Lange vingers
donderdag 9 oktober-2003
Schokkend hoor. Dat zon Koninklijk Legermuseum voor een paar miljoen euro aan historische prenten, boeken en kaarten is kwijtgeraakt door villeine personeelsleden. Zon beschermheer moet daar toch ook niet goed van worden. Dat zijn naam verbonden is aan een instituut waarvan het bestuur in al zijn wijsheid meent dat je in plaats van bijvoorbeeld elk jaar best om de vijf jaar kan controleren of alles er nog is. Dat is de deur openzetten buiten sluitingstijd. En als het nou voor het eerst was. Al in 1959 is een deel van de verzameling van het museum buiten zicht geraakt als gevolgvan bezuinigingsmaatregelen van het toenmalige kabinet (zie hiervoor ook Het schaduwcommando van de Prins, deel twee in het Archief van de Morgenster). En daar bleef het niet bij. Blijkens een briefwisseling tussen de conservator in die tijd en zijn directeur kon ook tijdens de verbouwing en reorganisatie van midden jaren zeventig niet iedereen zijn handen thuis houden. Maar in een boom zo volgeladen... Dat bleek bijvoorbeeld april vorig jaar nog. Toen tilden wij de affaire naar boven rond Hinderikus Visser. De in Wassenaar wonende merchant of death die zijn collectie antiek wapentuig overdeed aan de combinatie Rijksmuseum/Legermuseum (zie in deze rubriek De miskleun van het Rijksmuseum, ook geplaatst in Kleintje Muurkrant 369). De prijs die hij daarbij bedong en ook kreeg was volgens echte kenners een veelvoud van de werkelijke waarde. Met dat extraatje zouden heel wat dak- en thuislozen uit de brand kunnen worden geholpen. Zodat ze niet bij Appie of Dirk op proletarische wijze een blikje pils en wat hondenvoer hoeven te verwerven. Om vervolgens te worden doodgeslagen door tovenaarsleerlingen van LPF- en VVD-coryfeeën. En van de beschermheer van het Legermuseum.