vrijdag 4 november-2011
In Somalië woedt een oorlog. Heten de badguys elders Al Schijthuis, Taliban, Haqqani, Hamas en allah weet wat, in Somalië worden ze Al Shabab genoemd. Het beestje moet een naam hebben.
En nu we het toch over beestjes hebben. Het regent momenteel waterpijpstelen in het grensgebied tussen Somalië en Kenia. Normaliter maakt Al Shabab gebruik van gemotoriseerd vervoer om de binnengevallen Keniaanse troepen te bestrijden. Maar door die regen veranderen wegen en droge vlaktes in zulke modderpoelen, dat zelfs de Islamitische wegenwacht het verder kan schudden. Om toch het benodigde wapentuig van A naar B te loodsen zet Al Shabab nu ezels in. Althans, volgens de Keniaanse legerleiding. Die heeft nu zijn manschappen opgedragen om alert te zijn als een zwaar beladen kudde ezels in zicht komt. Kan om een verhuizing gaan of de aanvoer van een partij bananen voor de lokale markt, maar ook om ijzerwaren. Dus opgepast.
En dat allemaal in een land waar de Amerikaanse drones als hagel uit de lucht vallen om de burgers te beschermen en de protectiefirma Xe van oompje Eric Prince gezagsgetrouwe smurfen opleidt om Al Shababaarden een bon te geven als ze met hun ezels voorbijvliegen. Want het mag best wat kosten om Afrika opnieuw te kolonialiseren. De cost gaet nu eenmaal voor de baet uyt, nietwaar?
