juliana een interessante informatiepositie voor Hitler-Duitsland verwerven. Pantschu was inmiddels al omgedraaid en met twee waardevolle informanten aan het hof achtte admiraal Canaris het raadzaam om een ervaren kracht ter controle naar Nederland te sturen: Protze.
Na het uitbreken van de Phony War in september 1939 smeedden Canaris en Protze het plan IIIF. Dat voorzag in een staatkundige constructie waarbij als het echt hommeles werd in West-Europa prins Bernhard hier de boel zou overnemen als stadhouder voor Adolf. Zonder het afwerpen van Duitse bommen en granaten. Leuk plan, maar het ontbeerde de handtekening van Benno. Onze prins was namelijk bang dat als de zaak scheef liep het plan door Adolf op de keien zou worden gegooid. En dan was het hier zonder twijfel einde oefening.
Hetzelfde plan werd in april 1942, toen Adolf militair gezien het toppunt had bereikt, uit de mottenballen gehaald. Op de 24ste van die maand deed Bernhard alsnog het aanbod om met Jula aan zijn zijde en Wilhelmina in het bejaardenhuis Nederland namens snorremans te bestieren. De mede door Jula ondertekende brief zou vanuit New York naar Berlijn zijn gestuurd. Langs welke weg blijft speculatief.
Na de oorlog beweerde Gerrit Reede dat hij de bewuste brief cq. een afschrift ervan ergens netjes had bewaard om executie te voorkomen. Hij werd in fort Blauwkapel stevig gegrild en kreeg er in april 1946 zelfs bezoek van Protze (2). Of daar een deal met hem is gemaakt blijft de vraag. Zeker is wel dat hij de doodstraf ontliep.
Morgenavond komt deze stadhoudersbrief aan de orde in deel twee van de teeveeserie "Prins Bernhard, schavuit van Oranje" naar een script van spannende boekiesschrijver Thomas Ross. Actueler kan je niet wezen. Stay tuned.(1) Zie voor Bingham de afleveringen 7,8 en 9 van deze serie op de Followup-site.
(2) Protze schreef op 25 juli van dat jaar na zijn bezoek aan Nederland nog een hartelijk briefje aan een van de hotemetoten van de toenmalige Nederlandse speurneuzengemeenschap, waarin hij zijn dank betuigde voor de voortreffelijke ontvangst die hem en zijn vrouwtje Lena ten deel was gevallen.

  • Datum: 01 januari 2010.

Naar de kloten (013)

woensdag 13 januari-2010
Even een sidestep. En geen onbelangrijke. Want ons donkerbruine vermoeden dat dubbelspion en Montanbeheerder Gerrit Reede via verschillende Duitse zenders en geassisteerd door Annemarie Beijer contact zou hebben gehad met hoge geheimschrijvers en belangenverenigingen in Engeland lijkt te worden bevestigd door een mail van een ingevoerde lezer. Komt ie:"Het NIOD heeft een Engels dossier in haar bezit. Daar staat ook Anne Marie Beijer aka Anita Geertje Zwaluw in. Zij ontving van tijd tot tijd uit Engeland aanwijzingen om valse persoonsbewijzen in dead letter boxes te deponeren. Ten behoeve van belangrijk geachte onderduikers. Maar de SD beschikte al over een volledige lijst van die persoonsbewijzen. Dus het gevolg is niet moeilijk te raden. Als de betrokken onderduikers eenmaal voorzien waren van zo'n vals persoonsbewijs kregen ze uit Engeland het gecodeerde verzoek om over te komen. Soms kwam dat verzoek zelfs helemaal niet uit Engeland, maar flansten de moffen zo'n verzoek zelf in elkaar. Annemarie hield van dat spel een administratie bij. Het ging niet alleen om mensen die politiek gezien gevaarlijk werden geacht voor de naoorlogse plannen, maar bijvoorbeeld ook om belangrijke Joodse aandeelhouders van bijvoorbeeld Billiton en Shell. Gerrit stuurde hun certificaten en aandelen na hun arrestatie naar de overkant van de plas en in Zwitserland werd de zaak dan verder financieel afgewikkeld. De Nederlandse regering was van dit onderdeel van het Englandspiel volledig op de hoogte, maar hield na de oorlog haar kiezen op elkaar".Goedensmorgens. In dit kader zijn de twee trips die oom Gerrit voorjaar 1942 ondernam niet onbelangrijk. Als vertegenwoordiger van de Hamburgse koffie- en theehandel Westendorf reisde hij namelijk op 5 mei naar Zwitserland en keerde op 11 mei in Nederland terug. Tussen 28 mei en 2 juni herhaalde hij dat kunstje. Naar eigen zeggen ging het om het installeren van een paar postbussen. Of hij die zelf ook heeft geleegd blijft een vraagteken. En waarvoor ze dienden eveneens. Maar gezien het feit, dat Reede qq. zowel te maken had met big business als met duistere polletiek (vgl. Prins Bernhard's stadhoudersbrief) en in verband daarmee ook reizen ondernam naar Frankrijk, Spanje en Portugal moeten die postbussen een rol van betekenis hebben gespeeld in het spel zonder grenzen tussen de geallieerden en Nazi-Duitsland. Stay tuned.

  • Datum: 01 januari 2010.

Naar de kloten (014)

vrijdag 15 januari-2010
Vorig jaar publiceerde de STIWOT (1) voor het eerst de vermoedelijk volledige lijst van Nederlanders die door de moffen en hun aanhang werden vermoord binnen het kader van de Silbertanne Aktion. Een Aktion die in september 1943 van start ging en diende als rucksichtlose repressie op de aanslagen van het verzet op geuniformeerde Duitsers en kaderleden van de NSB. Filosofie daarachter was dat daarmee de populariteit van dat keiharde, vaak communistische verzet aanzienlijk zou dalen onder de Nederlandse bevolking. En dat was ook zo. Na een jaar en 52 onschuldige slachtoffers werd de Aktion afgeblazen. Opvallend detail: in die tijd werden ook de laatste resten van de wijdverbreide verzetsgroep CS 6 opgeruimd. Mede dankzij het noeste werk van dubbelspion Gerrit Reede.
Na de oorlog kwam oom Gerrit nog met een verbijsterend verhaal aanzetten bij zijn aalmoezenier, pater Cooymans van het Sint Ignatiuscollege. Over Silbertanne. Volgens de ouwe spion was het besluit om doodseskaders op pad te sturen genomen tijdens een bijeenkomst in de Mozes en Aaronkerk aan het Amsterdamse Waterlooplein. Aan dat gezellig samenzijn namen niet alleen topmoffen deel maar ook een stel Britse agenten met wie Gerrit in contact stond en die luisterden naar de illustere codenamen Gregory en Montaigny.
Waar? Niet waar? Feit is wel, dat Gerrit in die tijd alle registers moest opentrekken om aan de doodstraf te ontkomen. En feit is ook, dat hij geen onbekende was in die kerk. Voor de oorlog was hij namelijk al lid van het koor dat daar jubelend goddelijke liederen ten gehore bracht. Daarnaast had het linkse verzet vanuit het perfide Albion begin 1943 de opdracht gekregen om top-NSB-ers te liquideren. Een opdracht die met name CS 6 ter harte nam. Onder leiding van de voor de oorlog samen met kunstenaars als Henri Pieck, Hildo Krop en Jan van Gilse tot het Russische spionagenetwerk behorende dokter Gerrit Kastein. De Koude Oorlog was al aan de gang lang voordat de Tweede Wereldoorlog afgelopen was. Stay tuned.(1) Stichting Informatie Wereldoorlog Twee

  • Datum: 01 januari 2010.

