Skip to main content

De moord op Louis Sévèke (016)

20 oktober 2020

Vijftien november 2006 verjaart de aanslag en is het duidelijk dat het onderzoek van het Bamboe-team op dood spoor is beland. Het werk van de Nijmeegse politie dreigt de status ‘slapend’ te krijgen. Zonder arrestatie en een verdachte zal het onderzoek ook niet aan een onderzoek kunnen worden onderworpen.

Die waarschuwing is afkomstig van Floris Tas. Deze jurist is door de intimi van het slachtoffer gevraagd om de positie van ‘monitor’ in te gaan nemen. Want het rechercheteam heeft bij aanvang van haar werkzaamheden weliswaar ingestemd met de vorming van een zogenoemd tegenspraakteam, maar omdat dit ook uit politiemensen bestaat willen de mensen rond Sévèke dat bij het onderzoek ook iemand aanschuift die wel een achtergrond in het strafrecht heeft maar geen betrokkenheid bij het politiewerk.

De ene partij ziet Tas -die Sévèke heeft gekend uit hoofde van de juridische praktijk- als bruggehoofd tussen nabestaanden en Bamboe-team. Men vreest in die kringen dat de politie aan bepaalde scenario’s geen of onvoldoende aandacht besteed heeft en te lang naar een motief voor de daad in de relatiesfeer heeft gezocht. Men vreest dat het werk van Sévèke -het onderzoek naar en het bijstaan van slachtoffers van inlichtingendiensten- in het onderzoek tot dan toe niet de aandacht heeft gekregen die het zou moeten krijgen.

De andere partij echter heeft bezwaren tegen de politieke gezindheid van Tas -hij is lid van Groen Links- en vreest dat bij toevoeging van een ‘extern’ lid aan hun team gevoelige informatie verkregen uit hun onderzoek in de openbaarheid zou kunnen komen. De ‘monitor’ – in de ons omringende landen een gangbare toevoeging aan forensisch onderzoek (1) – komt er niet, en het rechercheteam gaat afgeslankt van 31 tot 18 leden het jaar 2007 in.

Een jaar recherche heeft maar een paar antwoorden opgeleverd, en op de meest pregnante vragen geen enkel licht geworpen:

Was de ‘man met de sporttas’ de gezochte schutter? Wie waren de inzittenden van de bordeauxrode Opel Vectra bouwjaar 92-93 die ten tijde van de aanslag geparkeerd stond voor de Van Welderenstraat nummer 110 en nadat de eerste knal was gehoord wegreed? Waarom trok deze auto -geparkeerd ter hoogte van de Van Arksteestraat, dus op behoorlijke afstand van de plaats delict – dusdanig de aandacht van getuigen dat men zag dat een van de twee inzittenden even de auto verliet voordat die eerste knal klonk? Brandden van de auto reeds de koplampen terwijl deze nog geparkeerd stond? Zou een buitenlands kenteken niet in het geheugen van de getuige gegrifd zijn?

Wat was de precieze inhoud van een getuigenverklaring volgens welke twee mannen – van wie tenminste eentje afkomstig uit Venray, de geboorteplaats van het slachtoffer – twee weken voor de moord in het kraakpand De Grote Broek op bezoek waren en na het verlaten van dat pand van de getuige de bevestiging wilden dat hij Sévèke kende?

Hoeveel mensen kunnen dinsdagavond 15 november 2005 om negen uur getuige zijn geweest van de gebeurtenissen op de hoek Van Welderenstraat-Eilbrachtstraat? Het onderzoeksteam zocht een jaar na dato nog steeds naar twaalf getuigen: mensen die door andere getuigen op of rond de plaats delict waren gezien. Er is een foto van die plek, precies een jaar nadien (3). Om negen uur verzamelden zich toen vijfhonderd mensen om het slachtoffer te herdenken. Onder de geringe straatverlichting zijn geen gezichten in de menigte te onderscheiden. Het is droog weer, zodat men niet schuilgaat onder een paraplu of capuchon. Een jaar daarvoor miezerde het, bij een temperatuur van vier graden …

(1) Aldus Roger Vleugels (onderzoeker van inlichtingendiensten) in een interview in Ravage, 16 december 2005
(2) Meting op het weerstation Deelen: http://projects.knmi.nl/klimatologie/daggegevens/index.cgi
(3) https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/herdenkingswandeling-naar-moordplek-seveke~b40b2d37/

(JoopFinland)

Klik hier om uw reactie toe te voegen
20 oktober 2020
De moord op Louis Sévèke