Skip to main content

Elke avond om kwart over zes wordt ons straatje versperd door een Germaanse god. Odin leest het in kloeke letters op de al even kloeke vrachtwagen. Odin is de naam van de handel in antroposofisch allerlei waarvan het winkeltje tegenover ons afnemer is. Het Germaanse vrachtje wordt gelost op een christelijke tijd, als de buurt zit te eten, en om die reden door die buurt tot nu toe gedoogd. Maar mindere goden liggen onder vuur.

Van de week was het de beurt van de melkboer. Hij parkeerde voor het winkeltje op het midden van de tropisch warme dag, liet zijn motor tijdens het lossen stationair draaien en reageerde met een claxonconcert op ons protest. Buurman Stef dreigde hem te gaan filmen en ‘op het internet te gooien’. En van de eigenaar van de winkel vertelde hij ongevraagd en tot drie keer toe dat deze ‘een Jood is en een Jood is het alleen om geld te doen’.

Onze buurt komt niet in de winkel, en ik hoop zo dat dat niet is omdat de eigenaar een Jood zou zijn. Appie -zo heet ie echt- hanteert prijzen die Stef con suis niet kunnen betalen. Wij zaten eens verlegen om koffiemelk en ik ging met een zak over mijn hoofd naar de nering van Appie om daar bijna vier euro neer te tellen voor het kleinste formaat flesje van Frisia. In het voorbijgaan zag ik in de koeling verantwoorde appelpunten liggen van acht euro het stuk.

Appie’s klanten komen dus van verre, en ik denk wel es uit een heel ander universum. Het is voor onze vensters een komen en weer gaan van vooral vrouwen in steevast roze- of violette-gekleurde lange, wijde plooijurken en een enkele man met haar en baard tot op de heupen. Een soort van Amish, maar dan in zuurstokkleuren. Het volkje berijdt -elektrische- auto’s en bakfietsen waarin twee of drie kleine soofjes passen.

De kleinste kinderen brengen de dag door in een verantwoorde opvang om de hoek, de oudere bezoeken de middelbare Vrije School, een hoek verderop. De lagere Vrije School ligt tweehonderd meter bij ons vandaan, in het park achter het huis waar ik ben opgegroeid. De winkelstraat achter de onze is vergeven van de sofische boekwinkeltjes en zaakjes waar je jezelf kunt vinden volgens de richtlijnen van Steiner.

Voorlopig is het verzet tegen Appie alleen nog maar ingegeven door de overlast die zijn winkel geeft in onze smalle, oude straat. Maar ik zie Appie als deel van een groter probleem: mijn geboortestadje is het domein van de antroposofische sekte geworden. Het volkje van kwezels en kwakdenkers drijft de prijzen van huizen en andere zaken op, verdrijft de oorspronkelijke bewoners en vergiftigt de publieke opinie met extreemrechts gedachtegoed…

(JoopFinland)

  • Datum: .

Verwondering en bewondering. Dat zijn de twee termen waarmee de schrijfster haar ontmoeting met antroposofen samenvat. Ilse Marrevee schreef, een tijdje geleden alweer, het boekje Antroposofie ontmoet (2015). Een paar weken geleden hield zij een lezing over het ding in de plaatselijke bieb. Ik heb die niet bezocht. Niet alleen omdat je er tien hele euro’s voor moest neertellen, en omdat ik in het publiek waarschijnlijk de enige met een mondkapje zou zijn geweest. Neen, ik zag in de flaptekst van het boekje dat feitelijk een optelsom van een tiental interviews is, dat maar één naam van de ondervraagden bij mij een belletje deed rinkelen. De rest is dus import, is voor een deel waarschijnlijk ook al weer verder gebakfietst, en kan dus geen licht werpen op mijn vraag wanneer en vooral waarom zoveel discipelen van Steiner in mijn geboortestadje zijn neergestreken.

Die ene is Karel Freeve. Dat was de huisarts van mijn ouders, in de jaren tachtig, en volgens hen ‘niet zo’n goeie’. Die waardering doet er hier niet toe, belangrijker is dat Freeve de opvolger was van ‘dokter Bos’. Een legendarische verschijning uit mijn kinderjaren. Dat begon al op de straat voor mijn geboortehuis waar de dokter de nodige bekijks trok omdat hij zich met zijn bijna twee meter uit een Heinkel scooter wurmde, een soort bakfiets met een motor en een deurtje. Maar ook eenmaal binnen, in het veel te grote gezin, bleef elk bezoek van de man nog lang in de herinnering. Omdat hij voor iedereen even tijd had. Bos had voor ons het beste van alle medicijnen meegebracht: aandacht. Al bestond die maar uit eventjes een hand op je hoofd of een woordje of twee, ze was de balsem voor negen kwetsbare zielen.