Naar de kloten (015)

donderdag 21 januari-2010
Kwam een vrouw bij de politie. In Haarlem. 1946. Ze had een probleem. Een bizar probleem. En ze verklaarde het volgende.
Ze was de enige dochter van de heer en mevrouw P. uit Haarlem. Haar joodse ouders waren tijdens de oorlog ondergedoken en in die periode overleden. Van ouderdom. Eerst haar vader en drie maanden daarna haar moeder. Na de dood van haar vader kwamen er afzonderlijk van elkaar twee contactpersonen van het verzet om de zaak zo voorzichtig mogelijk af te handelen. De eerste om haar vader af te leggen. Daar mocht verder niemand bij zijn. Maar door een kier zag ze dat hij haar vader heel kundig in een laken legde, een metalen cassette tussen haar vader‘s benen verborg en toen het laken dichtnaaide. ’s Avonds werd het lichaam van haar vader afgevoerd en ergens begraven. Drie maanden later volgde dezelfde procedure na het overlijden van haar moeder.
In 1945 had ze op een dag in de krant een contactadvertentie gezien waarin zij werd opgeroepen zich te melden. Dat deed ze. De week daarop kreeg ze in Amsterdam bezoek van een koortsige, hoestende en asgrauwe meneer, die zich voorstelde als Pieck uit Den Helder. Hij condoleerde haar allereerst met de dood van haar ouders en zei vervolgens dat hij open kaart wilde spelen. Hij vroeg haar of ze hem wilde vertellen waar haar ouders begraven waren. Dan konden ze keurig worden herbegraven. Maar niet nadat hij twee cassettes in veiligheid had gebracht, die in de provisorische graven van haar ouders lagen. Er zaten Zwitserse vermogensgegevens in die toebehoorden aan kopstukken van het voormalig verzet en die nu naar de rechthebbenden terug moesten. Hij beschikte over de sleuteltjes van de cassettes en die van de gelieerde Zwitserse bankkluizen. Of hij op haar discretie kon rekenen.
Tsja. Probleempje. Ze wist niet waar haar ouders begraven lagen. Meneer Pieck raakte heel geëmotioneerd en gooide zijn glas water om. Hij bleef haar met vragen bestoken. Was de man die haar vader en moeder had afgelegd dan niet teruggekomen om haar de locatie van de twee graven door te geven? Dat was vaste procedure. Nee. Die was niet teruggekomen. De temperatuur steeg, tot juffrouw P. de heer Pieck moest verzoeken haar woning te verlaten.
In de maanden daarop had ze het sterke gevoel dat ze op straat gevolgd werd en haar post leek af en toe al eerder open te zijn geweest. Dat was voor haar uiteindelijk de aanleiding om zich tot de politie in Haarlem te wenden. En dat zou een staartje krijgen. Stay tuned.

  • Datum: 01 januari 2010.

Naar de kloten (016)

maandag 25 januari-2010
Je houdt het haast niet voor mogelijk, maar na de verklaring van juffrouw P. ging de Haarlemse blauwe brigade in de vierde versnelling. En trok Han Pieck naar binnen voor verhoor. De voormalige spion uit het netwerk van de vanuit Moskou gedirigeerde internationale derde brigade ontkende eerst ook maar iets te kunnen breien van juffrouw P’s bizarre verklaring. Maar de volgende dag ging hij toch door de bocht, toen de ijverige smurfen hadden uitgevlooid dat de contactadvertentie wel degelijk van hem was.
De uit Buchenwald teruggekeerde Pieck zei benaderd te zijn door de Amsterdamse kunsthandelaar Blesing, die zelf zou hebben gehandeld op verzoek van het Nederlandse consulaat in Londen en in Zwitserland (1). Of het om staatsgeheimen ging, geroofde vermogensbestanddelen of gegevens over kunstschatten uit joods bezit zou Pieck niet weten.
De smurfen roken iets onaangenaams, zochten contact met collega’s van het Algemeen Kantoor Zuiveringsgericht en trokken Blesing naar binnen. Die verklaarde dat Pieck uit zijn nek converseerde. Hij erkende wel dat hij tijdens de oorlog iets gehoord had over Pieck en de verzetsgroep waar hij bij hoorde. Van een contactpersoon die vaak zijn winkel bezocht. Maar wie die contactpersoon was wenste hij niet te openbaren (2).
Er volgde een smurfcheck in Londen en Zwitserland of ze daar chocola van het verhaal konden maken. Die wisten van niks. Blesing werd opnieuw onder de schijnwerper gezet. Die vond dat niet echt gezellig en maakte zijn ongenoegen kenbaar in een anti-joodse terminologie waar een Duitse herder zelfs geen brood van zou lusten. Onder verdenking van ernstig strafbare feiten, bedreiging en aantasting van goede naam werd Blesing de justitiële molen ingeduwd.
Niet lang daarna verklaarde Pieck schoon schip te willen maken. Mede onder druk van een paar belastende verklaringen over zijn gedrag in Buchenwald. Hij vroeg wel wat geduld om uit te vlooien wie nou precies de ouders van jufrouw P. hadden begraven.
Mogelijk dat zijn broer Anton hem uit de droom heeft geholpen. Anton? De sprookjesprins? Ja, Anton.
Wikipedia: "Tijdens de Tweede Wereldoorlog was (Anton, red.) Pieck actief in het verzet. Hij gebruikte zijn talent als graficus om documenten en stempels te vervalsen. Ook verzorgde hij begrafenissen voor overleden onderduikers". Zou Anton toch een kleurrijker verleden hebben dan zijn prenten suggereren? En zou hij langs die weg aan de uitroep "Papier hier" zijn gekomen? Je weet maar nooit. Stay tuned.(1) Zie de merkwaardige afleveringen 2 t/m 4 van deze serie op onze Followupsite.
(2) Blesing zou zomaar dubbelspion Gerrit Reede kunnen bedoelen.

  • Datum: 01 januari 2010.

