Skip to main content

Petra Vriens (002)

20 december 2018

In Baarn stap ik uit de trein pardoes in een tijdmasjien. Een halve eeuw terug zag een straat in Nederland er ook zo uit. Stille trottoirs, lege plantsoenen, vrouwen met boodschappentassen, mannen die een auto wassen. Veel Italiaans op gevels en winkelruiten, alsof de eerste golf economische vluchtelingen het land net heeft bereikt. Ik verwacht elk moment te stuiten op een Chinees die pinda’s verkoopt.
Petra Vriens is in alles de helft of minder van wat ik van haar verwachtte. Ze moet boven haar hoofd reiken om me de hand te kunnen schudden. En ze is blijkbaar gisteren geboren want namen als Glimmerveen, de IJzerbedevaart of Rote Armee Fraktion (zie voetnoot) zeggen haar niets. Aan Annelies die onze dialoog notuleert maak ik een compliment voor haar uniformblouse. Omdat Petra gewoon haar kloffie aanheeft zeg ik maar dat haar bril goed staat.
Wanneer of ik voor het laatst naar Finland ben gereisd, luidt de eerste vraag. Een paar uur geleden, antwoord ik. O, dan werkt die internationale signalering blijkbaar niet, zegt ze. ’Ik reis ongeveer om de zes weken heen en weer’, zeg ik, om nog een pondje toe te voegen aan haar teleurstelling. Ik vraag haar of mijn portretje in de rubriek Opsporing verzocht nu verdwijnen zal. Ja hoor, ’want U heeft zich vrijwillig gemeld voor verhoor’.
Waarop ik benieuwd ben naar de aangifte en vooral naar de datum van die aangifte. ’Negen juli 2015’, klinkt het. ’Zo, dat heeft wel even geduurd’, zeg ik. Maar omdat de ander weer iets mompelt over dat het zo moeilijk was om mij te vinden, laat ik het daar maar bij. Vriens heeft een best wel dik dossier op de tafel tussen haar en mij gelegd en ik vraag haar: ’Zit die vaststellingsovereenkomst tussen klager en mij daar ook in?’
Weer doorklieft een diepe denkrimpel het gebied achter de brilleglaasjes. Vaststellings wat en hoe en waarom? Ik leg het tweetal geduldig uit dat tussen uitgever Perry Pierik en zijn auteur een deal is gesloten voordat het tot een kort geding kwam. ’Die deal moet van net voor of net na die aangifte stammen’, zeg ik. Tja, die moet dan maar bij het dossier worden gevoegd, murmelt Petra beduusd. Ik let er op dat Annelies de kwestie in het verhoor verwerkt.
Feitelijk ben ik nu klaar. De aangifte is destijds gedaan voor smaad en bedreiging van Pierik en diens advokaat. Ik schreef toen mijn eerste opinierende artikelen over Uitgeverij Aspekt en richtte in de sociale media een forum op waarin andere gedupeerden van vader en zoon Pierik hun verhaal konden doen. Ik zou dat morgen weer doen, vooral omdat me nu gebleken is dat zo’n vaststellingsovereenkomst een nietszeggend papiertje is.
Petra ploegt door een omvangrijke vragenlijst, Annelies tikt het allemaal in en ik beantwoord de vragen werktuiglijk met ja of nee. Het wordt pas weer leuk zodra mijn motieven ter sprake komen. ’Deed U dit allemaal uit wraak?’ Op mijn ontkennende antwoord dringt ze aan: ’U wilde boeken schrijven en meneer Pierik had U in Uw opvatting opgelicht...’ ’Meneer Pierik is een nazi’, gooi ik over de tafel.
’Hoezo?’, fronst het vrouwtje. ’Hij is toch van na de oorlog?’
Ik heb geen ervaring met rechters. Mocht de zaak voorkomen dan hoop ik dat ik een rechter tref die wel een goeie krant leest en begrijpt waar ik het over heb. Misschien wel eentje die de term cultuurmarxisme wel eens gehoord heeft, want daarmee maak ik de Baarnse politiedames lelijk aan het schrikken. Want kijk, om wel of niet straf gaat het mij niet. Ik vind straf alleen lekkerder als ie wordt uitgedeeld door iemand met hersens…(JoopFinland)

(voetnoot) Ik toon Vriens de inhoud van een brief die Pierik ongevraagd aan derden verstuurt, laatstelijk aan mijn eindredacteur bij een huis-aan-huisblad in Den Bosch. Daarin legt het kalende uitgevertje van de Siebelts, Zwitsers en Veens uit dat ’JoopFinland een onder die valse naam naar Finland gevluchte aktivist en terrorist is met banden naar de Rote Armee Fraktion hij wordt ook in Finland gezocht voor een moord en houdt zich daarom schuil.’ (schrijfstijl en ontbrekende leestekens voor rekening van de briefschrijver) Mijn liaison met Baader en Meinhof zou dan hebben plaatsgevonden in dezelfde tijd waarin Pierik lid was van de jongerenorganisatie van de fascistische NVU...

Klik hier om uw reactie toe te voegen
20 december 2018