Skip to main content

Vrienden onder elkaar (035)

31 januari 2019

Er wordt de laatste tijd weer flink ingehakt op het nette imago van het Koninklijk Huis en de rest van de adellijke kliek. De eerste Oranjes die in de Lage Landen hun hoofd boven het maaiveld verhieven bleken volgens een recente studie niet al te deftig te zijn omgesprongen met hard werkende boeren en buitenlui. De have en goed van deze eenvoudige pummels werden tijdens de Tachtigjarige Oorlog blootgesteld aan de onmenselijke taktiek van de verschroeide aarde en zelfs luitjes die het moeten doen met een bescheiden IQ weten dat zo'n taktiek niet gezond is. Je kan er flink aan dood gaan. Later werd het niet veel beter. Moreel gesproken, want dankzij de handel in verwarrende middelen en een hele reeks oorlogsmisdaden in “ons Indië” werd de koninklijke famielje wel stinkend rijk. Oranje boven. Verder brandt het vlaggestokkie in je handen bij het voorbijhobbelen van de derde dinsdagkoets op het Lange Voorhout als je alleen maar denkt aan de wandaden van opa Bernhard (1), van wie Bernhard II zo voortreffelijk in zijn voetsporen lijkt te treden en diens oudste broer de fijne kneepjes van het zakenleven opdeed bij Marcel Boekhoorn. Het boegbeeld van eerlijkheid en Hemaworst (2). Voegen we daar de zangeres van het gezelschap nog aan toe, die een deel van haar poen in veiligheid bracht met een belastingtruuk via Guernsey en gisteren een stukje artistiek “privébezit” in de ramsh gooide in New York en je vraagt je af wat de term adellijk nou eigenlijk inhoudt. Diezelfde vraag bestormt je bij het ophalen van herinneringen aan haar oudste zus. Per saldo was die prinses tot voor kort de akela van de grootste criminele organisatie ter wereld, die door haar pappie in de jaren vijftig in het leven was geroepen. Verder liet ze jarenlang haar garderobe in elkaar hangen bij de schoonmoeder van een pornoboer en behoorden in diezelfde periode een stel kindervrienden tot haar inner circle. En dan nog dat aangetrouwde lid van de famielje dat eind jaren tachtig uit spelevaren ging met de toenmalige Amsterdamse capo di tutti capi voor hij kort daarna in de slagschaduw van het Amsterdamse Hilton jammerlijk de geest gaf. Deftig allemaal. Heul deftig. Gaan we terug naar het interbellum. Naar de bloeitijd van Willemientje. Getrouwd met prins Hendrik. Een ouwe adellijke mof, die volgens overlevering nogal eens achter zijn prinsheerlijke fluit aanliep. Al dan niet in gezelschap van Rotterdamse havenbaronnen. Ondermeer bij bezoekjes aan het Ronde Huis in Nunspeet, dat de beschikking had over een treintje met maar één penisvormig tracé dat eindigde bij een put in het bos. In de nabijheid daarvan lieten de hoge heren jeugdige heuveltjes wat rituele dansjes uitvoeren en gingen vervolgens over tot voor de hand liggende olympische activiteiten. Na dit zo etherische gebeuren zouden de lekkerbekken de restanten ervan in voornoemde put hebben gekieperd. Veni, vidi, foetsie. Een apocrief verhaal? Zeker. Maar de serieuze jacht die in de eerste helft van de jaren tachtig door gleufhoeden werd ingezet om de drie losjes gebonden boekwerken waarin dit verhaal was verwerkt uit de roulatie te halen en te begraven kan duiden op iets meer dan folklore. Dat begraven van Hendrik's scabreuze strapatsen gebeurde trouwens al in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Willemientje's expert op dat gebied was de oud-hoofdcommissaris van de Haagse smurfen, Francois van 't Sant. Deze sinistere speurneus werd bij die begrafeniswerkzaamheden geassisteerd door baron Francois Marie Leon van Geen. Een telg uit een niet onbemiddeld adellijk geslacht met maritieme inslag, die gedurende vele decennia zowel als Kamerheer als particulier secretaris van Willemien fungeerde, tot hij eind 1934 dat secretariaat overdeed aan Van 't Sant. De aan het koningshuis verknochte baron Van Geen was in 1940 zo goochem om alle documenten die bij hem in de Kamer lagen opgeslagen - en dan met name die betrekking hadden op de narigheid van prins Hendrik aka “Varkens Heintje” - in rook te laten opgaan. Waarom dit ferme exposeetje over de koninklijke famielje? Nou, we hebben dat in elkaar gehangen als een soort bewijs dat de aanwezigheid van jonkheer Jan van Geen in lange korte broek bij de Nijmeegse Vierdaagse van 1966 in de slipstream van de ovenverse prins gemaal en diens van kinderliefde overlopende bef Salomonson geen toeval was (3). En evenmin dat binnen het zakelijke universum van jonkheer Janus een suspect luchtje hing. Mede door de aanwezigheid van wasstraatkoning Henk van de Meene (rip). Meer daarover in onze volgende bijdrage. Stay tuned (JP).

(1) Zie in dit verband ondermeer “het schaduwcommando van de prins”, de afleveringen 12 en 13 van de serie “Een legostukje van 9/11” en aflevering 7 van de serie “Deuss en de Ruskies”.
(2) Zie voor Marcel de afleveringen 1 en 2 van de serie “Sigaartje?”.
(3) Zie aflevering 32 van deze serie.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
31 januari 2019
Vrienden onder elkaar