Naar de kloten (017)

maandag 15 februari-2010
We laten de sinistere naoorlogse gebeurtenissen rond de artistieke gebroeders Henri en Anton Pieck even op een oliepitje verder sudderen en gaan terug naar het begin van deze serie. Naar het Amsterdamse Rokin, waar de Indische geheimschrijver dr. Pramananda zijn opwachting maakte in de gallery van vader en zoon Blesing en schilderijen kocht met bundels florijnen waarvan zelfs Heer Bommel zou hebben opgekeken.
Of de Blesings op reguliere wijze hun etalage vulden moet ernstig worden betwijfeld. Ook al omdat zij over een connectie beschikten die ondanks zijn drukke werkzaamheden voor de Duitse Abwehr en de Britse SIS ook nog tijd vond om zijn zakken driftig te vullen via de zwarte handel: Hauptmann Gerrit Reede.
Voor die bedrijvigheid maakte hij ondermeer gebruik van de diensten van experts op dat gebied: Kas de Graaf, Herman Olij, Joop Out en Dries Riphagen aka Al Capone.
Een van de draaischijven voor deze kwalijke handel in zowel trivia als poen, juwelen, kunstvoorwerpen etcetera bevond zich in pension Bernsen. Een onderkomen op de hoek van de Vijzelstraat en de Kerkstraat, dat via een overloop verbonden was met de andere hoek van de Kerkstraat. Op die etage boven het gerenommeerde Chinese restaurant Taiton had meneer Bernsen ook nog een paar kamers ter beschikking voor zijn bonte klantenkring, waartoe bijvoorbeeld een stel rechters van de Duitse Luftgau, SD-ers, Kas de Graaf, Wehrmachtofficieren, SOE-agenten, dames van vederlichte garnituur en zelfs leden van de verzetsgroepen CS6 en de Persoonsbewijzencentrale behoorden. Allemaal verzameld in een dodelijke dans.
Wonderlijk, dat de ergste slechterikken van bovenstaand gezelschap na de oorlog allemaal de dans zijn ontsprongen. Hoewel, ook weer niet zo wonderlijk. Reede handhaafde zich bijvoorbeeld dankzij zijn dubbele spionagerol en zijn connectie met prins Bernhard’s stadhoudersaffaire. Ook Kas de Graaf bleef op de been dankzij zijn prinselijke beschermheer. En zelfs vriend Riphagen zou je met een beetje slechte wil met onze verzetsleider kunnen verbinden.
Al Capone werd namelijk na het sluiten van de oorlogsmarkt naar Argentinië geholpen. Daar zal hij zijn gebit niet op een houtje hebben stukgebeten, want in zijn gouden jaren had ie heel wat van zijn kostbare buit naar het buitenland weten te wurmen. Hij beklom in opzienbarend tempo de Argentijnse maatschappelijke ladder en behoorde in 1951 al tot de intimi van president Juan Peron en diens vrouwtje Evita. Don’t cry for Dries dus.
In datzelfde jaar maakte nog een kunsthandelaar zijn opwachting bij de Peronnetjes, alwaar hij ondermeer de hand schudde van oud SS-roedelgenoot Wim Sassen. Of Dries ook dat prinselijke voorrecht heeft genoten is buiten de monitor gebleven. Maar het zou zomaar kunnen. Stay tuned.

  • Datum: 01 februari 2010.

Naar de kloten (018)

donderdag 18 februari-2010
Toch wel lekker als een spits je voorzet in de kruising peert. Wij kregen de volgende reactie:“Gerrit Reede en Kas de Graaf hadden ook contacten in Utrecht via de Thomas van Aquinokerk in Amsterdam. Met de familie Sassen van Isselt en hun goede vriend, aartsbisschop De Jong. Die laatste hield erg van bepaalde geroofde kunst. Daarnaast zegende hij de Oostfrontgangers. Onderduikers in zijn kelder op de Maliebaan haalden niet eens de dodentrein.
Volgens de legendarische “Griet” van de Lange Rozendaal dook Gerrit wel eens op bij Germaanse gelagen op het Pelmolenplantsoen. Hij was dan eerst op de Maliebaan geweest en zeker niet bij Mussert. Tijdens de oorlog waren er op de Maliebaan namelijk twee geheime kunstdepots. Als excuus voerden Griet en de andere meiden aan, dat ze niet letterlijk van de honger om wilden komen.
Gerrit kwam altijd lopend aan en ging dan vroeg in de morgen weer weg met een vrachtauto plus chauffeur. Hij kon zeer geinig een Brits officier nadoen als hij op de rug van een dame op vossenjacht ging (1).
"Waar al die geroofde kunst is gebleven kunnen we wel zo’n beetje raden. En dan denken we echt niet aan dr. Pramananda. De Indische verzamelaar die zonder het te weten deze serie op gang bracht. Stay tuned.(1) Vgl. de haast Bijbelse verschijning van de Britse SOE-leider Bingham bij een gezellig samenzijn in de door Reede beheerde Maison de Paris op de Plaats in Den Haag (afleveringen 7, 8 en 9)

  • Datum: 01 februari 2010.

Naar de kloten (019)

zondag 21 februari-2010
In de loop van deze serie zijn we langs bizarre haltes gereden uit het oorlogsleven van Gerrit Bartholomeus Reede. Van de Brediusweg in Bussum via het Rokin en de Weteringschans in Amsterdam, de Plaats in Den Haag naar de Maliebaan in Utrecht.
Van dubbelspionage via kunstsmokkel hop hop naar het glijhuis. We moeten eerlijk bekennen dat we bij de halte Weteringschans, waar we even zijn uitgestapt voor een bezoekje aan de NV Montaan, wel enige reactie hadden verwacht van gerenommeerde Bernhardvorsers en romanschrijvers. Maar misschien zijn we niet serieus genoeg. Daarom doen we bij deze er nog een schepje bovenop. Want bij de NV Montaan troffen wij naast imposante lieden als Richard Merton, Alfred Flesche, Franz Koenigs en Richard Ruschewey nog iemand aan die van wanten wist: Hermann Schmitz. Het baasje van IG Farben, die zo graag van de wereld een fascistische toverbal had gemaakt, liefst zonder oorlog. Hermann was de neef van Max Ilgner. En vriend Max bestierde NW 7, de spionageafdeling van IG Farben. Een van zijn werknemers was SS-prins Bernhard zur Lippe Biesterfeld. Onze latere verzetsleider die zo amicaal omging met twee paladijnen van Gerrit Reede: Kas de Graaf en Chris Lindemans. Hoe wil je hem hebben? Inpakken of eet je hem hier op? Stay tuned.

  • Datum: 01 februari 2010.

Naar de kloten (020)