Bij mijn ouders kon ‘dokter Bos’ niet stuk. Pas veel later begreep ik dat ze met reeds een kind en een ander op komst dat geboortehuis van mij hadden kunnen betrekken na bemiddeling van deze huisarts. Mijn vader was reeds getrouwd toen hij mijn moeder ontmoette, en ‘hokkende’ paartjes waren veroordeeld tot een krottenwijk. Bos kreeg ze in de tweekamerwoning in de eerste naoorlogse uitbreiding van het stadje. En het was ook Bos die mijn vader vijftien jaar nadien deed inzien dat er met negen mensen in die twee kamertjes niet alleen gebrek aan ruimte ontstond maar ook de gezondheid van zijn vrouw gevaar liep.

Weer iets later kreeg Bos een voornaam: Maarten. En laat het nu juist Maarten Bos zijn die naar verluidt aan de basis stond van de ‘antroposifering’ van het stadje. Het zij zo, belangrijk hier is dat Bos dus geen missie pleegde. Nooit heb ik mijn moeder -haar streng-christelijke achtergrond zou daar zonder meer aanleiding toe hebben gegeven- horen refereren aan zoiets als Bos-en-de-sofen. Sterker: toen eind jaren zeventig de eerste Vrijeschool verrees gebeurde dat in zeg maar de achtertuin van het huis waar ik opgegroeid ben. Die grensde aan een hertenkampje, en mijn moeder bekeek het vreemdsoortige optrekje en zei: ‘Dat zal wel een nieuw hok voor die beesten moeten worden’. De term antroposofie heb ik uit haar mond nooit vernomen…

(JoopFinland)

  • Datum: .

‘Alles hier was rood!’ Uit de mond van buurman Stef klinkt ‘rood’ net zo verontwaardigd als de term ‘Jood’ die hij in het eerste deeltje van deze serie bezigde. Het mannetje pleegt zelf zijn stem uit te brengen op een van de twee ‘burger’partijtjes in deze stad, waarvan overigens tenminste eentje is voortgekomen uit de PvdA...

Alles was dus inderdaad PvdA hier, in de zeventiger jaren toen ik tot politieke wasdom kwam. De sociaaldemocratie had een meerderheid in de gemeenteraad en de burgemeester was ook van de PvdA. Het leek hier wel Nijmegen in die dagen. Of Groningen. In het historische centrum had de auto vrij spel en ten zuiden ervan verrezen de lelijkste flats van het land.

‘Je had Bijl, en Winsemius en de ergste van allemaal, Luesink!’ Stef kent de boosdoeners van achternaam, ik weet ook hoe ze van voren heetten. Want de eerste twee wethouders kwamen van mijn school, en de laatste bij ons over de vloer. Die was trouwens niet van de PvdA maar in de ogen van buur dus nog een graadje erger, want groen.

Kees Luesink was vriendje van mijn broertje, en ik was vriendje met zijn zusje, Hanneke. Kees zou het tot bestuurslid van GroenLinks en tot burgemeester schoppen, mijn broer gooide het over een andere boeg. Toen Hanneke en ik veertien waren liet mijn broer me op school het blad van het Palestina Comité ronddelen en verzamelde Hanneke daar handtekeningen tegen de oorlog in Nam.

Piet Bijl, die zo veel van vadertje Marx weg had, gaf ons maatschappijleer. Ook hij was lid van het landelijk bestuur van zijn club en staat in de partij bekend als de Rode Baron. Maar dat Ben Winsemius ooit wethouder zou worden verbaast mij nog steeds. ‘Ielepiele’ werd het schuwe en broodmagere mannetje op school genoemd. Bovendien gaf hij wiskunde, les in dorheid …

Van Luesink en Bijl helemaal tot aan Stille Bennie: ze waren niet te betrappen op ook maar iets uit de Steinerei … Maar hoe kon dan toch uit de rode stad van de jaren zeventig de stad van de zwevers van nu ontstaan? Heeft de opgang van de anthroposofie te maken met de neergang van de sociaaldemocratie?

(JoopFinland)

  • Datum: .

