In de eerste ooggetuigeverslagen van de aanslag speelt een rode Opel Vectra van het bouwjaar 1992-93 een rol. Vlak voor er in de Van Welderenstraat schoten klonken stond deze auto geparkeerd voor het perceel nummer 110. Er zaten twee mannen in, van wie er eentje uitstapte seconden voordat het eerste schot klonk, zo’n dertig meter verderop aan de overkant van de straat. Volgens de getuige(n?) stapte de man na de schoten snel weer in en reed de auto weg.
In welke richting deze ‘rode Opel’ wegreed is niet bekend geworden. Ook de rijrichting van enige andere auto’s die op het moment van de aanslag de T-kruising Van Welderenstraat-Eilbrachtstraat passeerden is niet bekend, of niet bekend gemaakt. Het gaat daarbij om een Mercedes, en een Volkswagen. De Volkswagen is misschien alleen maar voorbijgereden. Maar ook uit de voorbijrijdende Mercedes zou tijdens de aanslag een man zijn uitgestapt en meteen weer ingestapt. De oudere man zou zijn vergezeld door een jonge, blonde vrouw.
Met het verstrijken van de tijd na de vijftiende november wordt het beeld alleen maar diffuser. Merk en kleur van de betreffende auto’s kunnen niet worden bevestigd. En de uit- en meteen weer instappende man kan dus zowel uit de voorbijrijdende Mercedes als de geparkeerd staande Vectra zijn gekomen. Op 25 november laat het onderzoeksteam aan het dagblad De Gelderlander weten dat ‘de inzittenden van in totaal drie auto’s zich nu allemaal hebben gemeld’. Maar op 23 februari 2007, dus vijftien maanden na deze mededeling, meldt de politie dat de rode Opel Vectra niet is getraceerd.
In een interview in Vrij Nederland (6 december 2005) zegt Ed Bruinvis, vriend en collega van Sévèke, dat hij meteen naar de politie gebeld heeft toen de recherche bekend had gemaakt dat men op zoek was naar de inzittenden van een auto die ten tijde van de aanslag op de plaats delict uit- en meteen weer in die auto zouden zijn gestapt. ‘Het bleek dat een van de mannen mank liep. Ik heb ze laten weten dat Cees van Lieshout ook mank loopt’.
(JoopFinland)