zondag 2 mei-2010
We kunnen het niet laten. Om toch nog eens aan te tonen hoe belangrijk de rol is geweest van de bewust weggefrommelde dubbelspion Gerrit Reede tijdens WO II. Net in de periode waarin wij met zijn allen vieren dat in 1945 alle lucht uit het Derde Rijk was gestampt en we door het feestgedruis heen het kraken van het Vierde horen. Ga maar even na: Gerrit had ernstig te maken met de stadhoudersbrief (1), was de Pepetto van Kas de Graaf en Chris Lindemans (2) en fungeerde als oppasser van de enigmatische NV Montaan met wichtige Bub'n als Richard Merton, Alfred Flesche, Franz Koenigs, Richard Ruschewey en Hermann Schmitz in de orkestbak. Voor deze aflevering is vooral die Hermann dolletjes. Waarom? Komt ie.
Afgelopen week boerde Wim Duitenberg's opvolger Jean-Claude Trichet iets heel ferms tijdens een joeldag van de Council on Foreign Relations, een tank vol enge denkers. Volgens Jean-Claude moet de kar naar een wereldregering cq. wereldeconomie getrokken worden door de BIS. De Bank of International Settlements en inderdaad een bis. Dat bancaire vehikel is namelijk in 1930 opgericht door Montague Norman, het nazigezinde baasje van de Bank of England, en zijn geliefde collega Hjalmar Schacht van de Duitse Reichsbank (3). Was zogenaamd bedoeld om de Duitse afbetalingen in verband met de gemaakte brokken in de Eerste Wereldoorlog soepeltjes te regelen. Maar al gauw speelden de moffen de eerste en tweede viool en gingen er onder de tonen van "Alle Menschen werden Brüder" pakken poen, goud en waardepapieren kluis in en kluis uit, waarvan een eenvoudige DSB-klant zich geen voorstelling kan maken.
Veranderde dat na het in elkaar klappen van het Derde Rijk? Geen reet. De gestolen poen en andere waardevolle zaken bleven grotendeels waar ze waren. En de stinkend rijken der aarde maken nog steeds gebruik van de ongecontroleerde diensten van deze bank om hun poen te wassen, te drogen en te strijken. En de wereldeconomie te manipuleren. Onder toeziend oog van filiaalhouders als Bernard Bernanke van de Amerikaanse Federal Reserve, Mervyn King van de Bank of England en Jean-Claude Trichet van de Europese Centrale Bank. En wij maar lullen over rekening rijden, de Europacup, het lintje van een Bossche nicht en het huwelijk van Wes en Yo.
Oh btw.: weet je wie een van de vooroorlogse violisten was? Hermann Schmitz. Het baasje van IG Farben, die ook een vinger had in de NV Montaan, waar Gerrit Reede op de boel paste bij de concurrentieslag van 40 - 45. Valt er nog ergens wat te feesten? Vort met de Q-geit. Stay tuned.(1) De mede door Jula ondertekende brief, die prins Bernhard op 24 april 1942 vanuit de States naar Berlijn stuurde om te hengelen naar de positie van stadhouder der Nederlanden namens Adolf.
(2) Kas en Chris waren actief betrokken bij het ausradieren van CS6. Een communistische verzetsgroep die opereerde vanuit de Amsterdamse Corellistraat nummer 6. De woning van het gezin Boissevain, waarvan vader Jan voor de oorlog de boeken bijhield van Thyssen's ondernemingen in Nederland en zijn vrouw en zijn zoons tijdens de oorlog een formidabele bijdrage leverden aan het verzet.
Kas en Chris waren ook radertjes in het verraad van Arnhem. In de schaduw van de toen in het Belgische Diest verblijvende prinselijke verzetsleider, wiens Ehre ooit Treue heette.
(3) Schacht werd niet veel later Adolf's minister van Financiën. Na de oorlog werd ie als oorlogsmisdadiger weggezet, zij het voor korte tijd. Na zijn gedwongen vakantie was hij stiekem nog betrokken bij de Argentijnse avonturen van onze toenmalige prins gemaal. Zie daarvoor het artikel "Tango Dissonante" op de site van De Morgenster.

  • Datum: 01 mei 2010.

Naar de kloten (021)

Het heeft een tijd geduurd. Voor we een serieuze reactie kregen op deze serie. Maar gisteren was het zover. Dit is hem. Gaat met name over voormalig bankier en accountant Jan Cornelis Willem Polak aka Onderdenwijngaard. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog het baasje van het op het adres Plaats 10 in Den Haag gevestigde West-Europeesch Administratiekantoor (WEA), dat de boeken bijhield voor internationals als Fritz en Heinrich Thyssen en de net als onze koninklijke familie naar Engeland overgestoken Richard Merton (1). In het snotje gehouden door dubbel-agent Gerrit Reede, de Verwalter van modewinkel Maison de Paris op het adres Plaats 21 (2). Jan was voor de oorlog dikke mik met de Tsjechische overheid, maar richtte zijn blik na de oorlog naar het Midden-Oosten en kreeg vaste voet in Jordanië. Maar niet nadat hij in 1947 een langdurige reis had gemaakt naar de USSA, Argentinië en Brazilië. Dat laatste detail visten we onlangs op uit het artikel "Rite Francais: du chapitre néerlandais de rite moderne francais "De Roos" ou de la "vraie" histoire de la Fausse "filiation" Hollandaise". Daaruit blijkt dat Janus een hoge mieter was binnen de Nederlandse vrijmetselarij, maar met het grootste deel van de Nederlandse troffelaars in onmin raakte nadat ie voor een schisma had gezorgd binnen de Loge van het Grootoosten. In dat artikel komt onderandere deze strofe voor:

"Polak est de notoriété publique aux Pays-Bas, que sa banque était un couverture pour arbitrer durant la guerre d'obscure affaires "germano-anglais-américaines" se déroulant au plus haut niveau, le W.E.A., dont le financier juif de la Haye, Jan Polak, assumait de fait la direction”.

Interessante gozer dus die Janus. Maar over zijn noeste arbeid tijdens de oorlog is geen ene moer naar buiten getild. Gek hè? Stay tuned.

(1 Voor Merton zie het artikel “de CDU-affaire” op de site van de Morgenster. BTW: koningin Wilhelmina bezat een flink pak aandelen in Thyssen's beruchte Bank voor Handel en Scheepvaart in Rotterdam.
(2) Citaat uit "Prins Bernhard, een politieke biografie" van Wim Klinkenberg over de spookachtige Britse spion Bingham: "... Sommigen hadden in Den Haag met een Bingham in volle oorlogstijd geconfereerd en deelden zelfs mee dat hij daar op de Plaats woonde in of bij een gecamoufleerde hoedenzaak”. Een van hen was A.L.C. Meijering tijdens zijn verhoor door de naoorlogse Parlementaire Enquêtecommissie op 13 september 1949.

  • Datum: 10 oktober 2016.

Naar de kloten (022)

Nee. Bij MAX zullen ze niet besluiten om eens een lekkere serie te maken over het avontuurlijke leven van Gerrit Reede. Ze kijken wel uit. Je gaat niet met je steunzolen en je kunstgebit in de belangen van de famielje Oranje zitten darren. Want dat die famielje binnen deze afzichtelijke affaire een flinke trompet meetettert moge duidelijk zijn. En nog meer dan wij al dachten. Naar aanleiding van het laatste deel van het pizzaplatte drieluik over Pieter Menten dat gisteren de glazen tiet overtrok kregen wij een vette mail in de gleuf. Kwam van een geïnteresseerde lezer, die bezig is met het verzamelen van gegevens over het wel en wee van koningin Wilhelmina ten behoeve van een serieus boek. Over de moeder des vaderlands die ten tijde van de bezetting vanuit Engeland ons opriep de moed erin te houden. Hij schreef ons dit:

