Skip to main content

dinsdag 6 januari-2004
Heeft de koningin ons net duidelijk gemaakt dat het Oranjehuis gewoon de middelvinger opsteekt bij slechte publiciteit of er nadert al weer nieuwe narigheid. En opnieuw gaat het over haar vader. De voormalige SS-er, NSDAP-er, Observator, verzetsheld, Bilderbergvader, Peronvriend, Lockheedpropagandist, anti-parlementariër, verdediger van AH-personeel en andere in het wild levende diersoorten etcetera etcetera. Morgen verschijnt namelijk het artikel “Het Correggio-mysterie. De vlieger van de Prins, een Duitse spion en een verdwenen schilderij” van de hand van Ton Biesemaat, een vrij verse strijder aan het Bernhardfront. In het artikel wordt aandacht besteed aan de verdwijning van een werk van de middeleeuwsemeester Antonio Allegro Correggio. Het werd keurig verpakt in Bern ergens in februari 1947 overhandigd aan jhr. Bosch van Rosenthal, onze toenmalige ambassadeur in Zwitserland. Het was bestemd voor prins Bernhard. Of Bosch het even per diplomatieke post naar ZKH wilde sturen. Nou wist Bosch dat een van de aanbieders, de Hongaar Leo Blumgrund, bij de prins over de vloer kwam en gewapend met een prinselijk vrijgeleide heel Oosteuropa afstruinde op zoek naar koopjes. Zelfs in de door de Russen bezette gebieden. En verder was Leo zaakwaarnemer geweest van een in 1944 in Hongarije overleden oom van Bernhard. De metgezel van Leo tijdens de séance bij Bosch was prins Alfred zur Lippe-Weissenfeld. Een familielid van ZKH die voor allerlei suspecte hoogstandjes in de kunsthandel domicilie had gekozen in de Villa Favorita in Lugano. Dat was de toenmalige woning van Hans Heinrich Thyssen Bornemisza, erfgenaam van het Thyssenconcern dat net als prins Bernhard tijdens de oorlog connecties had onderhouden met de Union Banking Corporation waar door de familie Bush enorme Duitse kapitalen netjes beheerd werden tot de bui over was (1). De later als kunstverzamelaar bij uitstek bekend geworden Hans Heinrich was kort na het einde van de oorlog getrouwd met de dochter van prins Alfred en daarmee was diens aanwezigheid in Villa Favorita snel verklaard. Hoe dit ook allemaal zij, Bosch vertrouwde het zaakje niet voor een strekkende meter en legde de hot potato van Correggio bij Den Haag neer. Daar waren ze er snel klaar mee. Bosch kreeg geen toestemming om het meesterwerk per diplomatieke post naar Nederland te sturen. Geen nood. Bernhard gaf na de weigering een seintje aan zijn paladijn kapitein-piloot Gerben Sonderman en die haalde met het regeringsvliegtuig de Correggio op uit Zwitserland. Eenmaal in Nederland zou het doek zijn overgedragen aan ene “Monsieur Röell” die een topfunctie bekleedde bij een Amsterdams museum. Sindsdien is het van de aardbodem verdwenen. Al dan niet met assistentie van Alois Miedl. Een beruchte kunstzwendelaar en ex-Abwehrspion die zowel voor als tijdens en na de oorlog warme connecties onderhield met de prins en Sonderman (2). Opnieuw is een stukje van de Bernhardpuzzel op de juiste plek gelegd. Voor nog veel meer verbluffende details uit deze kwalijk riekende affaire verwijzen wij naar het artikel in De Groene. Is het hallucinatie of horen wij echt gestamp uit het paleis Noordeinde opklinken?

(1) Zie de serie Bush, de Nazi's en de BV Soestdijk" op de Followup-site.
(2) Zie het artikel "Tango dissonante" op de site van de Morgenster.

