Skip to main content

maandag 3 januari-2005
“10 juli 1996.

Beste vriend,

Hier is alles al een paar maanden in gereedheid (zoals je weet onder het huis in Dave). Er is niets veranderd; geen geur en ook geen barsten. De contacten met mijn Roemeense bron leveren scherpe prijzen op en de jeugdige leeftijd biedt goede mogelijkheden in het westen. Mijn beschermheer in de regio (Guy M.) heeft mij de garantie gegeven heel graag de cassettes met de jeugdige acteurs te willen afnemen voor zijn eigen adressen. Zoals beloofd wacht ik op nieuws van je. Mijn rekeningen zijn geblokkeerd. Ik heb geen geld meer. Stuur me een voorschotop de cassettes op mijn nummer bij de “huse”. Zoals afgesproken zijn mijn appartementen ingericht om onze Roemeense “vrienden” te ontvangen. Je kunt ook rekenen op de discretie van mijn twee zoons wat betreft je activiteiten in jouw regio. Zij zijn op de hoogte van het materiaal en de materialen en twijfelen geen moment. Hun onderneming is een uitstekende dekmantel.
Francois Leyens.”


Een uiterst cryptisch briefje gericht aan Marc Dutroux. Maar niet zo cryptisch of we kunnen er uit opmaken dat ene meneer Leyens conform een afspraak met Dutroux onder een huis in Dave een paar ruimtes heeft ingericht om daar ellendige filmpjes op te nemen met minderjarige Roemeense kinderen. Om de cassettes van die opnames te verpatsen met de zaak van zijn zoons als cover. Je zou zeggen dat zo’n briefje gefundenes Fressen was voor de Belgische speurneuzen. Maar zo eenvoudig was het niet. Stay loathingly tuned.

  • Datum: .

donderdag 6 januari-2005
Op achttien oktober 1996 rond kwart voor twee ‘smiddags vond een inwoner van het Waalse dorp Flawinne op de stoep van de rue J. Arnould een zwart koffertje van het merk Diplomat. Hij nam het mee naar huis en inspecteerde de inhoud. In de paperassen die het koffertje bevatte bevond zich een brief aan Marc Dutroux, ondertekend door ene Francois Leyens *. Die laatste was blijkbaar de eigenaar van de verzameling gezien de inhoud van alle andere epistels. De brave inwoner van Flawinne belde daarop het Dutroux-team van de politie in Neufchâteau en om half negen ‘savonds nam eenofficier van die club het koffertje met inhoud in ontvangst.
Op het bureau werd vastgesteld dat het een tijdje in een vochtige ruimte moest hebben gelegen omdat het een schimmelig luchtje verspreidde. De in totaal 59 documenten, voor een groot deel bestaand uit faxen, dateerden uit de jaren 1991 – 1994 en waren voornamelijk gerelateerd aan de firma Handel aan de Route de Lustin 156 in het dorp Dave bij Namen. De firma van Francois Leyens. Tot de collectie behoorden naast strikt zakelijke exemplaren ook een briefje van een broeder Adrien in Ouagadougou en een paar faxen in een Slavische taal, afkomstig uit het voormalige oostblok. Leyens had dus inderdaad connecties achter het inmiddels opgetrokken IJzeren Gordijn en wellicht dus ook in Roemenië.
Alvorens hem aan de tand te voelen eerst nog even kijken of onze Francois bekend was bij Justitie. En jawel: een gevalletje zwendel op 21 februari 1993, een door hem zelf in elkaar gezet schadegevalletje op 19 september 1995 en een gevalletje valsheid in geschrifte op 1 augustus 1996. Dat laatste liep aardig in de pas met het briefje aan Dutroux, waaruit viel op te maken dat Francois in juli al in grote financiële shit verkeerde had en daarom graag zag dat het Roemeense project van start ging.
Tijd om Francois Leyens eens met een bezoek te vereren.
Stay tuned.

* voor de tekst zie aflevering 1.