Zoals bekend was Gerrit Reede o.m. Verwalter van Maison de Paris. De joodse eigenaar Emanuel Kahn kwam in 1941 te overlijden. Zijn dochter Elizabeth van Veen-Kahn woonde met haar gezin in een ander pand van hem aan de Nieuwe Parklaan 110 in Scheveningen. Mei 1943 werd dit pand met de geschakelde woningen 112 – 114 door de Duitsers gevorderd. Op 110 kwam er een Kita, Kindertagesstätte, voor Wehrmacht/SS-kinderen. De dochter van Kahn en twee van haar jonge kinderen werden naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Eind '45 trok Wilhelmina (als quasi Verwalter/Bewariër) in pand Nieuwe Parklaan 110 en haar hofhouding en administratie in de panden 112 – 114. Toen 't Loo opgeleverd werd, nadat het gekuist was van Nazi-sporen, betrokken de oorspronkelijke bewoners de panden weer. Max van Veen, die met 1 zoon de oorlog wel overleefd had, kwam mei 1946 weer op Nieuwe Parklaan 110 te wonen.
Voor de woning Nieuwe Parklaan 110 zul je geen Stolpersteine aantreffen, wel op de gevel een plaquette ter herinnering aan Wilhelmina als symbool van verzet. We mogen veronderstellen dat Wilhelmina en haar hofhouding bekend was met het modehuis Maison de Paris en daardoor ook met de familie Kahn. Zo ook mogen we veronderstellen dat Wilhelmina of haar kwartiermakers bekend waren met het feit dat Nieuwe Parklaan 110 geroofd joods eigendom was van de familie Kahn.
Van Gerrit Reede wordt beweerd dat hij een rol speelde in de betalingen die liepen van Schacht naar Bernhard [zie ook aflevering 20 van deze serie, plus de ingebouwde verwijzing naar het artikel “Tango dissonante”, red.]. Intrigerend is dat zowel van Bernhard als van zijn schoonmoeder, via de familie Kahn, lijnen naar Gerrit Reede lopen. Vraag is hoe kwam Wilhelmina eind '45 aan de adressen? In het Haags Gemeente Archief heb ik (uiteraard) geen sporen van koninklijke bewoning terug kunnen vinden.

Mvg. Koen van Stigt Thans.”.

Ach ja, je moet ergens heen als je na vijf jaar van ontberingen terugkomt in je land. Stay tuned.

  • Datum: 08 december 2016.

Naar de kloten (023)

Mooi en respectvol. De documentaire die de ouwetjeszender MAX gisteravond uitzond over de poging van oud-politicus Gerrit-Jan Wolffensperger om meer aan de weet te komen over het leven van Gerrit-Jan van der Veen. Zijn biologische vader, die op 10 juni 1944 samen met andere leden van zijn verzetsgroep in de duinen bij Overveen door de moffen werd gefusilleerd. Zij waren in mei van datzelfde jaar in Duitse handen gevallen na een mislukte overval op het beruchte Huis van Bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans om opgesloten kameraden te bevrijden. “Ze waren goed geïnformeerd”, de Duitsers. Hoe ze aan die informatie waren gekomen kwam jammer genoeg niet aan de orde. Maar dankzij interviews met een paar in mei 1945 levend over de finish gekomen leden van de linkse verzetsgroep CS 6 zijn wij er zeker van dat Van der Veen in de jaren dat hij ondergedoken was menigmaal de nacht doorbracht in pension Bernsen. Een onderkomen op de hoek van de Vijzelstraat en de Kerkstraat, dat wij al vaker op de korrel hebben gehad (1). Kennelijk beschouwde hij dat als een veilig adres. Ondanks de regelmatige aanwezigheid van Duitse gasten en ander krapuul, waaronder de voor de SD actieve Dries Riphagen aka Al Capone en de door Abwehrhauptmann Gerrit Reede gedirigeerde Kas de Graaf en Christiaan Lindemans aka King Kong (2). Een adres ook dat een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld bij het Englandspiel, maar mogelijk om die reden door officiële en officieuze speurneuzen consequent is weggemoffeld. Je zou misschien denken dat een docu over pension Bernsen ook een fraai onderwerp zou zijn voor Jan Slagter's natte droom. Maar wij weten beter. Stay tuned (JP).

(1) Zie aflevering 17 van deze serie.
(2) Zie voor de Duits/Britse dubbelspion Reede ondermeer de serie “Bernhard's brief” en eerdere afleveringen van de onderhavige serie.

  • Datum: 05 mei 2019.

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Eens begraven blijft begraven (002) - 1 september 2012)

Je hebt ze bij bosjes. Mensen die belangstelling hebben voor John de Mol’s melkkoeien, de dikke kont van zijn zuster, de sleurhut waarin de opoe en opa van Frans Bauer zich verplaatsten, de zere lip van Patty Brard en meer van dat krokettennieuws. De vuiligheid die zich in Neerland’s redelijk recente verleden heeft afgespeeld moet het qua belangstelling meestal stellen met een verpieterd perkje intellectuelen (of wat daarvoor doorgaat), dat nog steeds elke dag de Volksfiets of de NRC doorbladert. Dus we raakten al licht euforisch toen er een serieuze reactie arriveerde op deel 1 van deze hopelijk wat langer wordende serie artikelen over begraven schandalen. Gaat over de door ons op het hakblok gelegde jonkheer Pieter Jacob Six. In WO II vanaf 1942 het baasje van de anti-communistische verzetsgroep OD.
In de artikelen “Een noodzakelijke nuance” en “Tango dissonante” op de site van de Morgenster hebben wij deze communistenvreter pur sang al een paar keer stevig door de gehaktmolen gehaald. Want wat ben je voor een verzetsleider als je je hebt omringd met een paar heren die voor de moffen werkten of uiterst suspecte contacten met ze onderhielden? En daar bleef het niet bij. Volgens een lezer die het weten kan vloog vriend Six tussen 1946 en 1951 met de KLM van voormalig Goeringgabber Plesman en voormalig Abwehr-observator prins Bernhard herhaaldelijk naar Zuid-Amerika om met gevlucht Nederlands krapuul te lullen.
Een daarvan was de beruchte ex-SS-Unterscharführer Willem Sassen (1), die zich tijdens de oorlog onderscheidde als verslaggever aan het oostfront, SS-stem voor België en Nederland en hoofdredacteur van de tegenwoordig tot een paradijselijk hondenblaadje gereduceerde Telegrof. Willem belandde na de oorlog een tijdje in Fort Blauwkapel. Daar werd ondermeer dubbelagent Gerrit Reede aka Onkel Gerrit aka George Brandy door Britse agenten en oud-Abwehrprominent “Onkel” Richard Protze stevig doorgezaagd over de Stadhoudersbrief van prins Bernhard en de dramatische gebeurtenissen in een pension aan de Amsterdamse Vijzelstraat, waarbij talloze leden van de communistische verzetsgroep CS 6 het loodje legden. Hoe dit ook zij, Sassen ontsnapte (!) en herhaalde dat huzarenstukje na te zijn opgeduikeld in België. Via Dublin verhuisde hij naar Argentinië, waar Six hem dus later met een bezoek vereerde.
Met welke Nederlanders Six nog meer contact zocht wist onze lezer helaas niet meer. Mogelijk zocht de telg van een voor de oorlog financieel wat in de verdrukking geraakte, maar na de oorlog weer op het paard getilde familie ook Dries Riphagen aka Al Capone op. Oud-bokser, Amsterdams penozelid en voormalig SD-agent , die verantwoordelijk was voor de dood van zowel verzetsmensen als Joodse onderduikers en dankzij het confisqueren van Joodse bezittingen schathemeltje was geworden. Hij verhandelde zijn inbeslaggenomen koopwaar in hetzelfde pension aan de Vijzelstraat waar Abwehragent Reede en zijn stille vennoten Cas de Graaf en Christiaan Lindemans aka King Kong hun perfide spel opvoerden.
Er leefde wel degelijk her en der ongenoegen over de Zuidamerikaanse trips van Pieter Six. Zo zelfs, dat bij verschillende gelegenheden arrestatiebevelen tegen hem werden uitgevaardigd. Maar die werden nooit geëffectueerd. Zo ging dat. En zo gaat dat nog steeds in welgestelde kringen. Stay tuned.(1)... even op Willem Sassen zoeken in ons digitale Kleintje Muurkrant archief, en je bent weer helemaal bij...