In 2030 moet het afgelopen zijn met het onbevoegd voor de klas staan, maar in dit stadje veegt men met dit voornemen d’rlui reet af.

De inkt van het manifest van de onderwijsvakbond is nog niet droog of hier dwarrelt deur-aan-deur een sjieke folder op de mat. Vanwege de gebruikte bonte kleuren lijkt het nog eventjes op een pleidooi om onze uit het oliestaatje met tig gele kaarten en weer een verloren strafschopserie afgedropen ambassadeurs van vrijheid en gelijkheid met een applaus op straten, daken en balkons te verwelkomen. Maar de titel van het vlugschrift laat geen ruimte voor twijfel.

Auryn, zo heet het, op een ondergrond van violet en rose.

‘Auryn draag de ‘AU’ in zich, het scheikundige symbool voor het element goud. Goud als symbool voor de zon, de bron van het leven. Goud als symbool voor het bijzondere, het waardevolle, de essentie die je nastreeft in het leven.’

‘(Je kunt) Auryn zien als de alomvattende naam voor alles wat we het kind wensen, alles wat we nodig hebben om dit te verwezenlijken en de niet waarneembare krachten die de kinderen, ouders en leerkrachten begeleiden en de school zullen gaan omhullen met een glans.’

Genoeg? Genoeg, om te weten dat het hier om de voorgenomen oprichting van een school gaat. Een school ‘volgens de Waldorf-pedagogiek’, een vrijeschool dus. De zoveelste in het stadje.

De citaten hierboven komen van de website van de oprichters, in een stuk in de plaatselijke huis-aan-huiskrant gaan ze gezellig op de foto. En steken ze hun middelvinger op richting de onderwijscrisis in dit land.

Auryn gaat niet doen aan lesmateriaal, ben je gek? De docenten gaan hun eigen ding doen voor de klas, en met de klas. En die docenten hoeven ook niet bevoegd te zijn, ben je tweemaal gek?

Op de website leest het: ‘Welk voorbeeld geeft een leerkracht wanneer deze in zijn onderwijs orders uitvoert waar hij zelf niet achter kan staan? Of lesinhoud overbrengt die hij zinloos vindt of waarvan hij denkt dat ze een geheel ander doel dienen? De pedagogische vrijheid van de leerkrachten is een noodzakelijke voorwaarde voor waarachtig onderwijs.’

En in het krantje: ‘Wij stemmen ons onderwijs af op de ontwikkelingsbehoeften van het kind, iedere dag opnieuw. Daarom volgen we geen methodenboekjes maar ontwikkelen de lessen zelf.’

Het nieuwe speeltje van de Steinerclub in dit stadje heeft van genoeg sukkels steun gekregen om volgende augustus van start te mogen gaan, maar heeft nog geen plek. Oei… Vijftig meter verderop staat alles wat hier ooit middelbaar onderwijs huisvestte leeg… Als dat maar niet de speelweide van de pretvogels gaat worden…

Maar gelukkig is er ook het schandaal rond De Kompaan. Zo heet de onderwijsinstelling die tegenwoordig in een vleugel van mijn vroegere school zit, daar weg wil en iets nieuws en fruitigs liet bouwen ‘achter het station’.

‘Achter het station’ had je in mijn jeugd leegstaande fabrieken, verroeste treinrails en altijd slecht weer. Maar tegenwoordig wordt er genieuwbouwd. Voor het Steinervolk dat van heinde en verre opstoomt. Met veel verantwoord dit en dat en zegge en schrijve 1 verantwoorde pizzawinkel annex cadeaushop.

Daar werd dus ook gebouwd voor de Kompanen, maar wel twee keer zo duur als begroot. Zit het stadsbestuur lelijk mee in de maag. Dus waarom niet de aurieners geplempt naast die kompanen, allemaal met uitzicht op een ouwe muur, en lekker ver weg van de bewoonde wereld…?

(JoopFinland)

  • Datum: .

De pedagogiek van Steiner is niet uniek en ook niet zeldzaam. Aldus een reactie op het vorige deeltje in deze serie. Nee helaas, was dat maar zo, antwoorden wij hier weer op. Steiners denken staat in een lange en schier onuitroeibare traditie van racisme.

‘Wie seculier, wetenschappelijk gericht onderwijs wil, moet beseffen dat dit leidt tot een pragmatisch en materialistisch perspectief (…) Een klimaatvriendelijk en humanistisch onderwijs ontkomt niet aan een metafysica, een filosofie, een levenswijze die mens- en natuurvriendelijk is.’

