Skip to main content

Carl Armfelt (008)

09 juli 2002
Hits: 552

(oorspronkelijk artikel: Perspectief (3) - 9 juli 2002)

Carl Armfelt mocht zich graaf noemen. Hij stamde uit een Zweeds/Finse adellijk geslacht dat zowel geparenteerd was aan de Zweedse koninklijke familie als aan de familie Palme. Volgens onze bron voor dit verhaal rond de voor de CIA in touw zijnde graaf riep hij samen met Armfelt de firma Ex-Orbit in het leven. Een facade voor hun illegale praktijken die werd geregistreerd in het Zwitserse Zug en veel van haar zaken liet lopen via het in Brussel gevestigde Asscher en Co. Een van die zaken was het leveren van nachtzichtapparatuur van de Nederlandse onderneming Oldelft aan twee Arabische landen: Irak en Lybië. Over de Iraakse affaire is in de loop van de tijd het nodige bekend geworden. Direct na de Oktoberoorlog in 1973 waarin Egypte en Syrië bij verrassing Israël bijna op de knieën kregen, stelden de Arabische olieproducerende landen een embargo in tegen Nederland. Aanleiding waren de stiekeme leveranties van munitie, wapens en wapenonderdelen aan Israël, waarvoor de toenmalige minister van Defensie Henk Vredeling op eigen houtje toestemming had gegeven. Uiteraard met medeweten van de CIA. Irak hield zich ten opzichte van Nederland niet strikt aan het ingestelde embargo en werd daarvoor in 1974 beloond toen het een order plaatste voor nachtzichtapparatuur met een gezamenlijke waarde van 200 miljoen gulden. De regering-Den Uijl verleende haar fiat en de leveranties gingen vlotjes van start. Mede dankzij de noeste arbeid van een aantal tussenfiguren onder wie ene "Eagle" wiens identiteit altijd onduidelijk is gebleven (mogelijk was de schuilnaam een referentie aan het embleem van de CIA, hoewel dat wel erg veel lijkt op een staaltje "hineininterpretieren" onzerzijds). Alles verliep redelijk soepel tot in september 1980 Irak en Iran elkaar te lijf gingen. De leveranties gingen vrolijk door, zij het vanaf dat moment illegaal. Nou ja, illegaal. De toen nog in leven zijnde Inlichtingen Dienst Buitenland (IDB) en de Marine Inlichtingen Dienst (MARID) waren wel degelijk op de hoogte, maar hielden zich woestijnmuisstil om hun informatiepositie in Bagdad niet naar Allah te helpen (zie voor dit verschijnsel ook De verborgen listen van de biochemo-boys in De Morgenster). Niet voor niets overigens, want Israël maakte daar op 7 juni 1981 dankbaar gebruik van om de Iraakse kerncentrale Osirak plat te bombarderen. In dit soort schemersituaties tussen legaal en illegaal valt voor lieden die een beetje handig zijn op dit terrein een bom duiten te verdienen. Daar heb je ook een bank voor nodig die desnoods bloemen plukt aan de rand van de afgrond. Armfelt cs. vonden zo'n bank: Slavenburg. Wordt vervolgd.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
09 juli 2002