Eens begraven blijft begraven

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Andere Zeiten (001) - 7 november 2012)

Onlangs wijdde het NOS-programma Andere Tijden een aflevering aan het boek “De donkere kamer van Damokles” van Willem Frederik Hermans, dat momenteel gratis door biebleden kan worden afgehaald aan de balie. Vijf jaar na de eerste druk in 1958 maakte Fons Rademaker er een film van, “Als twee druppels water”. De rolprent werd gefinancierd door lekkere wijfjesliefhebber Freddie Heineken (rip). Dat laatste zou volgens Andere Tijden min of meer desastreuze gevolgen hebben gehad. Aan de film werkte namelijk Freddie’s toenmalige bijslaap mee en toen die verkering uitraakte zou Freddie zo pissed-off zijn geweest, dat hij verder vertoning van de film verbood. Fons, Willem Frederik, iedereen de pleuris erin. Maar het was niet anders. Freddie’s woord was wet.
Hoe dit ook zij, het boek en de film gingen over het verraad dat de bescheiden electro-techneut Anton van der Waals tijdens WO II had gepleegd. Hij trad op als Engels agent en had dankzij de Duitse Sicherheitsdienst zulke overtuigende papieren, dat een hele reeks verzetsmensen erin stonken. Maar na de oorlog hield Anton vol, dat hij wel degelijk zijn orders voor het sinistere dubbelspel had ontvangen van een Engelse agent John cq. Emile Verhagen, die sprekend op hem leek. Pas een uur voor zijn executie trok hij dat verhaal in tegenover een smurf van Justitie en een boordje van de heilige drie-eenheid. Maar dat hoeft niet te betekenen dat er nooit een Verhagen hier namens de Britten actief is geweest tijdens de oorlog. Per slot gaat het hier om een onderdeel van het perfide England Spiel, waarbij de Britten in bezet Europa menig verzetsman en desnoods eigen agent de dood injoegen. In samenspel met een deel van Adolf’s geheimschrijvers als voorspel tot de tientallen jaren Koude Oorlog die na de Duitse overgave zou uitbreken (1).
Er was iemand die in verband met vertalingsactiviteiten ten behoeve van de moffen Van der Waals’ dossier een paar keer onder ogen had gehad. Dat was de jurist en schrijver Anton Roothaert, die na de oorlog een tijdje naar binnen zou zijn getrokken om zich te verantwoorden voor zijn pro-nazistische houding en zijn werkzaamheden voor de bezetter. Als je binnen zit heb je over het algemeen verder weinig te doen en ook omdat zijn familie buiten op een houtje beet nam Roothaert de pen ter hand en schreef in zijn bekende volkse stijl in een flow de tekst voor een nieuw boek. Toen kreeg hij bezoek van een collega: W.F. Hermans. Die zou het manuscript tegen een aardige bijdrage van Roothaert hebben overgenomen en het verder hebben ontwikkeld tot zijn boek “De tranen der acacia’s”, dat in 1949 de boekenwinkels inzeilde. Dat werd zo’n literair succes, dat W.F. nog een manuscript van Roothaert zou hebben overgenomen: “Tweelingselixer” en u voelt hem komen: dat zou “De donkere kamer van Damokles” zijn geworden.
Zo, dat was het hoofdgerecht. Nou nog het toetje. Er zou inderdaad ene Verhagen als agent in Nederland hebben rondgestruind. Hij was een bekende ondernemer uit Roermond, die tot 1972 onder een aangenomen naam zou hebben geleefd en niet zuinig zou hebben geboerd. Ten tijde van de perikelen rond “Als twee druppels water” zou hij dikke mik zijn geweest met Freddie Heineken. Mogelijk dat daar de reden ligt voor het verbieden van de film. Een vriendendienst. Verhagen verhuisde vervolgens naar Zwitserland en behoort volgens de laatste berichten nog steeds tot de levenden. De rijke levenden. Lekker toetje hè? Stay tuned.(1) Vgl. de lotgevallen van driedubbelspion Gerrit Reede, die binnen dat kader onder andere huishield in de communistische verzetsgroep CS 6. Samen met de latere Prins Bernhard-adept Cas de Graaf en diens gabber Christiaan Lindemans aka King Kong. Op naar onze zoekmachine.

Andere Zeiten

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Het facebook van CS6 - 10 juni 2015)

Nog effe. Dan kunnen we weer herdenken. En de dag erna weer eens hossen. In een tijd waarin ook de Haagse klotenklappers bezig zijn om hun onderdanen ervan te overtuigen, dat een deel van de nazi's in de Tweede Wereldoorlog eigenlijk manhaftige nationalisten waren, die zich schrap zetten tegen de communistische hordes uit het oosten. In dat licht steunen Mark Damesfiets en zijn -symbolischer kan haast niet- kaalgeschoren sociaal-democratische paladijn het bewind van de Bandera-fascisten in Kiev (1). Wie weet kunnen we ergens nog eens een middelbare scholier op de kop tikken die op de Dam daarover een leuk gedicht kan voordragen.
Gelukkig zijn er ook nog goeien. Bijvoorbeeld bij het Stadsarchief in Amsterdam. Die lieten gisteren via het dagvod NRC weten, dat ze op zoek zijn naar heel wat oningevulde namen van mensen die deel hebben uitgemaakt van de keiharde linkse en dus voor een groot deel door de moffen uitgeroeide verzetsgroep CS6 (2). De foto's zijn er. Nu de namen nog (3). Wij zijn nog steeds woest over de officiële publicaties die in de loop van de tijd aan CS6 zijn gewijd. Nergens iets terug te vinden over pension Bernsen en restaurant Taiton in de Vijzelstraat, nergens iets over het formidabele verraad van Hauptmann Gerrit Reede en zijn Pinocchio binnen de groep: Kas de Graaf. Je houdt het niet voor mogelijk. Nou ja, eigenlijk wel. Het enige wat wij u kunnen aanraden is: blijf alert!