 

  • Datum: .

dinsdag 13 januari-2004
Nou, nou, nou. Wat een reacties in de Nederlandse pers over Ton Biesemaat’s artikel in De Groene Amsterdammer. Gigantisch. Overweldigend. Kon je natuurlijk ook verwachten hè? Na Margarita’s schroefje, Mabel’s wip en Friso’s vinger nu opa’s schilderij. Gefundenes Fressen niet waar? Niet waar dus. Een bulderende stilte volgde. Daarmee meteen het nut aantonend van sites als Kleintje Muurkrant. Want wij laten dit soort smakelijke happen niet graag aan ons voorbijgaan. Een prins der Nederlanden die een Correggio smokkelt met een regeringsvliegtuig en met hulp van lieden uit Hitler’s spionageapparaat is namelijk qua schandaal o.i. van een hogere orde danbijvoorbeeld Rob Oudkerk’s hang naar geïmporteerd genot. Het schilderij in kwestie was klein van formaat. Het was ingepakt waardoor we niet weten wat erop stond afgebeeld. Jammer, maar helaas. De grootste verzameling Correggio’s was zowel voor als tijdens de oorlog te vinden in Dresden. Daartoe behoorde ook “De boetvaardige Magdalena” van 29 x 39 centimeter. Bij het naderen van de geallieerde troepen verhuisde de verzameling op 28 en 29 april van de Albrechtsburg naar een tunnel bij Gross Cotta. De laatste officiële melding dat de Magdalena zich daar nog steeds bevond dateert van 24 mei 1945. Daarna was het waanzinnig waardevolle schilderij verdwenen. Of het identiek was aan het door de twee Nederlandse verzetshelden naar Amsterdam getransporteerde kunstwerk weten we niet. Maar gezien het feit dat Bernhard eerst een poging ondernam om het via de diplomatieke post naar Nederland te krikken alsof het een pond koffie voor zijn moeder was en toen dat niet lukte vriend Sonderman het zaakje liet opknappen met het regeringsvliegtuig is dat heel goed mogelijk. Aan wie het is verpatst blijft de vraag. In het circuit gonst de naam van generaal Walter Bedell Smith rond. Tijdens de oorlog chef staf van Eisenhower, daarna onderandere drie jaar ambassadeur in Moskou, hoofd van de CIA en een van de founding fathers van Bilderberg. Uiteraard ook lid van Bernhard’s formidabele vriendenkring. Walter kwam onze “nummer 1” in die jaren herhaaldelijk opzoeken. Onder andere om zijn aandeel in de winst op de verkoop van een Amerikaans stukje speelgoed te innen dat Bernhard aan deze kant van de plas op de markt had gebracht. Daarvoor liet hij zich met een bommenwerper naar Soesterberg overvliegen, op schootsafstand van Soestdijk. U begrijpt waar we heen willen? We bedoelen maar.

  • Datum: .

woensdag 14 januari-2004
Op 19 augustus vorig jaar besteedden wij onder het kopje SGS aandacht aan een paar geruchtmakende gebeurtenissen die zich hadden voorgedaan bij de Société Générale de Surveillance. Een Geneefse onderneming die zich al sinds 1887 bezighoudt met controlerende werkzaamheden binnen de internationale handel in agrarische producten, olie, gas, chemicaliën, ertsen, metalen, kunstmest en meer van dat moois dat de wereldeconomie zo spannend houdt. Die werkzaamheden bestonden ondermeer uit de verificatie, het testen en het certificeren van in- en uitgaande goederen. Met name in Derde Wereldlanden. Verder verleent SGS dit soort diensten nog in allerlei sectoren van het internationale bedrijfsleven. Geenmisselijke club dus. Een echte duizendpoot. Maar dan wel een die af en toe met een van zijn duizend schoentjes in de stront trapt. Zo verwierf SGS in Pakistan in de jaren 80/90 een paar uiterst smakelijke contracten door toenmalig premier Benazir Buttho en haar echtgenoot te behagen met 12 miljoen dollar aan steekpenningen. Eenzelfde geintje zou zich een paar jaar geleden hebben afgespeeld waarbij de Franse directeur-generaal van het EU-departement van landbouw zijn zakken zou hebben gevuld bij een door SGS gecontroleerde leverantie van landbouwproducten aan China. Oud nieuws. Nog ouder, maar misschien niet zo bekend is het feit dat ene Friedrich Schwend in de naoorlogse jaren een zeer gevulde account had bij de SGS onder nummer 930. Schwend was een cosmopolitische Duitse zakenman die tijdens de oorlog verantwoordelijk was voor de witwasafdeling van Operatie Bernhard (*). Een formidabele Duitse valsgeldoperatie die ooit bedoeld was om de Brits-Amerikaanse economie een optater van habeichdichdort te bezorgen, maar in een later stadium diende om de Duitse spionagediensten op poten te houden. Een van de agenten van Schwend was de in Nederland verblijvende Alois Miedl, de goede vriend van Reichsmarschall Goering, prins Bernhard en diens vliegende paladijn Gerben Sonderman. Met witgewassen poen van de Operatie Bernhard en toestemming van Schwend zette Miedl in 1944 een schilderijenhandel in Spanje op. Mogelijk de basis voor de naoorlogse kunstactiviteiten van onze prins. Wat er verder is gebeurd met het deposito van Schwend bij SGS vermeldt de historie niet. Maar het is zo al erg genoeg.