  • Datum: .

maandag 10 januari-2005
Zal je het zelf wezen. Toen de speurneuzen uit Neufchâteau bij Francois Leyens aanklopten erkende deze wel met gezwinde spoed dat het koffertje met de oude paperassen uit de periode 1991 – 1994 inderdaad van hem was. Maar hij had het nooit gemist, want het had ergens in de kelder gelegen en de inhoud was niet meer van belang. Dutroux kende hij om de dooie dood niet en dat briefje was niet van hem. Het was niet eens zijn handschrift. Iemand uit zijn naaste wilde hem blijkbaar naaien vanwege een conflict uit het verleden. En Francois noemde een paar namenvan mensen die hij daarvoor aanzag.
Wat dat handschrift betreft leek hij gelijk te hebben. Voor een leek was het briefje aan Dutroux inderdaad niet door hem geschreven. De zwaailichten van Neufchâteau gingen aan de slag met de nieuwe gegevens en verhoorden de mensen die Leyens als verdachte had aangewezen plus wat familieleden. Daar kwam niks zinnigs uit. Dan maar een grafologisch testje ertegenaan gesmakt. En wat denk je? De in het geweer geroepen expert kwam tot de conclusie dat Francois wel degelijk de schrijver van het briefje was. Oftewel: Francois was zo goochem geweest om zijn handschrift te verdraaien bij het schrijven van het heikele epistel. Maar al is de hanepoot nog zo snel de grafoloog achterhaalt hem wel.
Als eenvoudige boerenleut zou je dan toch zeggen dat een verder diepgaand onderzoek gerechtvaardigd was. Ondanks de ontkenningen van Leyens. Je gaat bijvoorbeeld eens goed neuzen in de zakelijke contacten die hij blijkens de papieren in het koffertje en zijn eigen verklaringen inderdaad had onderhouden met lieden uit het vroegere oostblok. Zo kwam naar voren dat hij in de jaren negentig trips naar Tsjechië had gemaakt. Ondermeer naar het vakantieoord Teplice. En laat meneer Dutroux dààr nou net een van de weinige video’s van naakte kinderen hebben geschoten die hij ooit in zijn smerige carrière zelf heeft geproduceerd. Toch een prettige link. Niks mee gedaan.
Dat gold evenzeer voor de aanwijzing in Leyens’ brief dat zijn twee zoons volledig op de hoogte waren van de ins en outs van het geplande project met Roemeense kinderen en dat hun firma als cover moest dienen. Geen hol mee gedaan.
Het onderzoek leek dood te bloeden als een geit na een M16-behandeling, maar een vermeende poging van Dutroux tot ontvoering van een tienjarig meisje in Dave, de woonplaats van Leyens, hield de zaak tegen hem nog even in leven. Stay desperately tuned.

  • Datum: .

maandag 17 januari-2005
In de vorige aflevering brachten we het al even ter sprake: in Dave, de woonplaats van Francois Leyens, zou Dutroux geprobeerd hebben een meisje te ontvoeren. De politie van Neufchâteau ging serieus op speur nadat een getuige op 18/8/96 haar vermoedens had laten vastleggen in een officieel proces verbaal. Die verklaring luidde aldus:

“Nadat ik onlangs op de radio het nodige had gehoord over het ontvoeren van kinderen raakte ik van mijn stuk toen er werd gemeld dat de dader gebruikmaakte van een wit vervoersbusje.

Zo’n drie tot vier maanden geleden was ik in mijn tweede woning in Dave, Rue de Lustin86, samen met mijn man en mijn kleindochter van tien. Zij ging de post ophalen uit de brievenbus. Die staat buiten ongeveer 8 meter van de voordeur vandaan. Op dat moment bevond ik mij in de salon beneden aan de voorkant van het huis en mijn man zette de wagen weg achter het huis. Toen ik de gordijnen opendeed zag ik een wit busje plotseling stoppen achter de heg. Ik ben naar buiten gegaan en zag de achterdeuren van het busje wijd open staan. Er stapte een man uit aan de kant van de passagierstoel en ik vroeg hem wat er aan de hand was. Hij zei: “Er zit iets los in de wagen of er rolt wat heen en weer”. Ik ben weer naar binnen gegaan met mijn kleindochter, die geen contact met die meneer heeft gehad. Ik heb alleen maar het profiel van die man gezien, want hij heeft me niet aangekeken. Hij zat volgens mij alleen in de auto.
Toen ik laatst naar de televisie zat te kijken herkende ik Dutroux. Hij was de man van dat witte busje. Het zag eruit als een soort leveranciersbus. Ik heb meteen aan mijn man verteld wat er gebeurd was. Ik heb het busje niet zien wegrijden.

