Er leek niks aan de hand. Op 13 februari van dit jaar stonden op het internationale vliegveld van Kuala Lumpur een paar dames te keuvelen met een Koreaanse meneer. Tot ze die meneer iets in zijn gezicht gooiden. Een vloeistof. Niet zo heel veel later streek hij voorgoed het zeil. De vloeistof was giftig. De dames werden ingerekend en bleken uit Noord-Korea te komen. De man die zij hadden besprenkeld was Kim Jong-nam, de halfbroer van de huidige Noordkoreaanse leider die sinds 2007 samen met zijn gezin op Macau woonde. Daar is het leven ook een gok, maar een andere dan in Noord-Korea. De affaire werd wereldnieuws. Vooral omdat Noord-Korea nogal driftig strooide met ballistische sigaren en dit bizarre verhaal keurig in de westerse geopolitieke kraam paste. Daarna hoorden we aan deze kant van de globe eigenlijk niks meer, maar dat wil niet zeggen dat er ook niks meer gebeurde. Snuffelsmurfen ontdekten namelijk dat deze Kim een week voor zijn démise Maleisië was binnengekomen en op 8 februari naar Langkawi was gereisd. Een eiland even buiten de kust. Daar voerde hij in een hotelsuite een twee uur durend gesprek met een Amerikaans-Koreaanse man en daarna vertrok Kim weer naar Kuala Lumpur. Nou het gekke, die intrigerende gesprekspartner van Kim werd al een tijdje in het snotje gehouden. Weliswaar verbleef hij in Bangkok, maar was regelmatig in Maleisië te vinden. Waarom werd er niet bij verteld, maar hij werd ervan verdacht een smurf te zijn van de CIA en bij eerdere gelegenheden ook al ontmoetingen met Kim te hebben gearrangeerd. Op 13 februari, de dag waarop Kim het loodje legde, verliet de Amerikaanse Koreaan Maleisië met onbekende bestemming. En kijk, zulke dingen zetten je toch aan het denken. Conspiracy? We love it. Stay tuned.