(1) Zie voor een van de eerste Nederlandse na-oorlogse liefdesverklaringen aan het adres van de Oekrainse fascisten het artikel Brusselse truffels op de site van de Morgenster dd. 8 januari 1999.
(2) Wij hebben in het verleden veel aandacht besteed aan deze geweldige verzetsgroep. Via de reeks “Naar de kloten kunt u een fikse duik nemen in de geschiedenis van CS6 en de manier waarop de groep werd ausradiert.
(3) Zie het artikel Kijken: wie herkent deze verzetshelden?

  • Datum: .

(oorspronkelijk artikelen-serie: Pieter en Friedrich, deel 1 van 30 november 2016  tot en met deel 4 van 21 december 2016)

Pieter en Friedrich (001)

Nog iets wat zeker niet aan bod zal komen in de MAX-serie over Pieter Menten. Heeft betrekking op de activiteiten die de aartsrijke schuifelaar na de oorlog ontwikkelde om uit de petoet te blijven. Een kwootje uit deel 3 van onze Morgenster-serie Het schaduwcommando van de prins. Komt ie:

“...Want de sluwe zakenman ging chantage niet uit de weg om zijn vrijheid te behouden. En voor het verkrijgen van de daarvoor benodigde munitie deinsde hij evenmin terug voor krasse maatregelen. Zo gaf hij Kortenhorst (1) in de loop van 1949, toen de spanningen rond zijn proces naar hun hoogtepunt liepen, opdracht om twee ton over te hevelen naar de Duitser Friedrich Schallenberg (2). Een voormalig lid van de Grüne Polizei die zich na de oorlog bezighield met het verzamelen van shit uit de oorlogstijd. Van gestolen effecten tot informatie over prins Bernhard. Het valt te betwijfelen of Schallenberg ooit die twee ton heeft gezien. Hij werd in de nacht van 13 op 14 september 1949 gezelfmoord in een Haagse vijver aangetroffen. Op 9 november 1949 werd Menten in cassatie uiteindelijk tot acht maanden celstraf veroordeeld. Die periode stond gelijk aan de tijd die hij in totaal in voorarrest had doorgebracht. Menten was vrij man.”.

Niks nieuws misschien voor onze fanatieke lezers. Maar wel een mooi opstapje tot een paar artikelen over Schallenberg met nieuw (oud, hoe noem je dat?) materiaal. Dus stay tuned.

(1) Mr. Leonardus Gerardus Kortenhorst was een van de twee beffen die Menten er in die tijd op nahield. Tegelijkertijd klepperde hij vrolijk met de voorzittershamer van de Tweede Kamer als vertegenwoordiger van de Katholieke Volks Partij.
(2) Uitspraak van Menten zelf tegenover zijn toenmalige privédetective Albert Niemeijer naar aanleiding van een artikel van de journalist Hans Knoop waarin deze beweerde dat Menten via Kortenhorst twee ton had overgemaakt naar de partijkas van de KVP om zo van die zijde steun te verkrijgen.

  • Datum: 30 november 2016.

Pieter en Friedrich (002)

Twee ton? Dat was in de jaren direct na de oorlog een bedrag om een moord voor te plegen. En de voor zijn hachie knokkende Pieter Menten zal niet voor de kat zijn strijkorkest zijn Nederlandse bef Rad (!) Kortenhorst hebben opgedragen om die poen over te dragen aan Friedrich Schallenberg (1). Op zeker in ruil voor informatie die schadelijk was voor een of meer hoge mieters in den lande. Liefst op papier. Decennia later beweerde de oorlogsprofiteur te beschikken over een bevel uit het bevrijde zuiden (1944) aan de “verzetsleiding” in Haarlem om een aantal communisten uit die regio te kelen (2). Pieter: “En ik zal maar niet zeggen welke handtekening daaronder staat”. Of Menten inderdaad de beschikking had over het naar alle waarschijnlijkheid door prins Bernhard ondertekende document zullen we waarschijnlijk nooit aan de weet komen. Bij zijn overhaaste vlucht naar Zwitserland in november 1976 vergat zijn echtgenote de kluis in de Blaricumse villa achter de code te gooien. Appeltje eitje voor de speursmurfen van de Rijksrecherche die er de volgende dag (!) binnenvielen. Vraag blijft hoe de niet in bewegingsvrijheid badende Pieter wist dat Schallenberg over de nodige rottigheid beschikte. Had de leider van de Katholieke Volkspartij hem getipt? Per saldo stond Schallenberg in contact met mgr. Paolo Giobbe, de subvertegenwoordiger van God op aarde, en pater Cooymans van het Haagse Aloysius college. Dus helemaal onwaarschijnlijk is dat niet.
Met name Cooymans is in deze context overigens uitermate interessant. Vooral omdat ie aalmoezenier was van de door ons uitgegraven dubbelagent en Abwehr Hauptmann Gerrit Reede aka George Brandy aka Oom Gerrit (3). De man die aan de basis stond van de story, dat prins Bernhard op 24 april 1942 vanuit de USSA een brief aan Adolf had verstuurd waarin hij solliciteerde naar het stadhouderschap van Nederland. Was dat bevel uit het bevrijde zuiden in de ogen van de Blaricumse meloenair twee ton waard? Of kreeg ie nog meer waar voor zijn geld?
Dat zou heel goed kunnen. Stay tuned.

(1) Zie vorige aflevering dd. 30 november 2016.
(2) Daartoe behoorde ondermeer de op 17 april 1945 door de moffen geëxecuteerde Hannie Schaft.
(3 ) Zie voor Gerrit bijvoorbeeld de serie “Naar de kloten op onze Followup-site.

  • Datum: 07 december 2016.

Pieter en Friedrich (003)

Cornelis Verloop was een hufter. Met een crimineel verleden. Maar desondanks of juist daardoor interessant genoeg voor Adolf's geheimsmurfenorganisatie Abwehr om hem te recruteren. In de laatste oorlogsjaren maakte hij kennis met Christiaan Lindemans aka King Kong, die eveneens voor de Abwehr actief was en net als zijn naar Engeland overgestoken gabber Kas de Graaf tot de assets van Hauptmann Gerrit Reede behoorde (1). Ook Cornelis raakte verstrikt in het sinistere Duits/Britse dubbelspel, dat al in 1942 op de wagen was getild en waarbij de Ausradierung van communisten voorop stond. Geen wonder dus dat Cornelis na de oorlog eerst een tijdje op brood en soep werd gezet, maar daarna zijn weg vond in de Gladiolenbeweging.
In die brood en soep periode werd hij een paar keer verhoord door Rijksrechercheur J.A. van Wijk met wie hij in oorlogstijd al een paar leuke huzarenstukjes had uitgevoerd. Een van die verhoren had betrekking op Friedrich Schallenberg, die volgens Verloop naast een eenvoudige Grüne Polizist ook een Schlumpf van de Abwehr was geweest en in die hoedanigheid betrokken bij het sluizen van goud, effecten en vreemde valuta naar het genereuze Zwitserland. Maar er was meer narigheid en die had niets met poen te maken, maar meer met bovengenoemd dubbelspel. En Verloop dreigde daarmee de boer op te gaan als ie niet als de donder werd vrijgelaten. Het was kennelijk zo heavy, dat Van Wijk zijn pen even stil hield. Kwootje. Komt ie:

Hoewel men in de meeste gevallen dergelijke dreigementen niet au sérieux moet nemen heeft zijn celgenoot toch de indruk dat men niet alles als “gezwam” van Verloop moet nemen. Hij is ongetwijfeld tot rare dingen in staat. Speciaal doelt zijn celgenoot op bepaalde door Verloop beweerde feiten, compromitterend voor een der hoogst geplaatsten in den lande. Ook tegenover mij, rapporteur, repte Verloop hierover en uitte de bedreiging dat hij mogelijk nog wel eens genoodzaakt zou zijn zijn wetenschap (gedocumenteerd) aan De Waarheid [het communistische dagblad, red.] mede te delen. De aard dezer mededelingen lijken mij, rapporteur, dusdanig dat het mij beter lijkt deze niet op schrift te stellen”(2).