Aldus de kern van het vervolg van die reactie.

Maar de school die ik in deeltje 3 beschrijf was helemaal niet seculier, want protestant-christelijk. En hoewel ze een afdeling Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs had, betaalde ze ook een salaris aan Frans Bannink.

Bannink was een klein, rond en grijs manneke met een bril waarachter vriendelijke oogjes je altijd lachend aankeken. De kabouter was onze godsdienstleraar. Nu zou je veronderstellen dat de godsdienstleraar van een prot-chr school een hervormde of gereformeerde achtergrond had.

Maar met Fransje was iets vreemds aan de hand.

Hou me ten goede, ik heb het mysterie van Frans Bannink achter me gelaten in mijn jeugd, dus nooit pogingen in het werk gesteld om er achter te komen hoe het werkelijk zat. Ik kan dus helemaal fout zitten, maar ik herinner mij Bannink als zijnde een rabbi.

Was het dat op die grijze ronde kruin van hem een keppeltje paste? Was het dat hij ons inwijdde in de allereerste beginselen van de Joodse gebedsdienst? Mijn broer wist in ieder geval zeker dat Fransje een Jood was, en nog wel een toegedane Zionist ook.

Die blaadjes van het Palestina Comité deelde ik rond in zijn klas.

Het fijne weet ik er dus niet van. Maar wel dat de lessen van Fransje voor ons veertien-, vijftienjarigen een rondtocht vormden door alles waarmee we thuis of in ons vriendenkringetje niet meteen in aanraking kwamen.

Bannink was gek op film. We keken samen met hem, naar Jesus Christ Superstar natuurlijk – en als ik me niet bedrieg wel drie of vier keer- maar ook naar Anna Karenina, en À Bout de Souffle. Maar de ware passie van het mannetje lag bij de esotherie.

Bannink introduceerde ons in de bonte wereld van de paranormale verschijnselen.

Het ging in zijn lessen vooral over tafeldansers en spiritistische séances. Over Rosemary Brown, een uit de kappersbladen van die tijd bekende Britse die beweerde muziek van gestorven componisten ‘door te geven’. En over de gewezen bisschop James Pike, wiens boek Contact met de doden ik met rode konen van opwinding las in de bieb omdat ik het niet mee naar huis durfde te nemen.

Dit was de levenswijze die ik op die school kreeg aangeboden. Verschilt die van die van een Vrije School? Dacht het wel. Laten we in de volgende deeltjes twee vrijescholieren aan het woord …

(JoopFinland)

  • Datum: .

Post-Steiner adepten, een boodschap van vrede en naastenliefde: vooral het tekstje -van de auteur zelf- onder Het Maatschappelijk Onverstand (029) roept om een reactie.

Eerst dat van die post. Gaat volgens mij over aanhangers van Steiner die de leer van Steiner voor hun eigen ding gebruiken. Zoiets als met Stalin die het Marxisme omzette in de Goelag Archipel. Mijn punt is: pleit dat Marx en Steiner vrij? Wat ik doe -ook in de aanhef van het vorige deeltje in deze serie- is een poging om Steiner te beschrijven als ‘staande in een lange en schier onuitroeibare traditie van racisme’.

Dan die naastenliefde. ‘De geschiedenis van het Christendom laat goed zien wat mensen doen met een boodschap van vrede en naastenliefde’, aldus de reactie. Zit ik helemaal fout als ik veronderstel dat de auteur hier ook het Steinerisme presenteert als een boodschap van pais en vree? Dus dat Steiner net als de christenen maatschappelijke betrokkenheid propageert, maatschappelijke betrokkenheid als basis voor vredelievendheid en compassie.

Ik heb twee teksten in de aanbieding over de maatschappelijke betrokkenheid van de antroposofen.

De eerste is van mezelf, uit 1996: Verdwalen in de eindeloze innerlijke wereld. Ik noemde me toen nog niet JoopFinland maar verder bevat het stuk al veel van wat ik in de eerste deeltjes van deze serie te berde heb gebracht. Hier wil ik met name de staart van het artikel nog eens afdrukken, een citaat van Martin Andersen Nexø:

"Jullie die altijd met nagelbijten en met quasi-diepzinnige gesprekken en jezelf bezig bent, brengen nooit iets voort dat enige levensvatbaarheid zal bezitten. Jullie verdwalen in wat jullie de eindeloze innerlijke wereld noemen en laten jullie naasten in de steek. Jullie teren op hetgeen er in de strijdjaren is bereikt en laten je niet graag meer uit je spijsverteringsslaapje wakker schudden."