(*) Zou vernoemd zijn naar de leider van het project SS-Sturmbannführer Bernhard Krüger, de vervalsingsexpert van Heinrich Himmler.

  • Datum: .

zaterdag 17 januari-2004
Goed. Oké. We weten nog steeds niet zeker aan wie prins Bernhard de Correggio verpatst heeft. Maar dat ie met die godvergeten Alois Miedl in de handel heeft gezeten van schilderijen die in de oorlogsjaren en kort daarna voor een krabbel waren gekocht is zeker. We zullen maar niet filosoferen over de vraag van wie die schilderijen oorspronkelijk geweest zouden kunnen zijn, want dan worden we alsnog misselijk. Misschien was het bezoekje dat de twee ex-spionnen van het Derde Rijk in 1951 brachten aan de Zwitserse wapenhandelaar en kunstverzamelaar Emil Bührle (1) niet het ultieme bewijs dat zij zichgezamenlijk in de kunsthandel hadden gestort. Misschien sondeerden zij naar Emil’s interesse voor een stukje kinderspeelgoed. Maar dat zij samen met verzetsheld Gerben Sonderman (2) “oude schilderijen” verkwanselden aan of via de Amerikaanse generaal Walter Bedell Smith staat vast. Want wat vonden wij terug in het al eerder gememoreerde artikel “Het Correggio-mysterie” van Ton Biesemaat? Deze twee citaten:
“Zo heeft hij een handeltje in schilderijen met Bedell Smith, de directeur van de CIA” en “Ze worden getransporteerd door een militair toestel, dat van Soesterberg (vlakbij paleis Soestdijk) direct naar de VS vliegt. De prins krijgt voor elkaar dat hij geen invoerrechten hoeft te betalen”.
Beide citaten zijn afkomstig van auteur Philip Dröge, respectievelijk uit diens in 2002 verschenen boek “Beroep meesterspion. Het geheime leven van Prins Bernhard” en het artikel over de “BV Bernhard” in de laatste editie van de Quote 500. Waar had Dröge zijn wijsheid vandaan? Uit een brief van Bernhard aan Eisenhower die hij had opgedolven uit diens pre-presedential files. Te vinden in de Eisenhower Presedential Library in Abilene, Kansas. Een openbare instelling. Dus wat let ons om op speur te gaan naar de hele inhoud van die brief? Niks. Stay tuned.

(1) Zie voor hem ook het artikel “De CDU-affaire” op de site van de Morgenster.

(2) Meer over Sonderman in het uit april 2000 gepubliceerde artikel “Tango dissonante” op de site van de Morgenster.

  • Datum: .