Hoe moeilijk is het om in de term “een der hoogst geplaatsten in den lande” de man te herkennen die de oorlog in Engeland had gevierd? Niet. Houdt in dat uiterst compromitterende info in handen was van stukken verdriet die daarmee hun vrijheid hoopten te kopen. Of een financiële slag te slaan. En de twee ton waarmee Menten de info van Schallenberg via Kamervoorzitter Rad Kortenhorst probeerde over te nemen was zo'n slag. Stay tuned.

(1) Zie ondermeer de serie “Naar de kloten.
(2) Vgl. Menten's uitspraak over het bevel uit het bevrijde zuiden om een stel communisten uit de regio Haarlem te kelen: “En ik zal maar niet zeggen welke handtekening daaronder staat”.

  • Datum: 12 december 2016.

Pieter en Friedrich (004)

Zelfs een drone is niet altijd nauwkeurig. Dus het is maar de vraag of de Britse vliegtuigbom die op 27 april 1943 het Amsterdamse Carlton Hotel in de Vijzelstraat voor een deel verwoestte willens en wetens daar was gedeponeerd. Een ding is vrijwel zeker: het hotel was daarmee niet de best denkbare plek voor geheime bijeenkomsten tussen Duitse en geallieerde hotemetoten binnen het kader van de gemeenschapelijke strijd tegen Stalin en zijn kornuiten. Een kwoot uit een omvangrijk naoorlogs rapport over de schermutselingen die voorafgingen aan de vorming van de Nederlandse Gladio. Komt ie:

Deze bijeenkomsten waren in oorlogstijd gehouden en wel aan het Comomeer, een in Zürich en twee in Amsterdam, respectievelijk het Carlton Hotel en het Victoria Hotel. Op deze bijeenkomsten waren ondermeer aanwezig dr. Wilhelm Harster, Obergruppenführer Wolff en de SS-er Skorzeny va Duitse en geheime agenten van Engelse en Amerikaanse zijde. Dit waren “Top Secret”-conferenties maar Schallenberg heeft als lid van de Feldgendarmerie [en de Abwehr, red.] de conferenties te Amsterdam meegemaakt. De notulen van een der vergaderingen heeft hij in zijn bezit gehad en ze leken hem een mooie levensverzekering. Met deze notulen kon hij immers internationale politieke zaken aan het licht brengen, waarvan ieder mens zou staan te kijken”.

Een en ander houdt in, dat de bijeenkomst in het Carlton in ieder geval voor 27 april 1943 georganiseerd moet zijn geweest en hoogstwaarschijnlijk naar aanleiding van de gebeurtenissen in Stalingrad, waar de voorhoede van de Adolf's Wehrmacht voor het eerst een geweldig pak op zijn sodemieter kreeg. In diezelfde context moeten we mogelijk de brief zien die prins Bernhard op 24 april 1942 vanuit Washington aan Adolf schreef, waarin hij zich aanbood als Reichsstatthalter met Juliana aan zijn zijde en begrip toonde voor een eventuele weigering van Adolf's kant om Wilhelmina terug te laten keren. Dat was voor Stalingrad toen Adolf op het toppunt van zijn macht stond en de Jappen net ons Indië hadden geannexeerd. Kortom, het zag er toen somber uit voor Benno en Juul.
Hoe toevallig kan het trouwens zijn, maar zowel het Carlton als het Victoria behoorden beide tot de playground van de Duits/Britse dubbelspion Gerrit Reede, die zowel bij het Englandspiel als de Ausradierung van de communistische verzetsgroep CS6 zo'n imposante rol heeft gespeeld (1). Weggemoffeld uiteraard en in de schoenen geschoven van een stel minkukels. Reede vertelde ons in de jaren zeventig persoonlijk nog, dat er ook gesprekken van dit genre waren gevoerd in de Mozes en Aäronkerk, waar de Katholieke politicus Carl Romme geen vreemde uit Jeruzalem was en Reede zelf deel uitmaakte van het koor. Ons verdere onderzoek in die richting werd kundig in de wielen gereden door de Amsterdamse Politieke Inlichtingen Dienst (PID).
Hoe dit ook zij, de stofzuiger van Schallenberg kan tijdens diens werkzaamheden tijdens en na de oorlog het nodige chantabele materiaal hebben opgezogen. Materiaal dat bruikbaar was voor Pieter Menten om zijn straf te ontlopen. Intrigerend detail: in 1952 vervoegde minister van Justitie Donker zich tweemaal op Soestdijk voor een babbel met Bernhard. Kort daarna werd het onderzoek naar Menten's oorlogsverleden “definitief” afgelegd. Tot midden jaren zeventig toen zowel Bernhard als Menten opnieuw in de problemen kwamen en wij Gerrit Reede ontdekten. Een film? Een serie bij MAX? Heeft u gedronken? Stay tuned.

(1) Reede was ver voor de oorlog al in het Victoria gerecruteerd door de Abwehr. In diezelfde periode werd hij via een reisbureau op het Rokin door de Britse SIS binnengehaald.

  • Datum: 17 december 2016.
  • Datum: .

(oorspronkelijk artikel: Gerrit - 16 mei 2017)

Soms mis je de bus. Soms een stukje nieuws. Dat laatste gebeurde ons bij dit artikeltje uit de Volksfiets van 4 mei jl. . Over een achterafkamertje op het Binnenhof van waaruit dr. Gerrit Kastein tijdens de oorlog naar zijn dood sprong om het risico van door te slaan tijdens een verhoor van de moffen tot nul te reduceren. De vooroorlogse rooie meesterspion werd na het uitbreken van de oorlog leider van de communistische verzetsgroep CS6, die al gauw het doelwit werd van een Duits/Britse infiltreringsoperatie onder leiding van dubbelspion Gerrit Reede. Zeg, Menno, als je echt geïnteresseerd bent in de teloorgang van Gerrit Kastein en zijn geweldige verzetsgroep dan kan je bij ons terecht in de roemruchte serie “Naar de Kloten” , in het derde blok van onze rubriek Vervolgverhalen. En dat geldt voor u als nieuwsgierige lezer natuurlijk ook. Want zulke gruwelijke verhalen kom je in de Volksfiets niet tegen. Stay tuned.

  • Datum: .