De andere tekst las ik vanochtend in het plaatselijke huis-aan-huisblaadje. Wekelijks schrijft daarin de vermaarde Trouw-columnist Wim Boevink een beschouwinkje over deze stad die ik graag lees, alleen al omdat Boevink hier nog maar kort leeft en dus zijn ogen de kost geeft. De aflevering van deze week heet Het zal er vast wel eens beven.

Ik woon in de straat die Boevink hieronder beschrijft, En stuit dagelijks op de binnenwereld:

Er is hier, in de stad waar ik nog heel even woon, ook een binnenwereld.
Nieuwstad is een middeleeuwse stadsuitbreiding in Zutphen. Het is ook de naam van een straat; vanuit de richting Deventer bereik je hierlangs de binnenstad.
Het is een straat van kunst en spiritualiteit. Een soort visitekaart van de stad. Als ik die artistiek-spirituele lijn volg dan biedt de straat die Nieuwstad heet over een lengte van misschien tweehonderd meter een bonte verzameling van galeries en bezinningscentra. Met elkaar gemeen hebben ze een zekere mate van ingekeerd zijn, gericht op de eigen individuele expressie en het eigen welbevinden.
De binnenwereld.
Ofschoon het eerste centrum dat ik tegenkom ‘Compassie’ heet, opgezet vanuit een bijbelse visie geloof ik. De koffie kost er een euro, thee 75 cent. De ruimte oogt als een huiskamer met een bar. Er zijn bordspellen, twee sanseveria’s en boeken over Jezus.
Er is een galerie waar je kunst kan kopen of huren, met regelmatige openingstijden. Ertegenover een galerie die zich ‘leesbibliotheek’ noemt en alleen open is op afspraak. Iets verderop meer kunst, maar dan alleen als etalage. Op de ruit staat ‘Het Melkhuisje’ geschilderd.
Er is een antroposofische boekhandel die zich ‘De Boekerij’ noemt. In de etalage een dromenvanger, zo’n ding met veertjes en een boek dat ‘Ode aan de zon’ heet.

Achter gesloten gordijnen een centrum dat de naam ‘Bara’ draagt, voor ‘yoga, meditatie, chi kung, mindfulness, lichaamswerk.’
In dit spectrum is er nog meer: een spiritueel huis met de naam ‘Leocadia’ biedt zich aan, voor massages en baden, het beschermen tegen negatieve invloeden en het spiritueel zegenen, ook van ‘zakelijke activiteiten.’ Daartegenover ‘Mahara’, centrum voor ‘holistic lifestyle’. Ze werven met cacao en ‘endless chocolade experiences’ en ook met holistisch knippen: dat geeft je voor 66 euro een kapsel ‘dat je laat stralen van binnenuit.’
Geen van al deze adressen maakt de indruk druk beklant te zijn.
Een beddenwinkel die ‘De Duif’ heet verkoopt vegan handdoeken.
Een binnenwereld.
Het zal er vast wel eens beven.’

(JoopFinland)

  • Datum: .

Gaan we in het kader van deze serie over tot het behandelen van de brochure ‘Uit de Vrije School geklapt. Over antroposofie en racisme: een stellingname’, op naam van Toos Jeurissen (1).

De Vrije School uit de brochure heet De Berkel, naar een riviertje. Ze heeft die naam behouden ondanks haar verhuizing naar een nieuwbouwwijk. De Berkel werd in 1978 opgericht en is inderdaad gevestigd geweest in het ‘kippenhok-in-aanbouw’ dat mijn moeder op een ochtend ‘bie us achter’ ontwaardde. Tegenwoordig zit in het gebouwtje een zwarte kousen-schooltje (2).

De brochure is meteen na de verschijning uitgebreid behandeld in het Kleintje. Hier lees je diverse passages uit het boekje, plus verwijzingen naar de discussie van toen. Veel van de in de brochure geciteerde passages uit de Flensburger Hefte zullen als gevolg van de zegeningen van het internet tegenwoordig ergens online zijn te raadplegen.