Ik weet het zeker. Dutroux stond met zijn witte busje drie, vier maanden geleden voor mijn huis in Dave, op een zaterdagmorgen rond kwart over elf.

Ik word liever niet geconfronteerd met die meneer. Ook niet achter glas
”.

Dat laatste was een beetje jammer. Niettemin gingen de snuffelaars van Neufchâteau met de schaarse gegevens toch aan de slag. Dat het onderzoek veel zou opleveren was net zo twijfelachtig als het optreden van de gebroeders Lippens in een travestietenshow. Tot in oktober in Flawinne het koffertje van Francois Leyens uit Dave werd gevonden. Met onderandere een briefje aan Dutroux. Je hoeft geen Kuifje te zijn om de twee zaken aan elkaar te knopen. Maar onze Francois bleek een zware kluif te zijn. En dan bedoelen we niet voor Bobbie. Stay sniffingly tuned.

  • Datum: .

maandag 24 januari-2005
Dan gaan we nu maar eens over naar de verklaringen van Francois Leyens zelf. De Davenaar die verdacht werd van louche contacten met Dutroux. Allereerst de weerslag van een gezellige kout tussen Francois en de gerechtelijke snuffelaars op 10 februari 1998. Die luidde aldus:

“Ik was tot 1988 een grootondernemer in het bouwvervoer, in de bouw zelf en in de electriciteitsvoorziening. Ik heb ongeveer 500 man in dienst gehad. In 1988 ging ik failliet.
Ik ben toen in een grote depressie geraakt.
In 1990 heb ik geprobeerd een handel in tweedehands auto’s van de grond te trekken. Dat heeft anderhalf jaar geduurdtot ik me realiseerde dat die handel meer iets was voor scharrelaars. Daarom ben ik met die handel gestopt.

In 1992/1993 heb ik geprobeerd iets anders op te zetten. Ik wilde prefabwoningen importeren van een onderneming in Roemenië. Ik heb er twee hierheen laten komen en daarna ging de boel over de kop. In antwoord op uw vraag: ik heb door heel Oost-Europa gereisd.

Ik moet u nog even zeggen dat ik vorig jaar al ben gehoord door een onderzoeksteam van Neufchâteau. Op een bepaalde dag is bij mij uit de kelder een koffertje ontvreemd. Daar wist ik niks van. Zo’n twee jaar geleden is dat in Flawinne teruggevonden. En een of andere schooier heeft daar toen een briefje ingestopt dat geadresseerd was aan Marc Dutroux.

Rechter Comeliau is daarvan op de hoogte. Men heeft mij daarover vragen gesteld. Maar ik heb uiteraard niks te maken met Dutroux. Ik ken hem helemaal niet. U stelt me dezelfde vraag en ik antwoord opnieuw dat ik hem nog nooit heb gezien. Hij is nooit bij mij in Dave geweest met zijn busje. Ik ken niemand uit zijn omgeving. De enige die ik ken met een wit busje is ene Jacques Delmée uit Lustin. Hij lijkt in de verte wel wat op Dutroux. Hij is mecanicien en hij komt me van tijd tot tijd even gedag zeggen
”.

Ach, weer eens wat anders. Jacques Delmée. Een dubbelganger met toevallig ook een wit busje. Nou was die inderdaad ook al voorbijgekomen in de verklaringen van Leyens tegenover de gerenommeerde speurneuzen uit Neufchâteau. En ook die hebben wij tot onze beschikking. Dus u kunt in de volgende episode weer meegenieten. So, stay tuned.

  • Datum: .

zondag 13 februari-2005
Even recapituleren. Op 18 oktober 1996 vond een inwoner van het Waalse dorp Flawinne op straat een koffertje met papieren waaronder een briefje aan Dutroux. In dat briefje werd gereleveerd aan een huis dat adequaat was ingericht om Roemeense kleine meisjes te ontvangen. Niet voor een leuke vakantie in België, maar voor het maken van pornofilms.

Het koffertje bleek gestolen te zijn van Francois Leyens uit diens woning aan de Rue de Lustin in de Waalse metropool Dave. Hij zou de diefstal ervan niet eens gemerkt hebben omdat het ging om een koffertje met oude administratieve gegevens dat ergens in dekelder had gelegen.

