Skip to main content

Tussen premies en piraten (066)

28 februari 2017

maandag 24 september-2012
Mocht u het niet helemaal duidelijk zijn, deze serie gaat over het hoe en waarom de hufterige leiding van verzekeringsgigant ASR een bloeiend bemiddelingsbedrijf als PSL willens en wetens naar de kloten hielp. Nu eens niet een sonatine vanuit de partituur van voormalig PSL-dirigent Jos Lindhout, maar uit die van Marcel van den Berg. Het baasje van Hestia, dat onder supervisie van toenmalig ASR-hotemetoot en ex-recherchesmurf Rob Beumer PSL overnam. Komt ie.

"We schrijven januari 2004.
Uit de begrotingen van het najaar van 2003 bleek duidelijk dat er organisatiebreed een begrotingstekort was van ruim 600K. We praten hier overigens ook nog over de periode binnen het jaar na overname van PSL. Een zeperd kon Beumer zich derhalve nog niet veroorloven, omdat de wet voorschrijft dat overnames die binnen een jaar tot faillissement leiden door de curator teruggedraaid kunnen worden.
In januari 2004 moest ik mij inzake dit tekort melden ten kantore Asam aan de beruchte ronde tafel met asbak in het kantoor van Beumer. Beumer wilde wel financieren, echter had de nodige voorwaarden. Ik moest mij privé mee verbinden en Martens moest zijn aandelenbelang van 50% aan mij verkopen. Martens mocht geen feitelijke zeggenschap meer hebben.
Dit was voor Beumer het ideale moment waarop hij de wurggreep die hij al op Hestia had kon versterken. Eichner kwam hiermee sterker in het zadel. Dus moreel een klap voor Martens en een opsteker voor Eichner.
Enfin, zo geschiedde. Martens leverde zijn aandelen in, in ruil voor een management overeenkomst waarvan ASAM uitdrukkelijk op de hoogte was. De inhoud en de totstandkoming van die overeenkomst van Martens ging in overleg met ASAM. Dus ook het boetebeding van 500K die Martens afdwong bij voortijdige beëindiging van die overeenkomst. Beumer heeft hier uiteindelijk mee ingestemd en verstrekte de benodigde financiering. Ik verbond mij privé mee en Martens leverde zijn aandelen in, in ruil voor een managementovereenkomst. Ik kon niet anders en had geen keuze, Hestia moest verder en ik wilde geen faillissement, maar het voelde zo intens slecht.
In juni van 2004 ontstond er wederom een begrotingstekort. Niet zo groot als in januari, maar toch aanzienlijk. Echter nu bevonden we ons meer dan 1 jaar na overname van PSL, en u raadt het al, de bereidheid van Beumer om iets te doen was nihil. Er zijn diverse pogingen ondernomen, fusiebesprekingen gevoerd met o.a. Beijer en Optima. Inmiddels was Willem Nieuwenhuijs overgenomen en ingevoerd in onze systemen wat de zaak compliceerde. Deze gesprekken liepen op niets uit.
De situatie escaleerde verder tot aan ca. oktober 2004. Advocaten over en weer, zwartboeken, financieringen die werden opgeëist, bedreigingen, Eichner in de stress en ziek, ruzie binnen het MT. Dat is ook het bewuste moment dat Beumer mijn vrouw bedreigde met de dood en dat zij en haar gezin beter het land uit konden vluchten omdat wij anders niet meer zeker van ons leven zouden zijn. Tenzij ik zou meewerken aan de plannen die Beumer had met Hestia.
Belangrijkste was dat ik het ontslag zou regelen van Martens. Als ik zou regelen, dan garandeerde Beumer aan zowel mij als mijn vrouw dat Hestia niet zou failleren. En dan zou Eichner ook weer terugkomen, mogelijk als aandeelhouder samen met Jan Adriaanse. Dit pakte anders uit. Na de aanzegging van Martens legde hij zijn claim op tafel van 500K. Martens wist natuurlijk dat Hestia en ik dit geld niet hadden en legde beslag op de aandelen van Hestia, bankrekeningen, mijn huis en bankrekeningen in privé. Voor Beumer was dit volgens hem de druppel.
Beumer kon nu niets meer voor ons doen en Hestia was ten dode opgeschreven. De rechter oordeelde dat het beslag van Martens onrechtmatig was en uiteindelijk hebben wij deze zaak in ons voordeel beslecht. Maar ja, toen had Beumer Hestia inmiddels beloofd aan onze vrienden Van de Hurk. Ons restte toen niets anders, in de wetenschap waarin ik toen verkeerde, om het faillissement te aanvaarden.
Dus concluderend: je regisseert als financier een managementovereenkomst met boetebeding van 500K voor de bestuurder van een van je deelnemingen (captives), stuurt vervolgens maanden later zelf direct aan op het ontslag van deze inmiddels ex-bestuurder en roept dan, nadat de claims van deze ex-bestuurder je om de oren vliegen, ”ik kan nu niets meer doen” met als resultaat het grootste verzekeringsfaillissement uit zijn tijd.
Achteraf denk ik dat Beumer dit bewust zo heeft geënsceneerd. Hij kende Martens al uit eerdere dossiers. Hij kon m.i. inschatten dat dit zo zou kunnen aflopen en had mij hiermee volledig klem. Ik kon gewoon niet anders, ook in het kader van aansprakelijkheid, dan het faillissement aanvaarden.
Misschien had ik dat nooit moeten doen…
"

Mocht de hele reutemeteut uiteindelijk toch op het bureel van rechter commissaris Melissen terechtkomen, dan moet een ontboezeming als deze toch een eye-opener voor haar betekenen. Dachten wij zo. Stay tuned.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
28 februari 2017
Tussen premies en piraten