De brochure heeft een prangende omslag die gelukkig voor ons lezers adequaat beschreven is in de tekst:

‘In het rassenkundeschrift van de dochter van (Angelique) Oprinsen vond ik een tekening die voor mij heel goed weergeeft dat deze manier van denken en kijken ronduit verkeerd is. Het beeld van de tekening draag ik met me mee. (…) Het beeld geeft de indeling weer van huidskleur met betrekking tot de delen van een etmaal. Op de voorgrond staan twee blanke kindertjes in de stralende zon. Op de achtergrond in het donker, dus in de verdwijnende nacht, staat wazig afgebeeld een zwart jongetje’.

Pikant detail: die ‘man uit een natuurvoedingswinkel’ die reclame maakt voor het boek ‘Australie op blote voeten’ van Marlo Morgan, dat zou toch niet Appie zijn geweest…? (3)

Uit de Vrije School geklapt’ stamt alweer uit begin 1996. Bijna dertig jaar later vragen wij ons drie dingen af:

1. Hoe is het Toos Jeurissen (auteur) en Angelique Oprinsen (klokkenluidster) sindsdien vergaan? Hoe verhouden zij zich nu tot de inhoud en de boodschap van hun brochure? Zijn zij nog steeds de antroposofie toegedaan? In de volgende aflevering hoop ik een vraaggesprekje met hen of met een van hen aan te kunnen bieden.
2. Bevat het lesaanbod van Vrije Scholen tegenwoordig nog steeds een gruwel als Rassenkunde?
3. Nu de ‘omvolkings’- en de ‘white supremacy’-retoriek van Steiner zich steeds wijder verbreidt is het interessant om na te gaan hoeveel rechtstreeks verband er is tussen de aanhang van Steiner en die van ‘alt right’in Nederland, in casu het Forum voor Democratie en JA21 en diverse andere clubjes die zich om maar wat te noemen vooral sinds corona te buiten gaan aan allerlei complottheorietjes. Hoe dicht liggen de ‘joga-moeders’ die tijdens de corona in de publiciteit kwamen, bij de sofen?

(1) Je kon het destijds voor tien gulden in huis krijgen, mijn exemplaar kostte een paar euro bij het Fort van Sjakoo.
(2) Zie ook aflevering 2 van deze serie
(3) Zie aflevering 1 van deze serie

JoopFinland

  • Datum: .

Toos Jeurissen is niet beroemd geworden door haar schotschriftje tegen de racistische Vrije School (1). Dat wil zeggen: niet zo beroemd als Tommy Wieringa. Hoewel diens beroemdheid em vooral zit in een flinke stapel door hem geschreven boeken en zijn columns in de Kaag-krant, NRC.

Er was een tijd waarin staal rotte en beton roestte. Ik vertel U niets nieuws wanneer U inmiddels ook op Uw hoofd meer grijs dan blond of zwart bent. Heerlijke tijd, waarin oorlog nog oorlog was en geen bezigheidstherapie, om maar es iets te noemen … (2)

In die tijd had je een periodiek dat Rottend Staal Nieuwsbrief heette. Krantje van papier dat later Rottend Staal Online ging heten omdat het fysieke krantje verdween, net als het Kleintje dus. Op Wikipedia leest U meer over het geval, dat in 2012 definitief de geest gaf (3).

Op Rottend Staal Online staat nog steeds de tekst die Tommy Wieringa in 2000 losliet over de Vrije School. U vindt em nu nog door te googelen, maar omdat googelen in de toekomst van de kunstmatige kennis een doodlopend pad zal worden (4), geven wij hem hier integraal en voor nop.

Dat wil zeggen: in de volgende aflevering. Mis die dus niet!

(JoopFinland)

(1) Zie de vorige aflevering van deze serie
(2) Ik persoonlijk vind het stuitend om naar kiejeffers te moeten kijken die de roltrap naar een metrostation afdalen, in t-shirt en op sneakers en met verder niks bij zich als het debieltje waarop voortdurend de blik is gevestigd. Kun je in Brussel of Rotterdam ook filmen, maar dan heeft de voice overhet niet over oorlog. Een oorlog waarin de metro’s doorrijden en de debieltjes ons blijven vermeien … Het wil maar niet wennen voor mij, maar ja, ik ben dan ook groot geworden met ouders die WOII aan den lijve ondervonden …
(3) Het Kleintje bestaat nog steeds
(4) Tel maar na op Uw tien vingers: het intypen van een zoekterm zal in het universum van ChatGPT gaan resulteren in een verhaal dat U voor zoete koek moet slikken, om de simpele reden dat er geen alternatieve verhalen meer in omloop zullen zijn...

  • Datum: .