Gisteren kreeg dit artikeltje een plaatsje op de site van Quote. Over Frederik Hendrik Fentener van Vlissingen. De grondlegger van een stinkend rijke dynastie dankzij een prima relatie met de Duitse industriewolven. Zowel tijdens het door een Oostenrijkse kladschilder langzaam bruin gekleurde interbellum als tijdens en na WO II. In aflevering 4 van deze serie komt Frederik Hendrik al even voorbij. Als sollicitant naar de positie van stadhouder kort na de inval van de moffen. Dat stadhouderplan bestond al eerder bij toppers van de Abwehr. De Duitse snuffeldienst onder leiding van Admiraal Canaris. Alleen hadden zij een andere kandidaat op het oog: prins Bernhard von Lippe Biesterfeld, die voor de oorlog onder de schuilnaam Observator al voor de Abwehr in de weer was. Op 24 april 1942 volgde Benno wat laat het voorbeeld van Frederik Hendrik via een brief uit Washington aan de inmiddels maatschappelijk flink opgeklommen kladschilder. Maar net als Frederik Hendrik ving hij bot. Of schar. Wat maakt het uit. Vraag is nu of niet alleen in Utrecht maar ook elders in den lande net als bij Fentener geen onderzoek moet worden gedaan naar de graad van kosherheid van onze prins in definitieve ruste. En of ook hij niet uit het straatbeeld moet verdwijnen. Gebruiken we wel vaker: gelijke moniken, gelijke kappen. Stay tuned (JP).
Later gaven ze elkaar de Militaire Willems Orde. Hun gevaarlijkste daad was de bootreis in de meidagen naar Engeland.
http://www.blikopdewereld.nl/geschiedenis/vervolging-joden/endloesung/1087-ambtenaar-in-oorlogstijd-deel-2-economie-belangrijker-dan-ethiek
https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=298&miaet=1&micode=092b&minr=1562626&miview=inv2