Uit die gegevens bleek overigens dat Francois over stevige contacten in het voormalige oostblok beschikte. Ondermeer in Roemenië. Maar nee, dat briefje aan Dutroux had hij niet geschreven. Dat moest een of andere onverlaat bij de andere papieren hebben gestoken om hem zwart te maken.

Ten tijde van het onderzoek deed een getuige aangifte van een brief encounter met Marc Dutroux, die volgens haar een poging had ondernomen om met een wit bestelbusje haar tienjarige kleindochter te kidnappen bij haar tweede huis aan de Rue de Lustin in Dave. Leuk detail voor de speurneuzen die bezig waren met het wassen en watergolven van Leyens. Die woonde namelijk aan dezelfde Rue de Lustin.

De kidnap werd in de kiem gesmoord omdat oma tijdig op de plek des onheils arriveerde. Het onderzoek naar deze zaak raakte in de berm. Er kon niet met zekerheid worden vastgesteld dat de man die bij het tweede huis van de getuige verdacht had staan te scharrelen bij zijn bestelbusje inderdaad Dutroux was geweest. Aan Dutroux zelf werd niks gevraagd.

Hoe dit zij, uit grafologisch onderzoek bleek dat Leyens wel degelijk het “Roemeense” briefje had geschreven. Maar dat was niet voldoende om hem achter het gaas te dumpen. Er moesten nog meer harde bewijzen worden opgespit. En juist dat schoot niet erg op. O zeker, de speurneuzen vonden uit dat Francois jarenlang enthousiast met de echtgenote van voormalig werknemer Jacques Delmée had gekofferd. Bij tijd en wijle zelfs in een echt kasteel. En waar associeer je tegenwoordig Belgische kastelen mee? Precies. Met orgiëen en kinderarbeid. Maar nee, niks te vinden. De zaak tegen Leyens bloedde langzaam dood.

Tuurlijk, met name de gerenommeerde spekzolen van Neufchâteau hebben zich best wel ingespannen om een gat te vinden in de taaie verdediging van Francois. Maar merkwaardigerwijs zijn diens zoons nooit aandachtig geroosterd. Terwijl ze toch ook prominent in het briefje ten tonele werden gevoerd. Onderzoek naar een aantal figuren in Roemenië die met naam en toenaam in de administratie van vader Leyens voorkwamen is voor zover waarneembaar nooit uitgevoerd. Onderzoek naar Leyen’s connecties in het Waalse wereldje van handelaren in tweedehands auto’s waarin Dutroux geen onbekende was idem dito. De link met het Tsjechische vakantieoord Teplice waar Dutroux notabene zelf zijn enige eigen kinderpornoproductie op video vastlegde werd blijkbaar over het hoofd gezien. Kortom, elk eventueel spoor dat kon leiden naar de ontdekking van een netwerk werd nauwlettend ontweken. Geen gezeur over netwerken alstublieft. Het dossier werd uiteindelijk opgelucht door onderzoekrechter Jacques Langlois terzijde geschoven. Case dismissed. Zoals zovele.

  • Datum: .

woensdag 16 februari-2005
Toch nog even nazeiken over dat dossier-Leyens dat ooit schielijk en met een diepe zucht door onderzoeksrechter Jacques Langlois terzijde is geschoven. In dat dossier was namelijk ook een verklaring opgenomen van Hélène Salmain uit Namen. Die kwam tegenover een paar speurneuzen tot de volgende niet oninteressante ontboezeming:

"Wat Dutroux betreft viel mij iets te binnen toen ik hem op de televisie zag. Ik meen hem herkend te hebben als iemand die bij genoemde Leyens over de vloer kwam. Leyens is een ondernemer van een jaar of zestig die in Dave woont vlak bij de stuwdam van Tailfer.

Het is hetlaatste huis voor de sluis. Ik heb Dutroux gezien op Leyen’s erf. Hij stapte uit een wit bestelbusje en glimlachte naar me toen ik met mijn wagen voorbijreed. Het was op een zaterdagochtend, een hele tijd voordat Julie en Melissa werden gevonden
”.

Dat is dus de tweede getuige die verklaarde dat zij Dutroux had gezien in de buurt van Francois Leyens*. Maar hé, Langlois is geen Connerotte. De onderste steen boven? Nog niet eens de bovenste.

* Zie ook aflevering 4 van deze serie dd. 17 januari.

  • Datum: .