7 maart 2003
Toen prinses Margarita en haar huidige echtgenoot aangaven iets serieus met elkaar te willen was noch de koninklijke familie noch die van Margarita’s vader erg amused. Ze vonden die De Roy maar een rare scharrelaar. Weliswaar met een dubbele naam en dat klinkt al snel beter als Van Vollenhoven, maar verder toch niet veel soeps. Dus zette de koninklijke familie het ambtelijk apparaat in werking om te zien of er misschien wat shit was te vinden in De Roy’s verleden. Het kabinet van de koningin belde even met de BVD en met professor L.A. Geelhoed, de secretaris-generaal van het Ministerie van Algemene Zaken. Of die het even entre-nous regelen konden. Nee, zeg maar niks tegen Kok. Krijgen we meteen weer dat staatsrechterlijk geneuzel. Wat niet weet wat niet deert. Nou, dat was bij Geelhoed zeker niet tegen dovemansoren gezegd. Dat is zeker geen letterknecht, zoals Edje Nijpels dat ooit zo plastisch uitdrukte. En zo ging een onderzoek van start zonder dat de minister-president daar weet van had. Voor zover wij dan weer weten. En ging bijvoorbeeld het dossier van de sociale dienst naar Margarita’s vader. Zo doen we dat. En als het zaakje erg derailleert dan huren we gewoon wat wijze mannen in en die moeten het dan maar een plekje geven. Net als toen met mamma en die rare juffrouw Hofmans en toen met pappa en die vervelende briefjes aan die zuinige grootgrutters van Lockheed. De Minister-president? De Kamer? Ja dàààg. Die zoeken het maar uit.