Skip to main content

Kuifje op Cuba (005)

01 april 2017

vrijdag 29 oktober-2004
Maak je niet vaak mee. Na een langdurig telefoongesprek met Liduine Zumpolle over haar trip naar Cuba samen met Boris the Savior en die mevrouw uit de Balkenbende beantwoordde zij direct daarna onze mail van vanochtend. Kijk, zo hebben we het graag.

Al was het schriftelijke antwoord in voorzichtige termen gesteld. De tekst luidde:

"zoals gezegd ken ik jullie blad Kleintje Muurkrant (nog) niet; maar wat niet is kan nog komen. Hierbij zal ik je vragen chronologisch beantwoorden.

- Ik heb geen uitspraken van Dittrich op TV gezien, geen nieuws en geen Barend en van Dorp (beroerd programma) of andere programma's; lasalleen de kranten.

- Dittrich kwam afgelopen zomer van vakantie terug uit Cuba; had op de ambassade dissident Oswaldo Paya van Proyecto Varela (mijn voornaamste counterpart op Cuba sinds begin jaren '90 tijdens mijn werk bij Pax Christi) ontmoet en bracht materiaal van hem voor mij mee.
Als vakantieganger was Dittrich geschrokken van de situatie in Cuba waarmee hij voor die tijd onbekend was. Daarop vertelde ik Dittrich van ons plan om al in afgelopen Juli een internationale parlamentaire delegatie te sturen naar Cuba; dit ter herdenking (13 Juli 1994) van het feit dat het dit jaar precies tien jaar geleden was dat een veerboot met 71 vluchtelingen aan boord door de Cubaanse overheidschepen opzettelijk tot zinken werd gebracht: 41 doden. Een op straffe van gevangenisstraf doodgezwegen trauma in Cuba. De schepen waarmee de moordpartij werd uitgevoerd, zijn van een Nederlands bedrijf dat al jaren zaken doet met het regime, niet zelden met behulp van exportsubsidies. Nederland is momenteel voorzitter van de EU en wordt geacht haar stem in Brussel luid te laten klinken ten behoeve van de Cubaanse dissidenten.

Volop reden voor een publiek debat over de ethiek van zaken doen met uiterst repressieve regimes als het Cubaanse: in overleg met ons had Bert Koenders van de PvdA er al eerder bij het kabinet op aangedrongen exportsubsidieregelingen voor dat land te staken. Hij was dan ook oorspronkelijk degene (als Nederlandse vertegenwoordiger in een bredere EU delegatie) die ik als Stichting Cuba Futuro (CF) had uitgenodigd mee te gaan. Maar Juli is een slechte tijd; iedereen op vakantie. Toen kwam het plan de missie alsnog later dit jaar, tijdens Kamerreces (half oct.) uit te voeren. Echter, toen moest Koenders plots naar crisisgebied Dafur (Sudan). Een andere geschikte (buitenland-) kandidaat bleek de PvdA in die periode niet te kunnen leveren. Dittrich(D66) en Ferrier (CDA) hadden belangstelling voor de zaak en konden wel. Ook de mij goed bekende Spaanse parlamentarier Moragas (PP) die zich al jaren met Cuba bezighoudt, kon zich in die tijd vrijmaken en nam de uitnodiging aan.

Het inhoudelijk programma werd door CF bepaald, in samenwerking met counterpart Oswaldo Paya. Op verzoek leverde de Nederlandse ambassade organisatorische hand- en spandiensten.
Ferrier (buitenlandwoorvoerder CDA en bekend met Latijns Amerika zaken) en Dittrich (fractievroozitter D66 en buitenlandwoorvoerder) zijn door CF gebriefd en van dossiers voorzien.

Ofschoon ik alles in stilte en met grote voorzichtigheid had voorbereid, bleek onze komst toch bij de Cubaanse autoriteiten bekend, en wel door de Spaanse pers die op de dag van vertrek Moragas' voorgenomen bezoek aan de Cubaanse dissidenten bekend had gemaakt. Een dictatoriaal regime als Cuba ziet dit als een openlijke provocatie en vanuit hun optiek kunnen ze niet anders dan 'vijanden van het volk' de toegang weigeren (officiele reden: 'jullie zijn geen toeristen, maar komen politiek bedrijven'). Moragas echter was de 'trigger'. Hadden we als Nederlanders ons niet in zijn gezelschap in de fuik laten lopen; dan hadden we waarschijnnlijk zonder problemen het door mij wekenlang voorbereide programma problemen kunnen uitvoeren.

Door de dienstdoende veiligheidsfunctionarissen zijn we correct behandeld en na enkele uren op hetzelfde vliegtuig teruggezet. Air France had eerder dergelijke uitzettingen op standplaats Cuba meegemaakt en gaf ons een vorstelijke eerste klas behandeling.

Niet afgesproken is wie na terugkomst in Nederland woordvoerder zou zijn. Over persoonlijk optreden in de pers geef ik geen commentaar. Het belangrijkste is dat de zaak van Cuba nationaal en internationaal aandacht krijgt; in Brussel is het nu een cruciaal politiek moment.

Persona non grata ben ik in Cuba sinds ons eerste officiele (Pax Christi) bezoek aan Cuba: begin jaren negentig. Het totalitaire regime dwingt mensenrechten activisten en anderen die zich bekommeren om het lot van de bevolking en de vreedzame oppositie een steun in de rug willen zijn, om als toerist het land in te komen. Officiele mensenrechten organisaties worden in Cuba nooit toegelaten.

Vriendelijke groet,
Liduine Zumpolle
Cuba Futuro



Klik hier om uw reactie toe te voegen
01 april 2017
Kuifje op Cuba