maandag 19 januari-2004
De brief van Bernhard aan de toen al voor het presidentschap warm lopende generaal b.d. Dwight D. Eisenhower (alias Ike) dateert van 5 december 1951. De vertaling van de integrale tekst luidt aldus:
Mijn beste Ike,
Nogmaals heel hartelijk bedankt voor je gastvrije en vriendelijke onthaal en vooral de tijd die je me gunde om met je te praten. Ik heb er buitengewoon van genoten. Ik heb onze militaire attaché bewogen om de hotelrekening van mijn vliegtuigbemanning te betalen en ben maandag gezond en wel teruggekeerd. Ik heb hem verder op het hart gedrukt alle details over ons vliegveld overte dragen aan jouw piloot, in de goede hoop dat je het de twintigste voor elkaar krijgt. Tussen haakjes: ik heb hier nog een paar redelijk grote schilderijen voor Bedell. Volgens hem worden er geen invoerrechten geheven op antieke schilderijen. Als dat juist is zou ik ze dan misschien op de een of andere manier naar jou toe kunnen sturen en hem ze dan laten oppikken als jouw vliegtuig weer eens Washington aandoet? Zou je me kunnen laten weten of dat geen bezwaar is? Ze zijn nogal waardevol en om ze met de KLM mee te sturen zou teveel kosten. Maar dan moet het natuurlijk wel zeker zijn dat er geen invoerrechten op geheven worden. Ik hoop dat je vrouw zich weer wat beter voelt. Juliana doet jullie de hartelijke groeten.
Hopende je spoedig hier te zien,

Hoogachtend, Bernhard


Ook goeie morgen.

  • Datum: .

dinsdag 20 januari-2004
Overweldigende reacties op onze bijdrage van gisteren. De vertaling van de brief van Bernhard aan Ike. Maar meteen ook verzoeken om de oorspronkelijke Engelse tekst af te drukken. Kan hoor. Bij deze.

  • Datum: .

woensdag 4 februari-2004
Zo vader zo zoon. Dankzij de noeste arbeid van journalist Ton Biesemaat die zijn weerslag vond in De Groene Amsterdammer weten we inmiddels dat Prins Alfred zur Lippe - Weissenfeld begin 1947 ervoor zorgde dat een aan Correggio toegeschreven schilderij op irreguliere wijze werd overgeheveld naar zijn familielid op Soestdijk. Verder mogen we met enige zekerheid veronderstellen dat onze ouwe Alfred eveneens aan de wieg heeft gestaan van de schilderijenverzameling van Hans Heinrich Thyssen Bornemisza met wie zijn dochter in augustus 1946 in het huwelijk was getreden. Maar prins Alfred had ook een zoon: de in 1922 in Wenengeboren Alfred Karl Friedrich Georg Franz. En die had een aardje naar zijn vaartje. Ook deze Alfred nam het namelijk niet zo nauw met de regels en raakte in 1979 verstrikt in een formidabel kunstschandaal op Cyprus. Zur Lippe junior vertoefde daar namens de Verenigde Naties als coördinator van de hulpverlening aan het eiland. Op 14 september van dat jaar werd hij aangehouden met een los bosje Cypriotische kunstwerken en iconen, waarvan sommige exemplaren zelfs tot twee keer aan toe waren gestolen op het Turkse deel van het eiland. Zijn vriend, de toenmalige secretaris-generaal van de VN Kurt Waldheim, trad voor hem in het krijt en zegde een intern onderzoek toe. Mocht Alfred schuldig worden bevonden dan hing hem een zware straf boven het hoofd. De Grieks-Cypriotische autoriteiten gingen daarmee accoord en lieten de adellijke laaienlichter vertrekken. Prins Alfred werd wel schuldig bevonden, maar straf bleef haast vanzelfsprekend uit. Nou ja, hij werd ontslagen en moest 3000 dollar per jaar inleveren van zijn luxueuze pensioen. Peanuts dus. Opnieuw lieten de Grieks-Cyprioten over zich heen walsen. Ook al omdat twee telgen van hoogwaardigheidsbekleders aan de Griekse kant van het eiland bij Alfred’s smokkelring betrokken bleken te zijn. En dan ben je als regering al gauw geneigd de zaak maar op zijn beloop te laten. Ook al omdat je Waldheim niet voor zijn schenen wil schoppen. Vraag blijft of het kind van zijn vader gepakt werd bij zijn eerste poging om een lading unieke kunstvoorwerpen het land uit te smokkelen of dat hij daarvóór wel succesvol was geweest. En of hij dezelfde smokkellijnen gebruikte als zijn in 1970 overleden Alfred senior. Als dat laatste zo is, kunnen we misschien op dit terrein nog meer causes célèbres verwachten uit Soestdijk. Stay tuned.

 

  • Datum: .