Opzettelijk doden van mensen belonen?
dinsdag 26 juni-2012
Het is onethisch en bizar dat de overheid het - in haar opdracht - doden van gijzelnemers in De Punt achteraf beloont.
Minister Hillen van defensie wil de militairen onderscheiden die op 11 juni 1977 betrokken waren bij het beëindigen van de treinkaping bij De Punt en de gijzeling van leerkrachten in de school in Bovensmilde.
Het gaat om de leden van drie 'bijzondere bijstandseenheden'. Rond de school in Bovensmilde zijn de precisieschutters van de BBE-rijkspolitie ingezet. Rond de trein de precisieschutters van de BBE-krijgsmacht (BBE-K), onder commando van drie marechausseeofficieren en bestaande uit onderofficieren van de Koninklijke Marechaussee, onderofficieren van de landmacht en mariniers. En tot slot de leden van de BBE-mariniers die na het plaatsen van de springramen de gekaapte trein binnengingen.
De aanval op de trein bij De Punt heeft zich in fases voltrokken. In de vroege morgen van zaterdag 11 juni 1977 duiken Starfighter-straaljagers op de trein. Tijdens het optrekken zetten ze hun naverbranders aan met het doel de inzittenden 'te bevriezen'. De precisieschutters van de BBE-K, aan beide kanten op korte afstand van de trein gelegen, beschieten daarna bepaalde delen van de trein. Twee teams mitrailleurschutters van de landmacht doen aan de beschieting mee. In een tijdsbestek van zo'n drie minuten worden drie- tot vierduizend patronen op de trein afgevuurd.
Om niet door 'eigen vuur' te worden getroffen, krijgt de commandant van de BBE-mariniers pas na 'einde vuur' het bevel om naar de trein op te trekken. Na het plaatsen van de springramen gaan de mariniers de trein in. Zij treffen daar zes dode Tango's (aanduiding van target, doelwit; red.) en twee dode passagiers. Hun resten nog drie Tango's van wie er - naar verluidt - één heeft geschoten.
Het beëindigen van de treinkaping en het ontzetten van de school was een gecoördineerde actie, geleid door de commandant van de BBE-krijgsmacht. De actie werd uitgevoerd in opdracht van de regering, te weten de leden van het crisiscentrum. Het besluit werd genomen na advies van de leider Plaats Delict (een politieman), de leden van het beleidscentrum in Assen in casu de commandanten BBE. De opdracht was: Tango's uitschakelen. Zoveel mogelijk om daardoor het risico zo klein mogelijk te maken dat de BBE-mariniers beschoten zouden worden. Dus niet met het doel de Tango's te doden, maar om het gevaar voor de mariniers die de trein in moesten te minimaliseren.
De leden van de BBE-krijgsmacht hebben dus gedood in opdracht van de overheid. Als een van de bevelvoerende officieren maakte ik daar deel van uit. Wil ik daarvoor een onderscheiding? Nee. Ik vind het ethisch onjuist dat de overheid het - in haar opdracht - doden van mensen beloont. Bizar ook, want diezelfde overheid stelt in het Wetboek van Strafrecht het al dan niet opzettelijk doden strafbaar.
Daartegenover staat dat de overheid ook haar burgers - treinpassagiers en schoolkinderen - moet beschermen. Zij heeft het recht middelen in te zetten die ertoe moeten leiden het onrecht te beëindigen, ook als dat de dood van andere burgers tot gevolg heeft.
Dat houdt echter niet in dat de getrainde uitvoerders voor die actie beloond moeten worden. Het toekennen van onderscheidingen zou naar mijn mening moeten worden getoetst aan de universele verklaring van de rechten van de mens.
(stukje uit Trouw van gisteren, 25 juni 2012, geschreven door Majoor b.d Koninklijke Marechaussee Kees Kommer - in 1977 één van de bevelvoerende officieren)